Collega wetenschapsjournalist Karel Knip, klimaatredacteur bij NRC, ging afgelopen zaterdag uitgebreid in (alleen voor abonnees) op de gehackte CRU e-mails en dan in het bijzonder op de discussie rond de hockeystickgrafiek. De aankondigingen waren veelbelovend. Klimaatgate: hockeystick blijkt boemerang stond er op de voorpagina van het kenniskatern en de kop van zijn stuk zelf luidde: Een stick om mee te slaan. De intro: Wetenschappers die belangrijk werk deden voor het klimaatpanel IPCC liggen onder vuur.

Het artikel deed me heel sterk denken aan een grappig fragment in de ‘sceptische’ documentaire Not Evil, Just Wrong waarin Nasa Onderzoeker James Hansen, terwijl hij nog niet in de gaten heeft dat de camera loopt zegt: I am not going to use McIntyre’s name. McIntyre is Stephen McIntyre, de Canadese statisticus die in 2005 samen met Ross McKitrick scherpe kritiek uitte op de hockeystickgrafiek, dezelfde stick als waar Knip op doelt in zijn artikel. McIntyre ontdekte in 2007 ook een ‘foutje’ in de Amerikaanse temperatuurreeks van Hansen, een soort Y2K-bug, want het kwam er op neer dat alle jaren na 2000 door deze bug ongeveer 0,15 graden te warm waren. De kwestie werd breed uitgemeten in de Amerikaanse pers en als gevolg daarvan werd Hansen gedwongen zijn data en source code vrij te geven. Het is duidelijk dat Hansen McIntyre niet echt erkentelijk is voor het vinden van dit foutje en dus wil hij diens naam niet eens uitspreken voor de camera.

Ik kan me levendig voorstellen dat het lastig is voor wetenschappers in een vakgebied dat er plotseling een buitenstaander opduikt, die kritische analyses doet en vervolgens allerlei fouten en oneffenheden ontdekt. In andere vakgebieden komt dit ook niet vaak voor en het klimaatdebat is wat dat betreft vrij uniek. Wel is het begrijpelijk dat het juist in het klimaatdebat gebeurt. Weer en klimaat zijn sowieso onderwerpen die veel mensen aanspreken, de opwarming van de aarde is al jaren voorpaginanieuws en last but not least, klimaatonderzoek is vrij toegankelijk voor buitenstaanders. Doorgaans gaat het om de statistische analyse van metingen en statistici uit andere vakgebieden kunnen daar vaak snel iets zinnigs over zeggen.

Vijandig
De respons van de klimaatgemeenschap en het IPCC op het werk van McIntyre is van meet af aan zeer vijandig geweest. Hun gedachte lijkt te zijn geweest dat ze deze buitenstaander met gemak een koppie kleiner konden maken. Dat blijkt al uit de e-mail die ik van Michael Mann ontving toen ik met mijn hockeystickverhaal bezig was. Daarin schrijft Mann onder andere: “I must begin by emphasizing that  McIntyre and McKitrick are not taken seriously in the scientific community. Neither are scientists, and one (McKitrick) is prone to publishing entirely invalid results apparently without apology (see below). “New Scientist” considered running an article (by David Paterson) on the MM claims. The editor decided not to run an article, concluding that their claims were suspicious and spurious after interviews with numerous experts and after it was revealed that they had suspiciously close ties with the fossil fuel/energy industry.”

Mijn vragen waren zeer technisch van aard en Mann gaat daar ook wel op in, maar het is typerend dat hij direct op de man speelt en niet op de bal. De jaren daarna is McIntyre echt de luis in de pels geworden van het het hockeyteam (een groep onderzoekers waaronder Mann die hockeystickreconstructies publiceerden) en ook van de temperatuurreeksen van Phil Jones van CRU en James Hansen van Nasa. McIntyre is ook de meest genoemde criticus in de gelekte e-mails (105 keer) en dat aantal is nog hoger als je ook de naam van zijn weblog meetelt (Climate Audit) en een x aantal hits van ‘MM’ wat staat voor McIntyre en McKitrick (maar ook voor Maunder Minimum). Hij is dus zo’n beetje de spil waar deze hele affaire om draait. En wat doet Knip in zijn stuk? Net als Hansen lijkt hij McIntyre’s naam maar niet te willen noemen.

Hij noemt Hans von Storch, een Duitse onderzoeker die in Science in oktober 2004 ook kritiek had op de hockeystick. Von Storch gebruikte echter nep-boomringen voor zijn analyse, terwijl McIntyre alle oorspronkelijke data en de rekenprogramma’s van Mann doorvlooide voordat hij met zijn fundamentele kritiek kwam. Lang verhaal kort, IPCC heeft er alles aan gedaan McIntyre’s kritiek te weerleggen en veel mainstream klimaatonderzoekers denken dat dat ook gelukt is en verwijzen daarbij naar diverse andere reconstructies die de hockeystick zouden bevestigen. McIntyre heeft op zijn blog echter laten zien dat die andere reconstructies last hebben van dezelfde problemen, slechts enkele problematische boomringseries domineren alle reconstructies. Eerlijk is eerlijk, die goed gedocumenteerde kritiek (op zijn blog) heeft McIntyre nog niet gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur en mensen als Knip, voor wie de peer reviewed literatuur heilig is, hebben er dan ook geen weet van en verdedigen de hockeystick daarom nog altijd.

Knips belangrijkste conclusie is dan ook: “En zoals dat gaat: daarin werden fouten, leemtes en omissies aangetroffen. Niet van groot belang, maar ze wáren er en het vuil is in triomf rondgedragen.” Deze conclusie doet totaal geen recht aan het werk van McIntyre en McKitrick, maar vertegenwoordigt wel de opinie van mainstream klimaatonderzoekers.

In het Engels heb je een mooie uitdrukking, there is an elephant in the room, voor het negeren van iets dat overduidelijk aanwezig is. Mcintyre is de olifant in de kamer en zolang mensen als Knip hem blijven negeren, dan kunnen ook de wetenschappers in kwestie hem blijven negeren en dan zal het debat niet opengebroken worden. Het IPCC heeft echter de pech dat ze in McIntyre een zeer kundige opponent treffen, die heel vasthoudend is en die net zo lang zal doorgaan totdat de klimaatgemeenschap op een normale, eerlijke manier met hem in gesprek zal gaan. Degene die de e-mails gelekt heeft lijkt daar ook op uit te zijn.