En daar hebben we de volgende hoogleraar die een duit in het zakje doet over climategate. Klimaatcritici gebruiken een valse troefkaart, schrijft Jan Boersema in Trouw van gisteren. Prof. dr. Jan Boersema is hoogleraar culturele en levensbeschouwelijke dimensies van de relatie tussen mens en natuur bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) aan de VU in Amsterdam. Nu is het klimaatdebat naast een wetenschappelijk debat vooral ook een cultureel, maatschappelijk en politiek fenomeen geworden, dus ik kijk uit naar wat hij te zeggen heeft over climategate.

Boersema begint zijn stuk als volgt: “De diefstal en publicatie van de e-mails van mijn collega-milieuwetenschappers –hier aan de unversiteit van Norwich– zal de conclusie dát de mens het klimaat grootschalig en negatief beïnvloedt niet aantasten.” De toon is gezet. Het staat voor Boersema blijkbaar al vast dat het om diefstal gaat (en niet om een klokkenluider) en tevens staat voor hem vast – vermoedelijk zonder dat hij de duizenden e-mails (1,1 miljoen woorden!) heeft gelezen laat staan de CRU broncode om de mondiale temperatuur te berekenen – dat de hele affaire niets aan onze kennis over het klimaat zal veranderen.

Liegen
Boersema doet er nog een schepje bovenop: “Deze tegenstanders braken in op computers, haalden duizenden e-mails op van de klimaatonderzoekers en zetten delen op internet. Dit als ’bewijs’ dat de klimaatonderzoekers zouden liegen over de temperatuurstijging.”

Dus de hele climategate affaire zou een georkestreerde actie zijn van klimaatsceptici. We krijgen een vermoeden waar dit stuk heen gaat maar dan uit Boersema toch ook wat kritiek op zijn Engelse collega’s:

“Het is verontrustend dat de meest betrokken onderzoeker, Phil Jones, dit aanvankelijk sterk heeft gebagatelliseerd. Met onnavolgbaar Engels understatement accepteerde hij dat sommige e-mails misverstaan kunnen worden: „Some do not read well”. Very sorry, maar er staat toch echt in de mails dat men de neiging had om bepaalde data liever te vernietigen, dan ze aan Jan en alleman te geven. En ook dat men een paar serieus bedoelde artikelen buiten de beoordeling van het internationale klimaatpanel wilde houden (wat overigens aantoonbaar niet gebeurd is). Je kunt dit niet afdoen als persoonlijke ontboezemingen van een getergde wetenschapper. Het is en blijft onprofessioneel.
Het klimaatonderzoek opereert al jaren in een overgevoelig en argwanend klimaat. Dan zijn openheid, transparantie en reproduceerbaarheid cruciaal. Elke suggestie dat gegevens achtergehouden worden, had vermeden moeten worden. Belemmeringen die er waren om basisdata vrij te geven, had men dienen weg te nemen. Veel van de data waren overigens voor serieuze onderzoekers al wel beschikbaar.”

Serieuze onderzoekers
In deze alinea’s kan ik me vrijwel geheel vinden behalve de laatste zin. Wat bedoelt Boersema in hemelsnaam met zijn opmerking dat de data voor ‘serieuze onderzoekers’ wel al beschikbaar waren? Wie zijn serieus en wie niet? En wie bepaalt dat? Het lijkt er sterk op dat Boersema hier verwijst naar McIntyre c.s. die al vele jaren proberen de ruwe temperatuurmetingen van Phil Jones te krijgen, maar Jones weigerde dit consequent, zelfs toen de aanvragen werden gedaan onder de Freedom of Information Act.

In de uitgebreide bijna kafkaeske correspondentie die dit opleverde gebruikte Jones/CRU eenmaal het argument dat McIntyre de data niet kreeg omdat hij geen ‘academicus’ was. Deze situatie was ontstaan nadat Peter Webster van Georgia Tech McIntyre had laten weten dat hij wel de data van Phil Jones had gekregen! McIntyre vroeg toen dezelfde dataset aan als Webster had gekregen en dit verzoek werd afgewezen. Daarna deden Ross McKitrick en Roger Pielke jr hetzelfde verzoek, maar prompt kregen ook zij nul op rekest, terwijl ze toch echt wel academici zijn. Pielke jr kreeg te horen dat de ruwe data weg waren!

Troefkaart
Ik zal Boersema per e-mail vragen wat hij precies bedoelt met ‘serieuze onderzoekers’ en wie dat volgens hem niet zijn en daar later op terugkomen. Na deze kritiek op Jones richt Boersema zijn pijlen echter weer op de klimaatcritici en de troef die zij volgens hem slim uitspelen:

De affaire heeft ook duidelijk gemaakt hoe het kamp van de klimaatcritici te werk gaat. Dit kamp is heterogeen en dat geldt ook voor de geluiden die daar gehoord worden. Maar er is een gemeenschappelijke troefkaart, in omloop gebracht door groepen die vrezen dat ze veel zullen verliezen als er serieuze milieumaatregelen richting een duurzame samenleving worden genomen.
Die troefkaart is: ’verdeelheid onder wetenschappers’. De Engelse journalist George Monbiot heeft ragfijn aangetoond hoe de sceptici systematisch het idee aanwakkeren en verspreiden dat ’de wetenschap het er niet over eens is’, dat er ’nog veel onzekerheid is’ en ’dat je dan wel gek zou zijn als je grote sommen belastinggeld spendeert aan een mogelijk niet bestaand probleem’. Met als uitsmijter: ’Wij laten de economie toch niet ruïneren door angstzaaiers?’

Het zijn vooral de beroepsdwarsliggers die hier volgens Boersema handig gebruik van maken:

Verder zijn er de beroepsdwarsliggers, die een nieuw podium vinden. In de VS draaft de communicatiedeskundige Marc Morano op, in Engeland de sociaal-antropoloog Benny Peiser en bij ons mag de econoom Hans Labohm nogmaals vertellen hoe hij denkt dat het met de temperatuur op aarde gaat. PVV-Kamerlid Richard de Mos, die het hele klimaatgedoe flauwekul vindt, wordt in ’Pauw & Witteman’ tegenover PvdA-Kamerlid Diederik Samson gezet en na een warrig debat verzucht Jeroen Pauw dat ’de wetenschap’ het alweer niet eens was.
Natuurlijk mogen al deze mensen zeggen dat ze er niets van geloven. Dat valt onder de godsdienstvrijheid. Maar bedoeld of onbedoeld geven ze allemaal voedsel aan de gedachte dat, omdat de wetenschap er nog niet uit is, elke maatregel voorbarig is. Media die ze ruim baan geven, doen in feite hetzelfde.

Dwarsliggers
Boersema heeft gelijk. Beroepsdwarsliggers waaronder politici maken gebruik van de kersen uit de wetenschap die in hun straatje passen en zetten die in voor hun politieke agenda. Maar is dit uniek voor de sceptici? Zijn mensen als Maurits Groen, Sible Schone en Marc Cornelissen niet net zo goed beroepsdwarsliggers als je het bekijkt vanuit het sceptische wereldbeeld.

Ja, zal Boersema dan zeggen, maar zij hebben de ‘echte’ wetenschap achter zich staan:

Onder echte wetenschappers zijn er maar heel weinig die de klimaatwerkelijkheid ontkennen, daarom creëert men zelf een groep van tegenstanders. Zodra argeloze vakbroeders een serieuze wetenschappelijke vraag opwerpen, bevinden zij zich dan tegen hun zin ineens op een lijst van klimaatsceptici, opgesteld door het door Exxon gesponsorde Heartland instituut. [vet door mij aangebracht]

En daarmee is het kringetje rond, net als Cramer, Halsema, Samson en het NOS Journaal (Bram Schilham) valt ook hoogleraar Boersema terug op het dogma dat toch echt 95% of 99% van de wetenschappers het er over eens zijn. Dit argument is wel zo gemakkelijk want dan hoef je niet dat godvergeten saaie IPCC-rapport helemaal door te vlooien, laat staan te onderzoeken of datzelfde IPCC-rapport wel op een eerlijke manier is omgegaan met critici.

Echte Wetenschap
Wie dat wel doet – zoals ik voor mijn boek over het klimaatdebat – belandt van de ene technische discussie in de volgende. Let wel, die discussies gaan allemaal tussen echte wetenschappers. En als die discussies op termijn gaan uitvallen in het voordeel van de critici dan kan ik Boersema verzekeren dat het de conclusie dát de mens het klimaat grootschalig en negatief beïnvloedt wel zal aantasten.

Zo dragen Watts, Pielke sr, McKitrick, Michaels goede argumenten aan dat de temperatuurgrafieken van CRU, GISS en NCDC de recente opwarming waarschijnlijk met zo’n vijftig procent overschatten. Indien waar dan heeft dat ook direct consequenties voor de klimaatgevoeligheid, het effect van een verdubbeling van CO2 op de temperatuur.

Soon, Scafetta, Svensmark en anderen wijzen erop dat de zon voor een groot gedeelte de opwarming sinds de Kleine IJstijd kan verklaren. Over het mechanisme verschillen ze van mening. Het IPCC daarentegen selecteerde de publicatie van Wang et al uit 2005 om aan te tonen dat het effect van de zon kleiner is dan we eerder dachten.

McIntyre en McKitrick publiceerden kritiek op de hockeystick en stelden heel bescheiden dat de proxy-data gewoon niet goed genoeg zijn om te kunnen concluderen dat het nu warmer is dan in de Warme Middeleeuwse Periode. De vraag ligt dus weer helemaal open. Het IPCC staat echter nog steeds achter de hockeystick.

Lindzen en Spencer denken dat er negatieve feedbacks in het klimaatsysteem zitten waardoor klimaatgevoeligheid uit zal komen op pak en beet een halve graad. Het IPCC houdt het met Soden, Held, Hansen, Knutti, Hegerl en anderen op positieve feedbacks en dus op een opwarming van zo’n drie graden.

Dooddoeners
Al deze technische discussies zijn nog in volle gang en zullen afhankelijk van de uitkomst een verregaande impact hebben op onze kijk op het klimaat. Boersema doet er mijns insziens verstandig aan om of zelf de boeken in te duiken of zich te onthouden van dit soort dooddoeners die in mijn optiek een hoogleraar – of beter gezegd een wetenschapper – onwaardig zijn. Juist wetenschappers zouden nooit moeten terugvallen op het verwijzen naar consensus en zouden scepticisme te allen tijde moeten toejuichen.

En zelfs als Boersema gelijk heeft, dat de wetenschap er helemaal uit is, dan nog is het de vraag of het waar is dat het verdeeldheid zaaien van dwarsliggers de reden is waarom drastische reductie van CO2 niet van de grond komt. Pielke jr schreef hier het volgende over na het verschijnen van Chris Mooney’s The Republican War on Science, een boek dat probeert duidelijk te maken dat republikeinen zich veel vaker dan democraten bezondigen aan het misbruik maken van wetenschap voor politieke doeleinden, waaronder het zaaien van twijfel:

Crucially, Mooney provides no evidence (because there is none) to support the most important claim in this chapter: “Not only do [the conservatives] strive to prevent the public from understanding the gravity of the climate situation, but in sowing confusion and uncertainty, they help prevent us from doing anything about it.” This statement is demonstrably false. As I have documented here frequently, the public overwhelmingly believes that humans cause climate change, that its impacts are serious, and that the United States should take action. See here and here (PDF). There is absolutely no evidence that scientific uncertainty (manufactured or otherwise) is an obstacle to action on climate change. The real obstacle is a lack of politically viable actions on the table.

Dat was al in 2005, nog voor de film van Al Gore en het vierde IPCC-rapport. Dus in plaats van opnieuw met het vingertje wijzen naar de beroepsdwarsliggers die de climategate-troef gretig uitspelen zou Boersema deze redenering beter kunnen begraven. Accepteer dat de echte sceptici voorlopig niet weg zijn (zeker niet na climategate) en de beroepsdwarsliggers dus ook niet. Draag bij aan meer transparantie en tolerantie in het klimaatdebat, dat vergroot de kans dat critici een eerlijke kans krijgen in IPCC-rapporten en dus dat we met z’n allen beschikken over een eerlijke weergave van hoe de wetenschap ervoor staat. Misschien dat Boersema dan over tien jaar nog eens een heel ander beeld krijgt van het klimaat.