Vanavond overhandigde het Platform Communication on Climate Change (PCCC) de De staat van het klimaat 2009 -brochure aan minister Cramer van VROM. De brochure heeft als doel “een actueel overzicht van recente ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering te geven, zowel in het onderzoek als in de maatschappelijke en beleidsdiscussies” en is geschreven “vanuit een wetenschappelijke context”. Ik zal hier laten zien dat de passage in de brochure over de Kilimanjaro vooral een schoolvoorbeeld is van de kunst van het weglaten.

In het Platform Communication on Climate Change (PCCC) zijn alle Nederlandse klimaatonderzoeksgroepen vertegenwoordigd. Hun missie is:

The Platform Communication on Climate Change (PCCC) was established by the Dutch climate research community to improve the quality, efficiency and effectiveness of the communication of Dutch climate research. PCCC is a collaborative venture by PBL, KNMI, CCB Wageningen UR, VU University Amsterdam, Utrecht University, Deltares and NWO. It is supported by the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM) and is implemented in collaboration with the BSIK Climate changes Spatial Planning programme.

Dit is dus een brochure, geen doorwrocht peer reviewed overzicht – hoewel er wel gesuggereerd wordt dat aan bepaalde kwaliteitsgaranties voldaan is – het is gecheckt door een groep wetenschappers uit verschillende disciplines en het is ook nog eens bekeken door Fons Baede – al heel lang betrokken bij IPCC-rapporten. Maar ja, het review proces was niet open en commentaren en antwoorden zijn niet publiek beschikbaar. Nu, na climategate, betekenen zulke opmerkingen over “checks and balances” maar weinig als we die niet kunnen inzien.

De Kilimanjaro in De staat van het klimaat 2009
We zullen later breder ingaan op de brochure en de kunst van het weglaten. Vandaag concentreren we ons op wat het PCCC te melden heeft over de Kilimanjaro.

De brochure meldt het volgende over de Kilimanjaro gletsjers – Al Gore’s global warming icoon:

In 1912 was het oppervlak van de tropische gletsjer op de Kilimanjaro in Tanzania ruim 12 km2. In 1950 was dit bijna gehalveerd en in 2008 resteerde er nog 1,8 km2, waarbij de afgelopen 8 jaar is vastgesteld dat ook de dikte van het ijs snel afneemt [Thompson et al., 2009]. Hoogstwaarschijnlijk zal het ijs binnen 20 jaar verdwenen zijn. In hoeverre dit wordt veroorzaakt door temperatuurstijging, valt door een gebrek aan betrouwbare metingen van neerslag en temperatuur niet eenduidig vast te stellen, maar vast staat wel dat dit [bedoeld wordt waarschijnlijk het volledig verdwijnen van de ijskap, red.] niet eerder in het Holoceen (de periode van 11.700 jaar geleden tot nu) is voorgekomen. Ook niet tijdens een uiterst droge periode 4200 jaar geleden die 300 jaar duurde.

Nu ben ik wel een beetje op de hoogte van de recente Kilimanjaro-literatuur, dus leek het me interessant om voor u eens na te gaan wat hier nou gemakshalve niet vermeld is.

Bovenstaand citaat lijkt grotendeels gebaseerd te zijn op de recente publicatie van Thompson et al. [2009], waar ook minister Cramer naar verwees in de aanloop naar Kopenhagen. Die “Thompson” is Lonnie Thompson, professor aan de Amerikaanse Ohio State Universiteit, bekend van zijn gletsjeronderzoek en ijskernboringen maar ook bekend van het slecht of niet documenteren van zijn onderzoeksresultaten en nou niet bepaald een klimaatcriticus.

Het artikel van Thompson et al. [2009] is trouwens wel zo eerlijk te erkennen dat:

Unraveling large-scale climate forcing from regional forcing caused in part by landscape changes is difficult.

Wat minister Cramer gemakshalve vergat te melden op haar weblog tijdens “Kopenhagen”. En met dat in ons achterhoofd duiken we de vakliteratuur in.

Uniek in de afgelopen 11.700 jaar
Om te beginnen, wat er in de PCCC-brochure staat is feitelijk correct. Voor zover bekend zijn de gletsjers van de Kilimanjaro al aan het smelten sinds de eerste waarnemingen eind 19e eeuw. Dat betekent dan wel dat de mogelijke invloed van de broeikasgasopwarming beperkt is, want volgens de huidige “consensus” kan alleen de opwarming na ongeveer 1980 in verband met de toename in broeikasgassen gebracht worden.

Interessant is vervolgens de opmerking dat de snelle afname dan wel het verdwijnen van de Kilimanjaro gletsjers uniek is in de afgelopen 11.700 jaar. Ook dat klopt voor zover ik weet. Maar, er verscheen onlangs een artikel van onder andere de Nederlandse onderzoeker Jaap Sinninghe Damsté in het toonaangevende tijdschrift Nature waarin de volgende opmerking gemaakt wordt (december 2009, eerste auteur is overigens de Vlaming Verschuren):

It thus appears that Mt Kilimanjaro’s glacial-era ice cap (…) possibly in retreat since the start of regional post-glacial warming ~ 20 cal.kyr BP, was finally eradicated by severe Younger Dryas Drought.

Hé? Dus de gletsjers zijn wel degelijk al eens eerder verdwenen, en wel ten gevolge van droogte en dus niet opwarming. Maar wanneer vond die Jonge Dryas plaats? Volgens Wikipedia duurde het Jonge Dryas van grofweg 12,800 tot 11,500 BP (Before Present). Kortom rond 11.700 was de ijskap rond de Kilimanjaro voor het laatst helemaal weg. De PCCC-brochure brengt met enig gevoel voor drama dat sinds 11.700 jaar de Kilimanjaro nooit helemaal ijsvrij is geweest en dat dit nu binnen twintig jaar kan gebeuren. Het vermeldt echter niet dat vlak voor die 11.700 de Kilimanjaro wel helemaal ijsvrij was als gevolg van een koudeperiode die met droogte gepaard ging. Het is natuurlijk mogelijk dat het Verschuren-artikel te kort op het publiceren van de brochure verscheen, maar het blijft een opmerkelijke hiaat in deze context.

Oorzaken wél redelijk bekend
Een belangrijke conclusie uit het Verschuren-artikel is ook dat de Kilimanjaro-gletsjers vooral gevoelig zijn voor veranderingen in de waterdampcyclus (verdamping, neerslag, bewolking). En dat brengt me op andere beschikbare vakliteratuur. In tegenstelling tot wat de brochure suggereert – en Thompson 2009 – lijkt het voor de Kilimanjaro-gletsjers eigenlijk wél redelijk helder wat de oorzaak van hun afname is.

Wat weten we over de Kilimanjaro-gletsjers en temperatuurveranderingen? Wie een beetje op de hoogte is van het Kilimanjaro-onderzoek weet dat de Oostenrijkse onderzoeker Professor Georg Kaser dé autoriteit is op dit gebied. Laat ik een paar zinsnedes halen uit recente publicaties waar hij aan meegewerkt heeft. Eerst maar eens over temperatuurveranderingen rondom de Kilimanjaro:

No temperature trends over the entire period (1948-2005) or between 1979-2000 are observed at 500 hPa, the approximate height of the glaciers on Kilimanjaro. A small but significant decrease in specific humidity between 1948 and 2005 … is observed at 500 hPa. There is no trend in specific humidity at 1000 hPa over the entire period [1948-2000] but a large decrease … between 1979 and 2005.” [Cullen et al., 2006]

Op de hoogte van de Kilimanjaro-gletsjers – 500 hPa is grofweg 5-6 km hoog – zien we dus geen opwarming maar wel een kleine afname in waterdamp, en we zien een veel grotere afname in waterdamp aan de voet van de Kilimanjaro. Uit het Cullen-artikel blijkt verder dat de temperatuur aan de voet van de Kilimanjaro wel gestegen is. Aan de voet van de Kilimanjaro is het dus warmer en droger geworden.

Vervolgens schrijft Cullen:

Melting of the vertical walls occurs despite air temperatures at the altitude of the plateau glaciers remaining below 0°C

en Mote en Kaser (2007):

Another important observation is that the air temperatures measured at the altitude of the glaciers and ice cap on Kilimanjaro are almost always substantially below freezing (rarely above -3 degrees). Thus the air by itself cannot warm ice to melting by sensible-heat or infrared-heat flux, it is produced by solar radiation in conditions of very light wind, which allows a warm layer of air to develop just next to the ice.

De gletsjers bevinden zich dus op een hoogte met een temperatuur waarbij zich altijd gletsjers kunnen vormen, mits er meer neerslag valt dan er aan ijs/sneeuw smelt en verdampt. Dat de gletsjers toch korter worden betekent dat ze momenteel uit balans zijn: het verlies door verdamping en afsmelt is niet in balans met de neerslag die valt.

Minder bewolking
Wat weten we verder over de Kilimanjaro gletsjers en de watercyclus? Daarnaast lijkt het erop dat de hoeveelheid bewolking in de afgelopen decennia is afgenomen:

A related line of evidence concerns the shape and evolution of ice. Stunning vertical walls of astonishing height (grater than 40 meters in places) tower over the visitor at Kibo’s summit. These edges cannot grow horizontally but lose mass constantly to ablation (primarily to sublimation and intermittently to melting) when they are exposed to the sun – even when the air temperature is below freezing. … The walls are predominantly oriented in the east-west direction. This too implicates solar radiation, whose intensity is modulated by a seasonal and daily pattern of cloudiness. [Mote and Kaser, 2007]

En daarna volgen in Mote and Kaser nog meer aanwijzingen voor een belangrijke rol van veranderingen in zonnestraling. Kortom, de voordurende gletsjer-afname over meer dan 100 jaar, de afname in vochtigheid, de toename in temperatuur aan de voet van de Kilimanjaro en het ontbreken van opwarming op 5 km hoogte, dit alles doet sterk vermoeden dat vooral verdamping en dus neerslag en bewolking verantwoordelijk zijn, en niet een vaag begrip als Global Warming. Die conclusie past ook keurig netjes in de bevindingen van Verschuren in Nature, die ook wijzen op een belangrijke rol voor de watercyclus.

Er is overigens wel gesuggereerd dat die veranderingen in de laatste eeuw samenhangen met ontbossing aan de voet van de Kilimanjaro, en dus wel degelijk met menselijk handelen.

De mythe in stand houden
Terug naar de PCCC-brochure. Er is natuurlijk maar weinig ruimte om uitgebreid in te gaan op de kennis rondom de Kilimanjaro-gletsjers. Maar toch, het is niet moeilijk om met een dagje surfen op het internet een beeld te vormen.

Bovendien rijst de vraag: waarom nou juist zoveel aandacht voor deze ene berg, dit ene onderwerpje? Op globale schaal is het niet van belang, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld ijskappen of zeeijs. Ik kan geen andere reden bedenken dat het te maken heeft met zijn status als icoon van Global Warming. Misschien dat ook de Kilimanjaro-discussies tussen minister Cramer en PVV’er Richard de Mos, die speelde ten tijde van het samenstellen van deze brochure, bijgedragen heeft.

Tegelijkertijd zie ik noch onder de auteurs en noch onder de reviewers mensen met kennis en achtergrond over de Kilimanjaro (waarom is Sinninghe Damsté niet benaderd?). Het gevolg is dat er selectief uit de vakliteratuur geciteerd wordt en dat er (doelbewust neem ik aan) geen evenwichtig beeld geschetst wordt om daarmee de mythe van de door global warming ten onder gebrachte Kilimanjaro in stand te houden.

Waar doet deze werkwijze ons aan denken? Wacht even, ging iets dergelijks niet ook fout in het IPCC-rappport toen het om de gletsjers in de Himalaya ging? Advies aan het PCCC: kijk goed naar wat er nu rond het IPCC gebeurt en probeer het in het vervolg beter te doen. Want de sluizen staan open, niet alleen rondom het IPCC. De subsidies staan onder druk en als het PCCC zo doorgaat kan het spoedig afgelopen zijn met de jaarlijkse brochure De Staat van het Klimaat.