Deze nieuwe posting bevestigt wat wij al eerder berichten: dat het naief was van de 53 Nederlandse wetenschappers, om ter verdediging van zichzelf en het niveau van het IPCC een ingezonden brief in het NRC te plaatsen. We citeren nog eens uit de brief, die mede door hoofdauteur van hoofdstuk 4 werkgroep 2 Rik Leemans werd ondertekend.

  • “Elk schrijfteam (van het IPCC) is verplicht de kwaliteit en de validiteit grondig te checken voordat een bevinding uit een grijze bron mag worden gebruikt.”

En vervolgens pakken we weer een citaat uit een grijze bron uit het hoofdstuk dat onder Leemans hoede valt, maar dat waarschijnlijk van de hand van IPCC-collega en vogelaar Jeff Price komt. Hierin treffen wij in box 4.5 op blz 239 over de impact van klimaatverandering op trekvogels de volgende bewering:

– One review of 300 migrant bird species found that 84% face some threat from climate change, almost half because of changes in water regime (lowered watertables and drought), and this was equal to the summed threats due to all other anthropogenic causes (Robinson et al., 2005).

In 304 pagina’s blijkt bij deze referentie nog eens hoe eenvoudig contractwetenschap kan zijn.

Grijs

De bron betreft een grijs document dat Robert Robinson van de British Trust for Ornithology opstelde voor de Britse overheid. Download het hier, om te controleren dat wat ik hieronder ga schrijven inderdaad echt waar is. Het document is 304 pagina’s (niet 414 zoals IPCC opgeeft, dat is het contractnr, maar dat zijn details in de marge)

Het citaat klopt

Het citaat komt overeen met de bewering in de executive summary van het rapport. Interessanter hier is te kijken hoe Robinson tot dit getal komt. Hij kiest 300 vogelsoorten die vallen onder de Convention on Migratory Species, een overeenkomst tussen landen die dieren moet beschermen die grenzen overschrijden. Groot Brittanie was gastland van de CMS-conferentie in 2007, waaraan ook valkeniers deelnamen.

Vervolgens telt Robinson het aantal vogels op de CMS-lijst die voorkomen in kustgebieden, berggebied, wetlands en arctisch gebied. Op bladzijde 109 vindt u het resultaat van de optelsom

    • Of the 300 species, 251 (84%) occur in one of the four most vulnerable habitats (coastal, wetland,

 

    • tundra or montane) to changed climatic conditions. Of these, 233 (93%, 78% of the total) occur in

 

    • coastal or wetland habitats, highlighting the importance of these types of site for migratory species.

 

    • The 73 (24%) species that occur in tundra or montane habitats are likely to be particularly vulnerable,

 

    • as these habitats have a relatively limited geographical space in which to spread under warmer climate

 

    scenarios, which suggest a latitudinal or altitudinal shift in the occurrence of these habitats.

Bedreigd door klimaat op basis van voorkomen

De redenering van Robinson luidt als volgt. Klimaatmodellen zouden meer stormen voorspellen, droogte, en een hogere zeespiegel. Toendra, wetlands bergen en kustgebieden krijgen meer last van de klimaatmodellen. Dus zijn alle vogels die in bergen, wetlands, kustgebieden en arctische gebieden automatisch ‘bedreigd’, al erkent Robinson op bladzijde 109 dat deze aannames ’to some extent speculative’zijn. Hoe ik ook zocht, de enige bron die Robinson opgeeft voor de de methodiek over het verband tussen ‘bedreiging’ en het vastgestelde percentage komt van tabel 11 op bladzijde 274:

    • ”Possible climate induced threats and other identified threats to populations of bird species listed on the CMS Appendices. Species occurring in habitats which are particularly vulnerable to climate change induced impacts (coastal, montane, tundra and wetland habitats) are noted; these species may be especially at risk.

Species occurring in habitats which are particularly vulnerable to climate change induced impacts (coastal, montane, tundra and wetland habitats) are noted;these species may be especially at risk. Climate threats were identified by expert opinion (= de eigen natte vinger) and from information in del Hoyo et al.” (1994-
2002)

Del Hoyo et al betreft het ‘Handbook of the birds of the world’, een (overigens prachtige, gelauwerde en bijzonder informatieve) gids voor vogelliefhebbers en ornithologen, die Robinson voor zijn onderzoek niet meer relevante informatie kan bieden dan over voorkomen, en de mogelijke huidige status van welzijn of bedreiging. (alles dat de vogel tot vogel maakt staat in het handbook, maar die gegevens worden niet gebruikt)

Rekenmachine + vogelgids= wetenschap

Dus hoe komt de claim tot stand? Op basis van het voorkomen van de vogels, zoals het Handbook Birds of the World deze aangeeft (worden ze wel eens gesignaleerd in berggebied, toendra, kustgebied of een wetland) stellen Robinson et al vast dat 251 van de 300 vogels extra last zouden kunnen krijgen van de projecties uit klimaatmodellen.

En wat schetst onze verbazing: een meerderheid van de vogelsoorten, 84 procent dus, leeft graag aan de kust of in een deltagebied, bijvoorbeeld omdat die gebieden voedselrijk zijn. Ons eigen vogelrijke Wad is een illustratie van dit wonderlijke natuurfenomeen. Maar volgens Robinson moeten deze trekvogels het Wad voortaan mijden omdat ze nu ‘bedreigd zijn’vanwege zijn ‘expert opinion’.

Dus een calculator die alle watervogels, arctische vogels en bergbewoners optelt en deelt door 300 en een vogelgids: meer hebben we niet nodig om klimaatimpact op trekvogels vast te stellen, die groter zou zijn dan directe menselijke bedreigingen als habitatdestructie. Of Robinson voor dit onderzoek ook een phd nodig had?