crutzenVK030410

Zaterdag4 april 2010. Op de voorpagina van het de wetenschapsbijlage van De Volkskrant: “Interview P7: Paul Crutzen is pessimistisch”. Mooi. Dan weten we dat alvast. Misschien een idee als mensen dat voortaan op hun visitekaartje zetten:

Prof. Dr.  Paul Crutzen – Pessimist :-(
Emeritus hoogleraar meteorologie
Voormalig Hoofd van de afdeling Atmosferische Chemie
Max Planck Institut für Chemie, Mainz
Nobelprijswinnaar Scheikunde 1995

Stel je laat je huis bouwen door een aannemer en die man schrijft pessimist op zijn kaartje en op zijn bestelbusjes. Say no more. Voor we het kijken naar enkele passages uit het interview, moet gezegd zijn dat het maar een haar had gescheeld of Paul Crutzen was voorzitter geworden van de KNAW-commissie die de in opspraak geraakte klimaatwetenschap onder de loep neemt. In mijn inbox heb ik een e-mail van Prof. Dr. Ir. Henk Tennekes – ook cc aan Prof. Dr. Ir. Rudy Rabbinge die de rol van voorzitter uiteindelijk heeft gekregen – waarin ons nationaal meteorologisch geweten de heren van de KNAW in niet mis te verstane woorden waarschuwt voor Crutzen:

Waag het niet! Paul is een van de architecten van de Nucleaire Winter, een spookbeeld uit de jaren zeventig.

Apetrots
En de rest van Tennekes’ prozaïsche e-mail herhaal ik hier uit beleefdheid niet hoewel ik in het kader van het paasfeest kan melden dat een wetenschappelijke kruisiging onderdeel van het betoog vormde. Feit is dat wij mensen allemaal apetrots zijn over het dichten van het ozongat, terwijl de hele theorie waarvoor Crutzen zijn Nobelprijs kreeg nog steeds omstreden is. Zie Junkscience.com en ook het zeer recente interview met milieupaus James Lovelock, die het als uitvinder van het apparaat waarmee CFK’s voor het eerst in de atmosfeer werden gemeten (zie Wikipedia) kan weten.

Martijn van Kalmthout interviewde Paul Crutzen wandelend door de botanische tuin vlakbij zijn instituut op de campus van de universiteit van Mainz, de stad waar Gutenberg de boekdrukkunst uitvond. Tijdens mijn stage aan het MPI in voorjaar 1990 wandelde ik daar met de Einstein-lookalike Dr. Christoph Brühl, die mijn stagebegeleider was. Van Kalmthout komt al snel te spreken op het antropoceen. Crutzen verzon deze term spontaan op een conferentie in 2001 en Wikipedia verraadt dat het concept is aangeslagen. Samen met nog 3 wetenschappers publiceerde Crutzen er onlangs over in Environmental Science & Technology (link).

Crutzen legt zijn begrip van het antropoceen, een nieuw geologisch tijdvak waarin de mens de voornaamste geologische driver is,  zo uit aan Van Kalmthout:

Omdat zeker geologen de neiging hebben te denken dat de mens niks voorstelt, op geologische dimensies en tijdschalen althans. Dat leidt mij te gemakkelijk tot het idee dat het allemaal wel losloopt met wat we aanrichten. Maar zo is het niet. In zekere zin is de mens sterker dan de aarde. Wij veranderen de planeet, blijvend.

Hier zie je weer dat eigenlijk iedere wetenschapper tenminste een jaar lang logica zou moeten studeren omdat aan dit soort geaggregeerde statements altijd van alles rammelt. Voor ik Crutzens woorden fileer, wil ik even aangeven dat ik zijn idee van het antropoceen geniaal vind en dat het ook volledig houdbaar en toepasbaar is. Crutzen’s uitwerking is echter arbitrair en… onnodig pessimistisch.

Feit is dat wij mensen de aarde onnoemelijk snel bevolken, veranderen, omploegen, volbouwen en wat dies meer zij. Dat maakt het legitiem en nuttig een geologisch tijdvak naar ons te vernoemen. Daarbij moet je echter wel oog hebben voor het feit dat het onze bijziendheid is die ervoor zorgt dat de meest recente tijdvakken ook verreweg de kortste zijn. Dat geldt net zo goed voor het zeer korte holoceen als voor Crutzens antropoceen. We rekenen menselijk al te menselijk naar onszelf toe.

Verbazing
Wat wij ook aanrichten in tien of twintigduizend jaar, over tientallen miljoenen jaren resteert van onze beschaving iets dat het midden houdt tussen het iridium-verrijkte bandje van de Yucatan-inslag en de schitterend biologisch ingepakte afvalbergen die wij koraalriffen noemen. Als wij gestraft voor onze milieuzonden uitsterven, zal binnen luttele miljoenen  jaren een nieuwe intelligente soort onze vrijgekomen niche innemen en zich straks over ons verbazen (de chimpansee staat klaar als onze opvolger). Als wij zelf overleven zullen wij biologisch en cultureel zo anders geworden zijn, dat wij ons evenzeer zullen verbazen over die vreemde wezens die iets simpels als het midden-oosten conflict niet konden oplossen.

Met dit in het achterhoofd kunnen we kijken naar het nut van het waarde-oordeel dat Crutzen verbindt aan zijn op zich schone concept van het antropoceen:

Ik ben pessimist. [….] Over de toekomst zeg ik maar niet te veel. Mijn kleinkinderen moeten haar nog meemaken. Maar het gaat me zeker aan het hart. […] Zelfs we ophouden met kinderen maken, stopt de invloed van de mens niet […] Het is niet alleen met hoevelen we zijn maar ook de manier waarop. Om te beginnen zou een stap terug voor ons in het westen geen slecht idee zijn.

Axioma
Aha! Hier ontpopt Crutzen zich als de filosoof van de krimp en van het consuminderen. Herhaaldelijk pronkt hij met zijn sobere levensstijl: geen auto, wandelen naar het instituut. Wél kinderen en kleinkinderen. Ai, een kleine zonde. Onze uitstoot van kooldioxode vormt de basis van Crutzens depressie (want wat is pessimisme anders dan een depressie?): “onze CO2-uitstoot moet met 60 tot 80% terug en Kopenhagen heeft laten zien dat wij mensen niet in staat zijn dit soort problemen aan te pakken.” Typisch voor een man van de computermodellen – Crutzen begon zijn wetenschappelijke loopbaan als computerprogrammeur – doet hij ook niet de geringste poging de fundamentele werking van CO2 uit te leggen. Dat is in zijn denken een axioma.

Verder is er nergens maar dan ook helemaal nergens een argument voor of tegen zijn pessimistische wereldbeeld te vinden. Het is er gewoon. Ik denk pessimistisch, dus ik besta! Nergens legt hij uit waarom er niet gewoon een antropoceen zou mogen zijn. Een mooi tegengeluid is onderstaande conference van de recent overleden cabaretier George Carlin:

De mens is niet als Fremdkörper door buitenaardse wezens op deze aarde gepoot. We zijn ook niet het gevolg van een snelle ongelukkige mutatie. Nee we zijn eerst in enkele miljoenen jaren geëvolueerd van een aapje tot een proto-mens en vervolgens in vier honderdduizend jaar tot wat we nu zijn. En na dit “eeuwigdurende” proefdraaien, zijn we nu een klein beetje machtig ja. Misschien zo machtig als de mieren en de grassen die met ons tot de extreem succesvolle GOED gelukte soorten behoren, die het vermogen hebben de aarde te koloniseren. Waarom zouden we NIET het recht hebben de aarde in te richten naar onze smaak?

Tipping point
Waarom zouden we niet een invloed mogen nemen die vergelijkbaar is met een geologisch tijdvak zoals het krijt. Waarom zouden we niet over honderd miljoen jaar te boek mogen staan als de mens, waarmee dan zowel onze soort wordt aangeduid als ons in de bodem terug te vinden tijdvak. Waarom mogen wij niet wat een oerdom stofje als krijt wel mag? Omdat wij de aarde zoveel sneller veranderen? Het ijs van de ijstijden heeft in enkele honderduizenden jaren Scandinavië platgewalst en “onthoofd” en de maagdelijk glooiende Alpenheuvels vervormd tot grauwe donkere U-dalen. Waarom mogen wij niet wat een oerdom stofje als bevroren water wel mag? Omdat we het nog sneller doen? De komeet die insloeg in Yucatan was misschien het tipping point waardoor processen in gang werden gezet die leiden tot het uitsterven van de dinosauriërs. Waarom mogen wij niet in een paar honderd jaar doen wat een komeet in een factie van een seconde doet?

Hoewel Crutzen geen uitleg geeft voor zijn pessimisme, heeft een goed verstaander genoeg aan één cruciale passage in het interview:

Crutzen: “In zekere zin is de mens sterker dan de aarde. Wij veranderen de planeet blijvend.”

Van Calmthout: “En niet ten goede?”

Crutzen: “In elk geval niet doelgericht”

Hebbes! Hier ontpopt Crutzen zich als de rationalist die maar geen vrede kan hebben met de willekeur, de doelloosheid en de irrationaliteit van mens en natuur. Juist wetenschappers en techneuten zouden verliefd moeten zijn op de serendipiditeit, die zoals algemeen bekend is altijd tot de mooiste ontdekkingen en vernieuwingen leidt. Mijn vorig jaar overleden vader was tegen de aandelenbeurs (hoewel hij er als salonsiocialist natuurlijk wel handelde), niet omdat de aandelenbeurs niet werkt, maar omdat het irrationeel is. Idem voor de vrije markt. Idem voor concurrentie. Dat twee producenten precies dezelfde producten maken is volstrekt knots. Nee, ik ken deze gedachtewereld van dichtbij. De mensen die dit aanhangen geloven pas echt in de macht van de menselijke vorm van intelligentie boven de intelligentie van de kosmos/natuur. Lees om dit beter in kaart te brengen snel Henk Tennekes’ Sermom How to speak with wisdom,  en raak geïnspireerd door zijn parabel van het beschadigde berkenboompje.

Dat Crutzen het ooit na een kinderziekte, via de MTS, een huwelijk met een Finse, een baantje als computerprogrammeur op de vakgroep meteorologie van de Universiteit van Stockholm tot Nobelprijswinnaar schopte is een prachtig voorbeeld van serendipiditeit. En toch werd hij de man van de maakbaarheid die met een computermodel de wereld redde van een wisse ondergang door UV-stralen (lees Junkscience.com nog even).

Een reusachtig succes waar ik nog steeds trots op ben. […] Na de ozonlaag dachten we dat we alles aankonden, maar mooi niet. We waren wel wat naïef. Veel problemen kunnen we op papier wel oplossen. Maar het gebeurt gewoonweg niet, en vooral omdat we onze enorme welvaart niet willen opgeven. Mensen willen genieten.

Schitterend gewoon! Een roman waardig. Een Bildungsroman van de hoogste orde. Want het verhaal gaat nog verder. De rationele kluizenaar, die door de milieubeweging en de tijdgeest een podium en een zak geld kreeg die hem een bijna Faustische Werdegang opleverde, is weer terug in zijn wetenschappelijke grot. Zelfs als vader van de geoengineering waarbij injectie van zwavel in de stratosfeer de aarde weer kan afkoelen, zoekt hij het podium niet meer. Alleen als laatste redmiddel als de unstoppable warming doorzet, mogen we hem en zijn methode van stal halen. Hij doet nu weer fundamenteel onderzoek:

Crutzen: “Ik ben bezig een programma op te zetten over de chemie van de bovenste lagen van de oceanen. Daar zie je talloze, heel interessante processen, intern en in uitwisseling met de atmosfeer, waar we nog maar heel weinig van af weten.”

Van Calmthout: “Van belang voor ons overleven?”

Crutzen: “Vooral van fundamenteel belang”

Van Calmthout: “En de invloed van de mens?”

Crutzen: “Die is daar relatief klein. Ik moet zeggen dat dat ook wel eens prettig is. gewoon fundamenteel onderzoek waar het niet om de mens of het milieu draait.”

Dit is zo cruciaal wat hier gezegd wordt! Zo oneindig veelbetekenend. De onderzoeker die erkent hoe verdomd weinig we weten. Die niet plastic afvalbergen of oceaanverzuring met de haren in zijn betoog sleept, maar die gewoon fundamenteel nieuwsgierig is. Die blij is weer eens lekker fundamenteel eerlijk “normaal” onderzoek te mogen doen zonder het politiek gemotiveerde gekrakeel over mens en milieu (de “post-normale” arena).

En zijn kleinkinderen? Moeten we ons echt zorgen maken over Crutzens kleinkinderen in een door een CO2-ramp vernietigde wereld? Als de kleinkinderen niet collectief in Barendrecht gaan wonen, komt het helemaal goed met Crutzens pessimistische genen…

Van Calmthout: “Wat heeft u eigenlijk met het geld gedaan?”

Crutzen: “Op de bank gezet, en daar is het nog. Voor de kinderen en kleinkinderen, als er wat nodig is.”

Van Calmthout: “Niet aan de wetenschap besteed?”

Crutzen: “Mijn soort wetenschap doe je hoofdzakelijk met potlood en papier, en met je hersens. Geef me een kantoor, een computer en een halve secretaresse, en mij hoor je als theoreticus niet meer.”

Eureka
Het is duidelijk: genieten is aan een pessimist als Crutzen niet besteed. Hij zal niet gauw vragen om een héle, liefst rondborstige, secretaresse of twee. Laat staan de 70 maagden die islamitische martelaren worden beloofd. Nee, gewoon een “halve secretaresse” en een snelle computer als speeltje. Zónder energieslurpende snelle videokaart en liefst met groen-zwart beeldscherm en command line interface. Als wereldwijd een honderdtal klimaatonderzoekers bereid zou zijn hun faustisch opgezwollen carrières met hun conferenties in van prostituees overlopende oorden te verruilen voor het teruggetrokken leven van de zuivere rationalistische kluizenaar, dan zie ik een hele nieuwe snelle en ultragoedkope oplossing voor het klimaatprobleem opdoemen.