Wanneer vanaf nu de temperatuur verder gaat dalen, is de publicatie van Climategate-wetenschappers Phil Jones en Keith Briffa van belang in Quaternary Science Reviews 29: 522-538, met Bo Vinther als lead author. Het is een punt waarop Salomon Kroonenberg al wees tijdens de hoorzitting vorige week in de Tweede Kamer: de Middeleeuwse Warmteperiode en de mate waarin natuurlijke factoren tot de opwarming leiden die tot 1998 duurde.

De auteurs schrijven in de samenvatting dat de Middeleeuwse warmteperiode even warm was als de periode na 1920, maar verder op in het artikel schrijven zij dat de periode van 900 tot 1300 ‘were as warm as or slightly warmer than present day Greenland temperatures’.

Herkauwen?
Dat Groenland vroeger warmer was dan nu, is in principe oude koek. Uit ijskernanalyses, genomen tot 1995 van Dorthe Dahl-Jensen in Science (282: 268-271) kwam een beeld naar voren van een Groenland dat 1 graad warmer was dan tijdens de experimenten. Geen verrassing dus. Het bestaan van warme en koele periodes in de historische geschiedenis is een standaarditem in ieder tekstboek over geologie en Paleo-ecologie, zoals mijn exemplaar van ‘The Holocene’van Neil Roberts.

Hoe regionaal is uw regio?
De vraag in het debat gaat vooral over het volgende: trad die periode overal tegelijk op? Is er dus één zogenaamde forcing die overal de zelfde effecten laat zien op de zelfde tijdstippen.


De AGW-aanhangers stellen van niet, Bo Vinther stelde dit ook in Nature op basis van de zelfde methode met zuurstof 18-isotopen in ijskernen. De andere roemruchte warmteperiode waarin het twee graden warmer was dan nu, het Holocene Klimaatoptimum zou eveneens niet overal gelijktijdig optreden. Maar aan het optreden van die warmteperiodes valt tegelijk moeilijk te ontkomen, evenals het feit dat ze over de hele wereld zijn gevonden.

Alpen
Briffa liet al in 1992 in Climate Dynamics zien dat Scandinavische zomers warmtepieken lieten zien in de periode tussen de elfde en veertiende eeuw, met een gemiddeld warmere periode.Die Middeleeuwse warmte is ook terug te vinden in de Alpen, zoals blijkt uit het Journal of Paleolimnology in 2000, na een analyse van 2000 jaar koolstof en zuurstofisotopen in het meer van Neufchatel.

Chinezen
In Siberie was het ook Middeleeuws warm, van 850 tot 1200, zo bleek uit de paper van Naurzbaev et al in het Journal of Geophysical Research in 2000. Ook de Chinezen kenden een Middeleeuwse warmteperiode. Dat blijkt niet alleen uit de oogstverslagen van het keizerlijke hof, maar ook uit onderzoek aan de magnesium/strontium-verhouding in stalagmiten in grotten. Vooral rond het jaar 800 valt een sterke opwarming waar te nemen.

In Peru vinden onderzoekers na 900 in de Andes een sterke toename van warmteminnende planten, in Zuid Afrika toonden Tyson et al in 2000 al een Middeleeuwse Warmteperiode aan van 900 tot 1300.

Meer warmteperiodes
Afgeleid uit fossiele boomresten, die voormalige gletsjers verspreiden in de Alpen kwam bovendien het beeld van een gebergte dat regelmatig warmere periodes kende dan nu, zoals Joerin et al publiceerden in the Holocene in 2006 (nr 16. p 697-704). Dat vaker warme periodes optraden blijkt ook uit onderzoek van Susan Crockford aan fossiele resten van zeehonden die tijdens het Holocene optimum vele honderden kilometers noordelijker leefden. Van Siberie tot Alaska, dat is op zijn minst een erg grote regio. Maar uniform zijn die data niet.

Proxy
Het probleem is dat warmte en koelte weliswaar overlap vertonen, maar niet overal exact tegelijk plaatsvinden volgens de proxy-records, dus de data uit ijskernen, sedimenten uit meren, ijsscheuren, boomringen en stuifmeel. Vandaar dus ook het regio-argument van AGW-aanhangers: De Middeleeuwse opwarming die bijvoorbeeld de Vikingen deed boeren op Groenland was een ‘regionaal’verschijnsel, en hier zat geen eenduidige opwarmingsfactor achter, zoals je die wel bij CO2 nu zou zien.

Toch, als je wereldwijd op zowel het zuidelijk halfrond als het noordelijk halfrond die warmte terug kunt vinden, met een zekere overlap en je houdt de fundamentele onnauwkeurigheid van veel proxy’s in het oog: hoe regionaal is je regio dan nog?

Black hole sun
Wat dit en ander onderzoek bevestigt, en waar ook Bas van Geel op wees tijdens de hoorzitting vanuit zijn expertise als paleo-ecoloog: zonder CO2 kun je hogere temperaturen krijgen dan nu waargenomen, en meestal was meer de zonne-activiteit hiervan de oorzaak. In principe ga je met die aanname ook uit van een hoge ‘klimaatgevoeligheid’. Maar het AGW-argument hanteert eigenlijk de zelfde aanname als veel sceptici doen. Een kleine verstoring, of het nu de zon is of CO2 kan een klimatologische verandering teweeg brengen die globaal meetbaar is.
Wat ik veel wetenschappers dan ook hoorde verklaren, die zelf geen studie van AGW hadden gemaakt maar het desondanks aanhangen is het volgende: het kan niet zo zijn dat alle vrijgekomen CO2 die miljoenen jaren in fossiele lagen is opgebouwd geen effect heeft. Zo kun je de steun van ‘duizenden wetenscahppers’, Kees Vendrik’s favoriete mantra tijdens de hoorzitting naast ‘wat als het nog erger is’grotendeels verklaren. Zij nemen het aan.

Gezien de abnormale zonneactiviteit van de laatste decennia valt voor beide ‘forcings’wat te zeggen, en de komende jaren zullen we zien wat er gebeurt. Als er meer warmte in het systeem komt, terwijl de zon er de brui aan geeft moet CO2 toch een grotere rol spelen dan sceptici willen toegeven. Zo nee, dan blijft de klimaattrein alsnog doordenderen omdat het prestige van teveel mensen aan deze theorie kleeft. Wetenschap schrijdt voort met iedere begrafenis.