carbonpositive

In oktober 2006 hield de Copenhagen Consensus een bijeenkomst bij UNICEF in New York. Bij het persbericht van die meeting (download pdf) was een top 40 prioriteitenlijst van wat we met 50 miljard dollar zouden moeten doen om de wereld een betere plek te maken. Bovenaan: gezondheidszorg, drinkwater, hygiëne, AIDS en baby- en peutervoeding. Helemaal onderaan op de veertigste plaats: klimaatverandering. Waarbij moet worden aangetekend dat de leider van deze think tank Bjørn Lomborg geen klimaatscepticus is. De economische berekeningen zijn gebaseerd op het IPCC.

Vandaag schrijft de altijd alarmistische The Guardian een lang verhaal (link) over Carbon Positive, het nieuwe klimaatinitiatief van UNICEF.  Lees deze misselijkmakende onwetenschappelijke nonsens en huiver:

We know climate change is already happening. And we know it is children in poorer countries – those least responsible for carbon emissions – who are feeling the heat. The work Unicef does with children on the ground, day in day out, to help pick up the pieces after the latest flood, hurricane, disease outbreak and drought pays testament to this.

Gelukkig is de UNICEF-site voor Carbon Positive (link) vele malen minder tendentieus, maar het blijft vreemd dat ik met spaarlampen en carpoolen kinderen in de derde wereld van AIDS en malaria zou kunnen genezen. Nee, hier rijst echt het vermoeden dat er om een of andere reden juist niets of tenminste te weinig aan deze echte problemen gedaan wordt. We betreden dan het terrein van de filmmakers Ann McElhinney & Phelim McAleer, die in hun documentaire Noteviljustwrong laten zien hoe zeer juist arme gezinnen de dupe worden van zogenaamd goedbedoelende milieufanaten.

Plek onder de zon
De titel van de genoemde film komt van de zwarte leider Roy Innis van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Congress for Racial Equality. “I don’t think these people are evil, they are just wrong”, waren zijn gevleugelde woorden over Al Gore en de milieubeweging. De controverse is hier natuurlijk of de elite de massa tegen zichzelf moet beschermen door een dam op te werpen tegen de uitdijende milieuvernietigende welvaart en consumptie, of dat we – niet overtuigd van het milieudoemdenken – moeten streven alle aardbewoners hun plek onder de zon, een flinke dosis welvaart en een puike gezondheid te bieden.

Zolang bovengenoemde discussie abstract blijft, komen de meeste milieudenkers er wel openlijk voor uit dat de aarde te vol is en dat er eigenlijk maar plaats is voor ongeveer een half miljard mensen. Slechts weinigen durven het aan om dit door te rekenen en ook echt te benoemen wat er dan nodig is. Keith Farnish deed het in zijn boek A matter of Scale:

“The only way to prevent global ecological collapse and thus ensure the survival of humanity is to rid the world of Industrial Civilization.”

Totale ontwrichting
Mede-blogger Jaap Hanekamp haalt steevast een studie aan waaruit blijkt dat bij het radicale milieuprogramma totale maatschappelijke ontwrichting met zich meebrengt. De mensen die het hardst schreeuwen dat ons huidige levenspatroon wel uit moet lopen op een complete ecologische ineenstorting, lijken niets meer en niets minder te willen dan totale maatschappelijke ineenstorting. Je krijgt daarbij al gauw de indruk – en soms geven ze het zelfs toe – dat deze mensen de grote sterfte in arme landen niet als een probleem zien: er zijn toch te veel mensen. Dit is de gedachtenlijn die je vandaag de dag dus uitgerekend bij UNICEF ziet opduiken als zij via onze carbon footprint iets aan de schrijnende problemen van arme kinderen wil doen.

Waarom?
Waarom de vreemde nonchalance ten opzichte van echte problemen van stervende kinderen NU en het fanatisme waarmee mensen strijden voor stervende kinderen van overmorgen. Waarom is het milieu van morgen belangrijker dan de mensen van nu? Waarom is dit zo, als alle voor een verre toekomst voorspelde milieurampen sinds Malthus nooit zijn uitgekomen? Waarom deze verziendheid?

Steven Chu
Ik zie me gedwongen terug te keren naar de recente lange toespraak van de Amerikaanse klimaat-tsaar Steven Chu. In mijn vorige artikel over deze veelzeggende toespraak, hebben we gezien dat hij allerminst een milieudoemdenker is. Meer de optimistische lijn van een Pieter Winsemius. Psychologisch is het eigenlijk nog vreemder hoe deze optimisten, die dus niet terug willen naar de oertijd, ertoe komen de focus voor de problemen van NU te verruilen voor allerminst bewezen problemen van morgen.

Afsluiting van Chu’s toespraak voor ORNL

Laten we eens analyseren wat Chu hier zegt. Hij eindigt zijn speech met een quote van Martin Luther King uit zijn gedenkwaardige speech uit april 1967 ter bespoediging van het einde van de Vietnam-oorlog (lezen!) waarin zovele zwarte Amerikanen zinloos sneuvelden:

We are now faced with the fact that tomorrow is today. We are confronted with the fierce urgency of now. In this unfolding conundrum of life and history there is such a thing as being too late.

Chu gebruikt deze quote van de King om te beklemtonen dat de klimaatcrisis een hoge menselijke tol zal gaan eisen. Hij zegt letterlijk – en ik verbaas me daar ernstig over – dat Kings woorden nog meer van toepassing zijn op de klimaat- en energiecrisis dan op de Vietnamoorlog! We moeten haast maken. De 60 tot 80 jaar die we nodig hadden voor zowel de omschakeling van hout naar kolen als de omschakeling van kolen naar olie en gas, die hebben we nu niet. “It will take 20, 30, 50 years”, aldus Chu.

10 jaar!
Aha! Het focussen op de overschakeling naar duurzame energie gaat dus puur om het versnellen van een proces wat de markt in 60 tot 80 jaar doet naar 20 tot 50 jaar. Dat is de reden dat de optimisten de concrete problemen van nu willen veronachtzamen. We zwijgen over het feit dat er deze week weer honderden kinderen sterven aan ondervoeding, slechte hygiëne en malaria omdat optimisten zoals Chu 10 jaar of hoogstens enkele decennia tijdwinst wil boeken met de overgang naar duurzame energie!

In feite heb je dus twee soorten milieu(doem)denkers:

  • degenen die hongerige en zieke kinderen NU laten stikken, omdat zij de civilisatie willen ontmantelen om als sterk gekrompen mensheid terug te keren naar de oertijd;
  • degenen die hongerige en zieke kinderen NU laten stikken, omdat zij de civilisatie ongehinderd in een bepaalde richting vooruit willen jagen op basis van bewezen ineffectief milieubeleid voor onbewezen toekomstige milieuproblemen.

Beide gevallen lijken me even vreemd en even jammer. Mijn ultieme ethische testvraag is altijd de volgende situatie: je ziet een kind een bal achterna rennen de straat op; er raast een auto naderbij; je kunt het kind van een wisse dood redden door het te grijpen; maar er komt een op Al Gore lijkende man op je af die met een charismatische stem tegen je zegt: “Trek nu je portemonnee en geef me 50 euro om het instorten van deze hele woonwijk over 100 jaar te vermijden”.

In feite is het antwoord op deze testvraag niet te geven. Het is dan al te laat. Alleen het feit dat deze man tegen je praat maakt al dat je het kind niet hebt kunnen redden. Ik zit echt ernstig in mijn maag met die tendensen die je in zo’n UNICEF-campagne terugziet. Ik heb al een keer een rel ontketend op deze site door een parallel te leggen tussen de oorlog en dingen die er nu gebeuren. Ik wil niet in herhaling vallen. Toch kan ik er niet omheen te wijzen op de hele vervelende historische rol van de Amerikaanse progressieve beweging aan het begin van de twintigste eeuw. Daar is recent dit boek over verschenen.

De manier waarop de progressieve optimisten “gemene zaak” maken met de radicale milieudoemdenkers zit me gewoon niet lekker. Eerder in zijn speech haalde Steven Chu Paul Ehrlich aan met zijn boek The Population Bomb uit 1968. De ultieme onverbeterlijke milieudoemdenker Ehrlich anticipeerde niet op de groene revolutie en dus ging zijn voorspelling de mist in. Chu roemt vervolgens een uitspraak van “iemand van een Brits wetenschappelijk genootschap”, die geschrokken van de theorieën van Malthus in 1898 scheikundigen opriep iets te bedenken om de bodem met stikstof te verrijken. Dat moet wel de William Crookes zijn geweest die we in het verbazingwekkende historische essay Tod aus Luft tegenkomen.

Noemt Chu de naam Crookes niet omdat deze in zijn tijd een vreselijke blanke racist was? Lees hoe Crookes zijn oproep formuleerde:

The fixation of nitrogen is a question of the not-far-distant future. Unless we can class it as among certainties to come, the great Caucasian race will cease to be foremost in the world, and will be squeezed out of existence by races to whom wheaten bread is not the staff of life.

De tijden zijn veranderd. De huidige tijd is in niets vergelijkbaar met de eerste helft van de twintigste eeuw. Het is ultieme winst dat je dergelijke uitspraken die toen absoluut salonfähig waren, nu echt niet meer kunt zeggen. Ik zou graag zien dat ook niet meer gezegd mag worden dat er op deze aarde maar plaats is voor 500 miljoen mensen. Ik zou graag zien dat we geloven in geleidelijke vrijwillige geboortebeperking en dat we samen solidair werken aan welvaart (inclusief auto, TV en vakantietoeslag) voor iedereen.

Waarom nemen schitterende humanisten zoals Jimmy Carter en Bill en Melinda Gates tegenwoordig het voortouw bij het oplossen van de echte problemen? Waarom wekken de VN en de westerse regeringen toch tenminste de schijn op dat ze liever eindeloos vergaderen over fictieve toekomstige problemen? Is het de bureaucratie? Is het het ingebakken progressivisme?

Ik weet het niet. Ik wil er geen harde uitspraken over doen. Ik zit ermee in mijn maag.