Alexander Rinnooy Kan volgens Siegfried Woldhek

Pas gisteren hoorde ik D66-kopstuk Alexander Rinnooy Kan op BNR het SER-advies Duurzaamheid toelichten, dat volgens de SER-website al op 21 mei is verschenen.  Het hele document kun je downloaden via deze link. Hier richt ik me even op de samenvatting van 8 pagina’s (download pdf). Rinnooy Kan was zoals ik onlangs vaststelde in de recente Telegraaf lijsttrekkerskrant de enige van alle partijen met een pleidooi voor duurzaamheid, waarbij we met Pieter Winsemius vaststellen dat het duurzaamheidsstreven een onderstroom is geworden. Als ik die SER-samenvatting lees slaat me als klimaatscepticus de angst om het hart. Graag houd ik die tekst omhoog om te laten zien dat vanuit sceptisch oogpunt regeringsdeelname van D66 en GroenLinks een heuse nachtmerrie zal zijn.

Cramers geest uit fles
Het enge van zo’n SER-tekst is dat het laat zien hoe radicaal, nee revolutionair nu voor duurzaamheid wordt gepleit, zonder ook maar een poging de urgentie van het tegengaan van klimaatverandering verder te onderbouwen. Wetenschap komt in zo’n tekst niet meer voor. Zelfs de zogenaamde “consensus onder duizenden wetenschappers” wordt niet meer genoemd. Die tekst belichaamt in alles de thematiek die ik heb aangesneden in het artikel Het verband tussen meritocratie en klimaathysterie, waarbij het niet hoeft te verbazen dat we Alexander Rinnooy Kan tegenkomen op de 19e plaats van de meritocratische Duurzame 100. Jacqueline Cramer staat 35e op die lijst en dat is na haar politieke Waterloo zeker goed voor een goed belegde boterham in de duurzame industrie. Zoals Wijnand Duyvendak (nr. 74 op de lijst) laatst ineens terug was in de kamer ter verdediging van zijn kolenwet (link), is de geest van Cramer met dit door haar aangevraagde SER-advies ook weer helemaal uit de fles.

Humanistisch principe
Onder de streep zal ik enkele inhoudelijke elementen uit de samenvatting lichten, waarbij ik aanteken dat het allemaal prima was als er tenminste één paragraaf was waarin stond: als we dit allemaal niet doen dan gaan we naar de knoppen en wel hierom. Helaas stel ik vast dat de tekst in alles ademt wat ik heb aangeklaagd in mijn artikel Voor 10 jaar tijdwinst laten we deze kinderen stikken. Denk in de geest van de makers van de documentaire Noteviljustwrong, van Bjørn Lomborg en van Greenpeace-oprichter Peter Moore altijd aan de arme mensen die we laten stikken met onze egotistische duurzaamheidswaan (die – ik herhaal – prima zou zijn als er maar enig bewijs was dat we met z’n allen naar de haaien gingen door CO2). Klimaatsceptiscisme is een humanistisch principe (zie de videocollectie John Christy voor de Tweede Kamer).

Becommentarieerde fragmenten uit de samenvatting van het SER-advies duurzaamheid

De financiële en economische crisis en de daaraan voorafgaande crises op het gebied van voedsel, energie en andere natuurlijke hulpbronnen zijn duidelijke signalen dat er structurele veranderingen in de wereld noodzakelijk zijn.

Me dunkt dat er voornamelijk sprake is van voorafgaande voorspelde maar achteraf niet reëel gebleken crises. Waarom horen we daar nooit wat over? En waarom zit iemand als Bernie Madoff in de bak en lopen Paul Ehrlich en Maurice Strong vrij rond?

De SER acht het van groot belang de crisis aan te grijpen voor een herbevestiging van het belang van duurzame ontwikkeling. Business-as-usual is geen optie, en de hele economie zal structureel moeten verduurzamen. Daar moet meer werk van worden gemaakt.

Deze passage toont fraai hoe stellig wordt geponeerd zonder enige onderbouwing. Waarom is business-as-usual geen optie? Met John Christy zien we dat we het juist fantastisch doen op deze aarde. We hebben een hele set bewezen best practices van binnen industrie, wetenschap en politiek – en zelfs de financiële instituties leren van gemaakte fouten – waarmee we nu welvaart voor de hele wereld kunnen genereren. Net zoals gisteren wil ik hieraan toevoegen het uitstekende must read-artikel van Camil Driessen in De Pers: “Die Chinezen zijn zo gek nog niet“.  Business as usual is nooit een optie. Je moet altijd willen leren en evolueren. Maar hoe is het toch in godsnaam mogelijk dat eerwaarde heren zoals Rinnooy Kan een groene  revolutie prediken waarbij we werkelijk alles wat we hebben op het spel zetten simpelweg omdat alles wat zij willen onbewezen practices zijn of zelfs gefaalde practices zoals de subsidiëring van windmolens en zonnepanelen?

De dynamiek van economische groei is noodzakelijk om de maatschappelijke investeringen in duurzame ontwikkeling te dragen.

Hier in een zin de reden waarom Europa er niet in slaagt om de Lissabon Strategie te volgen. Als je de wonderlijk mooie economische groei ziet als een pakezel die je kunt belasten met willekeurig wat voor toefta’s totdat het beest net niet door zijn enkels zakt, dan worden we zo gruwelijk ingehaald door China, India en Brazilië dat de Brazilianen over 100 jaar naar de Veluwe komen om ons ervan te weerhouden onze boeken te kappen voor de houtkachels die we dan weer massaal benutten. Hoe ziet Willem Vermeend dit?

Nederland scoort maar matig als het gaat om de omzet van schone technologieën. Nederland dreigt de boot te missen in een van de grootste mondiale groeimarkten van de toekomst, terwijl ons land nota bene over een groot aantal bedrijven beschikt die uitstekend gepositioneerd zijn om leidende posities van de wereldmarkt van schone technologie in te nemen. Het beleid zal daarom moeten aangrijpen op de onderliggende faalfactoren.

Prachtig die nieuwe newspeak woorden zoals “faalfactor”. Dan weet je echt dat we niet ver meer verwijderd zijn van een Soviet-economie. Sinds wanneer moet een land op voorhand in een bepaalde sector leidend zijn? Hebben we geen vrije markt? En is het niet zo dat zo lang de lonen bij ons zo hoog zijn, het economisch gewoon beter is dat de Chinezen onze gesubsidieerde windmolens en zonnepanelen bouwen? Waarom moeten we daar leidend in zijn. Waarom niet zoals Boris van der Ham terecht stelt in iets als de gaming industrie of gewoon de good old landbouw en veeteelt? Over 50 jaar als wij een lagelonenland zijn dan bouwen wij die windmolens wel voor het dan rijkere China.

Een van die faalfactoren is dat er onvoldoende kapitaal beschikbaar is voor schone technologie, vooral in de vroege ontwikkelingsfase. Investeerders trekken zich dan terug uit Nederlandse schone technologie en kiezen voor andere Europese landen. De raad is van mening dat kennis- en vernieuwingsinvesteringen, en dan in het bijzonder ecoefficiënte innovatie, binnen de begroting een zwaarder accent moet krijgen.

Kijk hier heb je de koe bij de horens. De vriendjes in de duurzame industrie (zie Duurzame 100) moeten natuurlijk geholpen worden met een stabiel financieel klimaat waarbinnen zij hun carrières zakkenvullend kunnen uitzingen tot hun goudgerande pensioen en ons economische bankroet. Als de vrije markt een andere richting wil kiezen, moet de overheid dwingend Soviet-style die duurzame zware industrie Stalin-style uit de grond stampen en die milieukolchozen overeind houden. Is er nog iemand die zich afvraagt of het niet zo is dat de muur is gevallen en dat we dachten juist bevrijd te zijn van de economische waanzin? The Great Global Warming Swindle heeft destijds natuurlijk al prachtig laten zien, dat we dit gedachtengoed inderdaad niet zijn kwijtgeraakt met de val van de muur. De CO2-stijging en de opwarming van de tachtiger en negentiger jaren was de toevallig op het juiste moment passerende anti-kapitalistische trein.

De SER vindt het daarbij van belang dat de innovaties gericht zijn op gebieden waar Nederland in het verleden heeft bewezen goed in te zijn en daarmee internationaal kan floreren. Een voorbeeld zou kunnen zijn de ontwikkeling van een (gedeeltelijke) biobased economy. De SER zal hier specifiek over adviseren.

Sinds wanneer is een biobased economy een gebied waar Nederland in het verleden heeft bewezen goed in te zijn? Ik dacht dat Brazilië dat was. Ik dacht dat Nederland goed was in andere dingen. Misschien vergis ik me. Anderzijds: geschiedvervalsing is natuurlijk een vast onderdeel van elke revolutionaire politiek.

Het kabinet geeft in zijn kabinetsaanpak duurzame ontwikkeling (KADO) aan naar een duurzame economie toe te werken door ondersteuning van koplopers, nationale en internationale samenwerking en een sterke inzet op innovatie. Daarnaast beoogt het transitiebeleid door het stimuleren van systeeminnovaties verduurzaming van de economie te bevorderen.

Kreeg ik gisteren nog het verwijt dat ik niet mocht zeggen dat de PvdA zich wederom als Sinterklaas presenteert (waarbij ik netjes aangaf dat het helemaal prima is om in Sinterklaas te geloven, want misschien bestaat ie echt), lees ik vandaag in het stuk dat PvdA milieucoryfee Cramer in haar tijd de allermooiste meritocratische toefta afkorting heeft verzonnen: KADO – kabinetsaanpak duurzame ontwikkeling! Say no more.

Samenwerking tussen ondernemingen is veelal noodzakelijk in de realisatie van duurzame ontwikkeling, maar deze samenwerking mag een gezonde mededinging niet belemmeren. Volgens de raad is er binnen het huidige mededingingsrecht ruimte voor samenwerking om niet-economische belangen te realiseren. Wel is meer transparantie nodig over de positie van producenten in het kader van duurzaamheidseisen. Een veelgehoorde klacht in de visserij is dat het mededingingsrecht duurzame ontwikkeling belemmert. Volgens de raad is mededingingsrecht hier misschien wel een beperkende factor, maar valt dit nauwelijks als hoofdprobleem aan te wijzen. Er zijn in deze sector verschillende oplossingsrichtingen mogelijk, waaronder ook publiekrechtelijke routes om sociale en ecologische doelstellingen te adresseren.

Een mogelijk knelpunt is wel dat ondernemingen onzekerheid ervaren over wat wel en niet mag volgens het mededingingsrecht. Volgens de raad is het dan ook van belang dat er zo veel mogelijk transparantie bestaat over de grenzen van het mededingingsrecht en de wijze waarop niet-economische belangen worden meegewogen. De mededingingsautoriteiten kunnen hieraan een bijdrage leveren door heldere richtsnoeren, toelichting aan ondernemingen en de publicatie van informele zienswijzen.

Tja en dan wordt afsluitend nog even en passant aangegeven dat die hele basis van de gouden combinatie van kapitalistische productiewijze mét zeer strikte mededingingsregels (die wij in Europa pas kort streng hanteren dankzij Neelie), waaraan wij alles wat we hebben te danken hebben, met een korreltje zout genomen moet worden als het gaat om duurzaamheid. Op dit gebied moeten toch kartels gevormd kunnen worden anders gaat dat natuurlijk nooit lukken met die kolchozen.

Nee, ik blijf erbij. D66 op onderwijs en de Duurzame 100 van GL tot VVD: handjes af van de economie (tenzij ons natuurlijk een enorme milieuramp Paul Ehrlich-style wacht… waarvoor ik samen met alle mede-sceptici graag meer dan circumstantial evidence zie).