Vanochtend is overal op het web het volgende ANP-berichtje te lezen:
Rijkswaterstaat heeft extra strooizout ingeslagen als voorbereiding op de winter. Dat heeft een woordvoerster van de organisatie woensdag laten weten. Normaal begint Rijkswaterstaat de winter met ongeveer 60.000 ton strooizout in de opslagloodsen, nu is dat 90.000 ton.
De extra voorraden zijn aangelegd met in het achterhoofd de ervaringen van de vorige winter. Toen ontstond door aanhoudende sneeuwval op diverse plaatsen schaarste aan middelen om de gladheid te bestrijden. ,,En dat willen we dit jaar voorkomen,” aldus de zegsvrouw. Het strooizout ligt opgeslagen in loodsen in heel Nederland.
In mijn boek (dat nu bij de uitgever ligt om persklaar gemaakt te worden, verschijningsdatum op z’n vroegst begin november) maak ik een korte opmerking over de afgelopen strenge winter met veel sneeuw. Ik vraag me hardop af of het gebrek aan strooizout iets te maken heeft met de verwachting (bij beleidsmakers) dat het Nederlandse klimaat maar een kant op kan gaan, namelijk warmer worden met als gevolg minder sneeuw.
Het is in een passage die gaat over het werk van Roger Pielke sr. Hij is zoals bekend bij veel lezers een voorstander van de ‘vulnerability approach’. Dit houdt in dat je simpelweg kijkt welke weersextremen in het verleden zijn voorgekomen en dat je ervan uitgaat dat zulke extremen weer kunnen optreden. In plaats van blind varen op scenario’s uitgevoerd met klimaatmodellen bereid je je dus voor op basis van ervaringen uit het verleden. Anders gezegd, je gebruikt gewoon je gezonde verstand. Dat is nodig zolang de regionale klimaatprojecties geen aangetoonde ‘skill’ hebben (voorspellende waarde). Een goede beslissing dus van onze overheid.
Dat extra strooien geen overbodige luxe is bewees afgelopen sneeuwrijke winter. Er vielen veel meer gewonden dan normaal.