Robbert Dijkgraaf

Louise Fresco

Maarten Hajer

Het IPCC hamert in zijn communicatie altijd op de zeer hoge wetenschappelijke normen die het hanteert bij het samenstellen van de 6-jaarlijkse rapporten. Ook wordt eindeloos herhaald dat er nu werkelijk volledige consensus is onder wetenschappers. Het is in het IPCC alles wetenschap wat de klok slaat.

Maar dat is helemaal niet zo!
Tenminste als we Robbert Dijkgraaf, Louise Fresco, Maarten Hajer en Leo Meyer mogen geloven. Dat ze dit weten is niet zo verwonderlijk, ze hebben er diepgaand onderzoek naar verricht, maar dat ze het alle vier binnen twee dagen ook voor een volle zaal volmondig beamen is toch wel uitzonderlijk.

VVM en VROM over de klimaatwetenschap na Climategate

De bijeenkomst van de VVM in Nieuwspoort (14 september): “Gezagswaarde van de wetenschap in een veranderende maatschappij” had een neutrale titel maar ging gewoon over de vraag of het IPCC door Climategate en de stroom schandaaltjes en schandalen die daarna boven kwamen drijven zijn wetenschappelijke gezag kwijtgeraakt was.
De sprekers waren Prof. dr Robbert Dijkgraaf (UvA/KNAW), Prof. dr Maarten Hajer (PBL), Prof. dr Paul Schnabel (SCP), en Prof. dr Pieter Leroy (Radboud Universiteit).

Op de VROM bijeenkomst van woensdag “Naar een beter IPCC” spraken dr Leo Meyer (PBL), prof. dr ir Louise Fresco (IAC), en dr Hein Haak (focal point IPCC, KNMI).

De IPCC evaluaties

In deze hooggeleerde selectie treffen we Dijkgraaf en Fresco aan als hoofdfiguren achter het IPCC evaluatierapport van de IAC, en Hajer en Meyer als de mannen achter dat van het PBL. Ze wisten dus beslist ze waar ze het over hadden!
Beide rapporten zijn terecht zeer kritisch en leggen een groot aantal wetenschappelijk volstrekt ontoelaatbare oraktijken in het IPCC bloot, maar zijn zeer mild in hun conclusie, die erop neerkomt dat er hard aan verbetering gewerkt moet worden
Dit heeft uiteraard de strekking dat het dan wel goed komt met het IPCC.
Fresco legde zelfs omstandig uit dat dit de bewuste keuze van de commissie geweest was, laverend tussen de klaprotsen van het klimaatdebat en de interne processen binnen het IPCC. Want ondanks de foutjes vond ze dat het IPCC een ongeëvenaard goede prestatie verricht had: in het uiterst moeilijke klimaatdebat toch in recordtijd komen tot een eenduidig advies aan de regeringen annex opdrachtgevers!
Die mening werd gedeeld, en zelfs in zéér opvallend vergelijkbare bewoordingen (je zou haast denken dat ze het erover gehad hebben) geuit door Dijkgraaf, Hajer en Meyer.
Een eenstemmigheid die na de publicatie van de rapporten geen verbazing wekt.

Want in het voorwoord van het IAC rapport werd al gesteld dat de hoofdconclusies van het IPCC AR4 rapport nog overeind staan:

“the key findings of the most recent IPCC assessment remain, as the Netherlands Environmental Assessment Agency concluded, unaffected”

Het PBL rapport zegt namelijk als kop bij haar conclusies :
“De samenvattende conclusies bevatten geen significante fouten” en
“Geen gevolgen voor de overkoepelende conclusies”

Maar het PBL heeft zich, zoals Meyer helder uitlegde, netjes aan zijn opdracht gehouden en dus alleen maar een paar hoofdstukken van werkgroep II onderzocht. Daarover gingen ook deze conclusies, en dat lees je ook uit het paragraafje eronder, maar als dit zelfs aan het zeer grondige en uiterst wetenschappelijke IAC niet duidelijk is, valt te vrezen dat weinig anderen het essentiële verschil wél begrepen zullen hebben. Ook bij de VROM bijeenkomst ging Meyer weer direct een paar keer in de fout door het zonder bijgaande waarschuwing over overeindstaande hoofdconclusies te hebben.

Hoewel beide commissies slechts onderzoek gedaan hebben naar een klein deel van het rapport, en beslist niet inhoudelijk naar de basisaanname, namelijk: “De aarde warmt op door onze CO2 uitstoot” is er hen blijkbaar veel aan gelegen om deze aanname, en daarmee het bestaansrecht van het IPCC, buiten schot te houden.
Want, ook al was dat niet de opdracht, het was gezien de wantoestanden die ze in WGII vonden, voor een integer wetenschapper in mijn ogen een verplichting om in de conclusies nadrukkelijk te vermelden dat bij een dermate falende organisatie wellicht ook onderzoek naar de zo belangrijke basisaanname gewenst zou zijn.
Maar niets daarvan.

Citaten

Een aantal opmerkelijke uitspraken, hier uiteraard uit verband gelicht, waarvoor excuses:

Dijkgraaf:
““Proof by intimidation” werkt niet meer!”
“Wetenschap = georganiseerd scepticisme”

Hajer:
“Theater, performance, is vaak belangrijker dan wetenschappelijk gehalte”

Schnabel:
“Wetenschappelijke “feiten” worden door het publiek niet meer geloofd, maar als meningen gezien. Ze stellen: daar denk ik anders over! “
“Zo gauw men een politieke of financiële bias vermoedt, keldert het vertrouwen van het publiek in wetenschap dramatisch”

Dijgraaf aan Hajer:
“Is theater door wetenschappers geen rolvervuiling?”

Dijkgraaf aan Schnabel:
“Hoe kun je van het publiek 100% vertrouwen verwachten in klimaatwetenschappers die beweren met 50% zekerheid iets te kunnen vaststellen?”

Le Roy:
“Bij het WHO wordt jaloers verzucht: Oh hadden wij maar ons eigen WHO-IPCC. Kunnen wij niet op de één of andere manier onder het IPCC geschoven worden?”
“Sceptici zijn eigenlijk gewoon non-believers”

Ik stel voor om Le Roy een boekenbon te sturen en deze laatste als motto boven deze site te zetten!

Klimaatdebat en wetenschap

Terug naar de wetenschap. Die is al decennia hopeloos verdeeld over de rol van CO2. De klimaatwetenschap staat nog in de kinderschoenen en de gebruikte klimaatmodellen zijn nog steeds niet meer dan leermodellen waar je van alles instopt en kijkt wat eruit komt. Er is geen sprake van enige voorspellende waarde, en de vele factoren die aantoonbaar sterke invloed hebben op het klimaat, maar waar nog maar weinig over bekend is, zijn er niet of nauwelijks in meegenomen. Modelexperts bevestigen dit keer op keer.
De politiek kan niks met wetenschap, laat staan met verdeelde wetenschap. Dus is het IPCC opgericht met als missie om een survey te doen van de wetenschappelijke literatuur over de mate en consequenties van de (impliciet als vanzelfsprekend aangenomen) door menselijke CO2 uitstoot veroorzaakte klimaatverandering, en daarover met een eenduidig advies aan de regeringen te komen.

Nu bestaat er geen ander wetenschappelijk proces om tot een zekere mate van eenduidigheid te komen, dan decennia lang met elkaar te bekvechten, net zo lang tot je het vooralsnog grotendeels met elkaar eens bent. Vooralsnog, want als de geschiedenis iets geleerd heeft, is het wel dat zelfs datgene wat nu voor wetenschappelijk vaststaand aangenomen wordt, morgen weer heel anders kan zijn. Snoep verstandig, eet dan (voor je tanden) vooral geen appel. En spinazie kun je rustig opwarmen. Wetenschappelijke mythes die decennia gegolden hebben.
Het fout hebben is dan ook totaal geen criterium voor je wetenschappelijke status. Als je je hele leven gewerkt hebt aan een achteraf verkeerd gebleken hypothese, zul je beslist toch als groot wetenschapper geëerd worden bij je emeritaat. (Bij ingenieurs ligt dat heel anders… ).

De consensusbewerking

Dus hoe kun je dan als IPCC op wetenschappelijke wijze wél in 6 jaar tot die eenduidige conclusies komen? De oplossing wordt wel de consensusbewerking genoemd .

Je begint dan met een enorme stapel wetenschappelijke artikelen en stelt een procedure op, die uit vele stappen bestaat, waarin telkens opnieuw gefilterd wordt. Als je er dan voor zorgt dat de filters allemaal één richting op werken, kom je logischerwijs tot een eenduidige conclusie.

Het eerste filter bestaat uit de keuze van de artikelen die worden geïnventariseerd, waarbij AGW-kritische artikelen, als ze al door het ‘cordon sanitaire’ van de pro-AGW ‘peer review’ hebben weten te slippen, gewoonlijk worden genegeerd of gebagatelliseerd.

In de samenvatting van de drie werkgroepen – de tweede filterlaag – neigen de caveats, nuanceringen en beperkingen die de wetenschappers hebben aangebracht, en die niet in de richting van AGW wijzen, nogal eens te verdwijnen.

Nog sterker geldt dat voor het derde filter: de samenvatting van de samenvattingen (‘Summary for Policymakers’). Het resultaat is een boodschap waarbij je de rillingen over de rug lopen. Bij de publieke presentatie doen de woordvoerders van het IPCC er gewoonlijk nog een schepje bovenop. De media kunnen dat vervolgens niet op zich laten zitten en majoreren nog verder. Het resultaat is een imponerende klimaatapocalyps.

In het proces worden ook ‘expert reviewers’ geraadpleegd, waaronder enige klimaatsceptici. Maar in tegenstelling tot wat altijd wordt beweerd, wordt er geen contact met hen opgenomen als hun kritiek wordt verworpen, wat in de regel het geval is.

Het zal duidelijk zijn dat dit proces niets met een normale ‘peer-review’ te maken heeft. Als ‘reviewers’ stevige kritiek op je werk hebben, kun je normaliter als wetenschapper wel fluiten naar publicatie. Maar bij het IPCC leg je als schrijver de kritiek van de paar uitgenodigde kritische ‘reviewers’ gewoon naast je neer. De kritische ‘review’ verdwijnt in een onvindbaar archief. Hierdoor is er uiteraard totaal geen sprake meer van enige wetenschappelijke controle of zuiverende werking.

Verder wordt er voor de IPCC rapporten uitgebreid geshopt in grijze literatuur, zoals tijdschriften van milieugroepen, en wordt hieruit naar hartenlust geciteerd zonder verder onderzoek naar de achtergrond of onderbouwing, dit alles ter beoordeling van de ‘lead author’.

De uitkomsten van het eindverslag worden uiteindelijk vastgesteld op grond van ‘consensus’.
Dat het volgens het IPCC nu voor 90% zeker is dat de mens verantwoordelijk is voor meer dan 50% van de opwarming die sinds 1950 heeft plaatsgevonden, is niet gebaseerd op ‘peer-reviewed’ literatuur, noch op een of andere objectief wetenschappelijke methode, maar op de ‘expert judgement’ van een betrekkelijk kleine groep wetenschappelijk gelijkgezinden.

Het resultaat is natuurlijk wél het door de opdrachtgevers bestelde  eenduidige advies!
Beslissend voor de uitkomst was echter helaas niet een wetenschappelijke afweging, maar de pro-AGW instelling van de hoofdrolspelers in het proces.

Aan de opdracht om van twee tegengestelde wetenschappelijke standpunten er één te maken kan nooit op wetenschappelijk verantwoorde wijze worden voldaan!

Het Grote Woord is er eindelijk uit….

In beide bijeenkomsten was natuurlijk de kernvraag of je nog steeds met droge ogen kunt beweren dat dit wél een wetenschappelijk proces is. Daar wou ik bij zijn!
En mijn ijver werd beloond:

Uit zichzelf of desgevraagd heeft elk van de Grote Vier (Dijkgraaf, Fresco, Hajer en Meyer) bevestigd dat het proces om tot een eenduidige aanbeveling te komen in het IPCC geen wetenschappelijk maar een politiek proces is!

Voila… het grote woord is er uit. Het IPCC is een politieke organisatie, die in een politiek proces elke keer tot de conclusie zal komen dat AGW een ernstige dreiging vormt. Dat heeft niets met wetenschap te maken.
Dit doen ze bijzonder goed en snel, en daarvoor werden ze dan ook door De Vier geprezen.

Uitmesten of opheffen?

In het forum bij VROM liet Dr. Kees le Pair (ex FOM, STW) weinig twijfel bestaan over hoe hij het IPCC zou aanpakken: “Een club die er zo’n puinhoop van gemaakt heeft, krijg je niet in het gareel zonder de hele top eruit te gooien. Dat weet iedereen die ooit iets in het bedrijfsleven gedaan heeft”
Anderen in de zaal zagen het hele IPCC het liefste opgeheven worden. Zo ook Hans Labohm, die het nog wel complimenteerde over zijn uitermate goede communicatie, waarmee ze erin geslaagd zijn om met een flinterdun verzinsel de hele wereld gek te maken.
De conclusie dat in ieder geval Pachauri weg moest, werd door niemand bestreden, behalve Labohm, die in het aanblijven van Pachauri juist veruit de grootste kans zag op een snelle teloorgang van het IPCC…

Maar zo zal het allemaal niet gaan.
Hein Haak en Louise Fresco waren er vrij duidelijk over: het zelfreinigend vermogen van het IPCC is inderdaad marginaal:
– Pachauri wordt gesteund door de ontwikkelingslanden dus die blijft gewoon zitten.
– De aanbevelingen van het IAC waar iedereen in de zaal het op zich mee eens was, zullen hoogstwaarschijnlijk door de meeste landen als mededeling aangenomen worden.

Als belangrijkste concrete oogst van de middag beschouw ik dat de Nederlandse delegatie beloofd heeft om bij de volgende meeting van het IPCC met al zijn gewicht te zullen gaan trekken aan het nakomen van de aanbevelingen van het IAC rapport.

Minder concreet maar wel veelbetekenend was dat er een open en respectvolle discussie was tussen beide kampen, waarbij sceptische standpunten gewoon ingebracht konden worden zonder dat daarop verdachtmakingen of cynische commentaren volgden. Dat is een enorme ommekeer in de klimaatdiscussie.

Er is nog een lange weg te gaan, maar nu we het er eindelijk over eens zijn dat wetenschap ophoudt waar het IPCC begint, is een belangrijke eerste stap gezet.