Gastblog van Neven

Laat mij deze gastblog openen met excuses voor de gebrekkige timing. Dit soort overzichten kun je het beste schrijven als het ijzer heet is, in dit geval als het Arctische zeeijs net z’n minimum extent bereikt heeft. Nu zullen de meesten zoiets hebben van: ‘Nou en, het vriest de laatste twee weken alweer aan, toch?’ Het is inderdaad een beetje alsof je ruim na het WK Voetbal over de flying kicks van Nigel de Jong gaat lopen zeuren.

Desalniettemin leek het me nog interessant genoeg om een overzicht te schrijven. Niet in de laatste plaats omdat de National Snow and Ice Data Center (NSIDC) in het Amerikaanse Colorado gisteren met een uitstekende analyse van de afgelopen smeltmaand is gekomen. En natuurlijk was er ook nog de kwestie van de weddenschap die skepticus Hajo en ondergetekende alarmist een tijdje terug afsloten. Dus hier alsnog het gebeurde in een notendop.

In den beginne
Door een late vriesspurt begon het smeltseizoen wat later dan normaal, en had de totale oppervlakte van het zeeijs zelfs bijna het langjarige gemiddelde geëvenaard. Dit leidde her en der tot berichten dat alles prima in orde was met het zeeijs. Het laatste aangevroren stuk was echter flinterdun en verdween in rap tempo naarmate de zon steeds hoger boven het Poolgebied kwam te staan. Dit tempo zette door toen een atmosferisch patroon – ook wel bekend als de Arctic Dipole Anomaly – zich in Mei en Juni begon te stabiliseren.

Bij dit patroon moet je denken aan een hogedrukgebied boven de Canadees-Amerikaanse kant (meestal boven de Beaufortzee) en een lagedrukgebied boven de Siberische kant (tussen de Karazee en Laptevzee) van het noordpoolgebied. Omdat de eerste winden veroorzaakt die met de klok meedraaien en de tweede winden die tegen de klok in draaien ontstaat een mechanisme wat bekend staat als de Beaufort Gyre (meer uitleg hier). Hierbij wordt het zeeijs in een draaiende beweging van het westen naar het oosten vervoerd. Door het lagedrukgebied boven Siberië kan nog een tweede beweging ontstaan – de Transpolar Drift Stream – die het ijs vanuit de Beaufortzee verder naar het zuiden stuwt. Het ijs wat dan via Fram Strait ‘ontsnapt’, komt in warmere wateren terecht en smelt.

(bron: NSIDC)

Kat in ’t bakkie
Het gevolg van deze Arctic Dipole Anomaly was dat het smeltseizoen van 2010 een sprint inzette die z’n weerga niet kende. Binnen de kortste keren begon de trendlijn op alle grafieken ver onder die van voorgaande jaren te duiken. Opportunist als ik ben, vond ik dat wel een geschikt moment om Hajo een voorstel tot een weddenschap te doen. Het duurde even voor hij erop inging, waardoor ik vreesde dat hij twijfelde door de spectaculaire ontwikkelingen in het noordpoolgebied. Maar hij nam de weddenschap aan en ik schreef voor deze gelegenheid een gastblog. Ik wedde op een minimum extent (het laagste oppervlak dat ergens in september door het zeeijs wordt bedekt voordat het weer begint aan te vriezen) van minder dan 5 miljoen vierkante kilometer. Hajo wedde dapper dat het boven die 5 miljoen zou blijven. De 50 euro van de verliezer zou naar een goed doel gaan.

Door de ontwikkelingen was ik ervan overtuigd dat de weddenschap met twee vingers in de neus in mijn voordeel zou uitslaan. Sterker nog, zoals het een echte alarmist betaamt, verwachtte ik een nieuw record (op een gegeven ogenblik eind juni had 2010 een zeeijsoppervlak dat al bijna 700.000 vierkante kilometer kleiner was dan dat van absoluut recordjaar 2007) en begon hem zelfs al een beetje te knijpen voor de mogelijke gevolgen. Een ijsvrije Arctische oceaan, zelfs nog eerder dan Al Gore had aangekondigd? Allerlei wilde stormen op het Noordelijk Halfrond, weerspatronen voorgoed ontregeld? Niets van dit alles.

Een wolkje aan de lucht
Juli is misschien wel de belangrijkste maand van het smeltseizoen. De zon bereikt dan haar hoogste punt, wat gevolgen voor de ice-albedo feedback kan hebben. Als er in deze maand veel ijs is, wordt er veel zonlicht terug de ruimte in weerkaatst. Is er weinig ijs, dan zal het donkere water alle zonnestralen absorberen, wat een opwarming van het zeewater tot gevolg heeft. Hierdoor smelt weer meer ijs, etcetera, een feedback dus. Door de hoogte van de zon en de warmste luchttemperaturen van het jaar kan er gemiddeld meer dan 100.000 vierkante kilometer zeeijs per dag verdwijnen, zoals in 2007 gebeurde.

In 2007 was er echter sprake van een voortdurende aanwezigheid van de eerdergenoemde Artic Dipole Anomaly. Dit zoog warme lucht en zeewater naar het noordpoolgebied, en had tevens door het dominante hogedrukgebied boven de Beaufortzee een heldere hemel tot gevolg, waardoor het zonlicht haar smeltende werking kon doen. In 2010 viel de Arctic Dipole Anomaly rond het begin van de maand echter uit elkaar. Lagedrukgebieden domineerden, waardoor de Beaufort Gyre en Transpolare Drift Stream stokten en wolken vrijwel het hele noordpoolgebied afschermden voor de zon. En dit bleef 6 weken zo. De door 2010 opgebouwde voorsprong verdween als… Precies.

(bron: IJIS)

Veranderlijk tot het bittere einde
Hoewel het ijs zich langzaam van de kusten terugtrok voor een opening van de Northwest Passage en de Northern Sea Route (die overigens dit jaar voor het eerst in de geschiedenis door een Noors team in een trimaran en een Russisch jacht beide in één seizoen doorkruist zijn) en verschillende vreemde fenomenen zich voordeden, zoals het ontstaan van grote ‘gaten’ in de ijsmassa tot aan de Noordpool aan toe, begonnen de kansen zich steeds meer in Hajo’s voordeel te keren. Maar niets is zeker als het op smeltend zeeijs aankomt.

Na de drukke smeltmaanden zet er normaliter een transitie in van smelten naar compactie. Hoewel het ijs nog steeds smelt door relatief warm zeewater (dat al jaren een flink stuk warmer is dan het langjarig gemiddelde), neemt het oppervlak van het verzwakte zeeijs steeds meer af doordat de ijsschotsen samengedrukt worden of over elkaar heen schuiven onder invloed van de wind. Halverwege augustus was het uit met de lagedrukgebieden en begon de Beaufort Gyre onder invloed van de Arctic Dipole Anomaly weer te draaien en het ijs samen te persen en door Fram Strait te transporteren. De race was weer tot leven gewekt, en de enige vraag was nog of de vijf miljoen vierkante kilometer net wel of net niet onderschreden zou worden. Ter herinnering: 2007 zag een absoluut minimum extent van 4,25 miljoen vierkante km, in 2008 was het 4,72 miljoen vierkante km en in 2009 5,25 miljoen vierkante km.

Tergend langzaam nam het zeeijs af en op 9 september was het zover: de dataset van het Japanse IJIS – waarop onze weddenschap was gebaseerd – gaf een oppervlak aan van 4,989,375 vierkante kilometer. Het zeeijs maakte even later nog een schijnbeweging (waar velen in tuinden) waardoor het leek alsof het minimum was bereikt, maar nog een laatste hogedrukgebied en wat extra wind zorgden voor een definitief minimum van 4,81 miljoen vierkante kilometer.

(bron: NSIDC)

Quo vadis?
Hajo heeft ondertussen de 50 euro overgemaakt naar dit goede doel in Pakistan waar mensen geleerd wordt efficiëntere houtovens te bouwen. Dit heeft louter positieve gevolgen: er wordt minder troep ingeademd door vrouwen en kinderen, er hoeft minder hout verbrand te worden (waardoor mensen meer geld en tijd overhouden, en er minder ontbossing plaatsvindt) en uiteraard wordt er ook minder CO2 uitgestoten. Kortom, een doel wat goed is, ongeacht de vraag of AGW rampzalige gevolgen zal gaan hebben of niet (en dus skeptici en alarmisten van goede zin verenigt, wat ook wel eens mag). Ik zal later deze maand ook weer eens wat storten en wellicht dat een van de lezers ook bereid is een paar euro’s te spenderen. Ze kunnen in Pakistan op dit moment alle hulp gebruiken.

Hoewel een aantal skeptische sites alweer langzaam reppen van een herstel van het zeeijs, kan ik dit niet anders typeren dan wishful thinking. Het zeeijs herstelt zeer zeker niet, al wil ik ook nog niet spreken van een overduidelijke death spiral. Aangezien maten als extent en area alleen iets zeggen over de hoeveelheid zeewater dat door ijs is bedekt, is er op dit moment niets definitiefs te zeggen. Ooggetuigen spreken van zeer zwak ijs, maar het kan in principe in grote delen van de Arctische oceaan stevig zijn. Ook het structurele verdwijnen van zeeijs dat ouder dan 2 jaar is een aanwijzing, maar geen bewijs.

De grote vraag is: hoe dik is het ijs, hoeveel volume is er nog? Het ene model dat veel door alarmisten wordt aangehaald, zegt: heel weinig. Volgens het model de choix van de skeptici valt het allemaal wel mee. Het wachten is nu op het vrijgeven van de data van de onlangs door ESA gelanceerde CryoSat-2 satelliet. Deze meet namelijk de dikte van al het zeeijs in de Arctische oceaan. Op dit moment wordt de satelliet gecalibreerd en is de data ter controle naar tientallen wetenschappers gestuurd. Hopelijk krijgen we snel uitsluitsel over de werkelijke toestand van het zeeijs.

Tot slot
Hajo vroeg me in een mail of ik in deze gastblog ook nog wilde uitleggen wat me aan het zeeijs fascineert. Bij deze:

Ik volg de smeltseizoenen nu al een paar jaar, aanvankelijk omdat ik het leuk vond om elke dag naar het grafiekje van IJIS te kijken. Van grafiekje kijken ging ik over op spreadsheet maken en zelf data bijhouden. Omdat het elk jaar weer afwachten was waar je met gelijkgestemden over het zeeijs kon keuvelen (eerst op RealClimate, het jaar daarop bij ClimateAudit), besloot ik dat het Arctische zeeijs eigenlijk wel een eigen centrale blog verdiende waar alle ijs-aficionado’s konden samendrommen. Ik maakte daarom begin Juni een gratis TypePad-blog aan (en een webpagina met de belangrijkste dagelijkse grafieken) en toen ging de leercurve pas echt omhoog.

Maar het was niet puur de passie voor statistieken die m’n interesse voor het Arctische zeeijs wekte. Als algemeen alarmist ben ik natuurlijk geïnteresseerd in het onderwerp van klimaatverandering. In de grote polemiek rond dit onderwerp speelt de Noordpool en het daar aanwezige zeeijs mijns inziens een cruciale rol. Als de neergaande trend zich op dezelfde wijze doorzet, zal voor steeds meer twijfelaars duidelijk worden dat de Aarde daadwerkelijk aan het opwarmen is. De warmte rond de evenaar wordt immers naar de koudere polen getransporteerd en dus verwachtten klimaatwetenschappers avant la lettre als Callendar en zelfs Arrhenius al dat de opwarming in de poolgebieden sneller zou verlopen dan in de rest van de wereld. Dit fenomeen (Arctic amplification) wordt steeds duidelijker waarneembaar, niet alleen via gemeten temperaturen, maar vooral ook door het verdwijnende zeeijs. Het heeft er alle schijn van dat dit de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn is. Hopelijk is het geen zwarte zwaan.

Waarom vind ik dit belangrijk? Het gaat niet om Global Warming an sich. Dit is niet het enige globale probleem, al krijgt het de meeste aandacht. Ik heb een zeer sterk vermoeden dat onze huidige samenleving en manier van economisch handelen tegen grenzen op beginnen te botsen. Dat vermoeden baseer ik niet alleen op AGW, maar op allerlei verschillende fenomenen, van financiële bubbels tot Peak-vul-maar-in, van oorlogen om grondstoffen tot de diabesitas-epidemie, van voedselrellen tot oceaanverzuring -vuiling en -stikking.

Hoe duidelijker dit wordt, hoe meer het doordringt dat het niet om de ijsbeertjes of de planeet, maar om ons gaat, hoe eerder het debat kan verschuiven naar datgene waar het volgens mij allemaal om draait: de transitie naar een duurzame samenleving. Ik denk dat de huidige manier van doen niet meer houdbaar is en hoop dat de dynamiek van het debat verschuift van ‘wel iets doen of niets doen’, verschuift naar ‘wat is het probleem en hoe pakken we het aan’. Wat is er op tegen om te streven naar een duurzame samenleving die stationair kan draaien als vervanging van een steeds verder groeiend gezwel waarvan de kosten door volgende generaties opgehoest moet worden?

Helaas gaan de linkse narcisten dit niet voor elkaar krijgen. Maar dat is geen nieuws. Des te pijnlijker is het om te zien dat rechts wereldwijd haar pragmatische kijk op zaken nog altijd liever aanwendt voor nog meer economische groei en nog meer rijkdom voor de reeds puissant rijken, en zo met open ogen in de val van psychologische ontkenning wandelt. Ik hoop, wellicht tegen beter weten in, dat het onmiskenbaar hoge tempo waarin het zeeijs verdwijnt, hier verandering in gaat brengen. Duurzaamheid hoeft niet politiek gebonden te zijn.