Vogelbescherming Nederland is én voor de snelle grootschalige plaatsing van windfarms in het Nederlandse buitengebied én voor vogelrijke gebieden. Dat is samen dubbel goed. Zij lobbyden voor het storten van 20 miljard euro aan windmolens in economisch belangrijk visgebied in de Noordzee (Zeekracht) en werkten mee aan de Klimaatgids 2.0.
De lobby van de CBF-fondsenwervingsindustrie (verenigd in Hier) voor meer windmolens (en dus minder natuur) had succes. Het opgeheven VROM-ministerie luisterde. De ambtenaren willen 11 energielandschappen in het buitengebied. Na de energieke lobby kwam plotselingop 25 juni een oorverdovend zacht protest uit Zeist, toen bleek dat haar lobbycombi van klimaatpaniek en duurzame dinges leidt tot industrialisatie van vogelgebied.
Neem het windpark Noordoostpolder
Hier verschijnt voor 1 miljard belastingeuro’s een grote windfarm in Natura 2000 gebied in het IJsselmeer, zoals 48 molens bij de Steile Bank, internationaal belangrijk als pleisterplaats voor trekvogels. De windmolenaars betalen voor een verplichte MER die consultants uit de natuurhoek uitvoeren. Die legitimeren, na wat aanpassingen, de industrialisatie van natuur op plaatsen waar dat niet mag volgens de eigen regels.
Paar molentjes er af (7 bij de Noordoostpolder) om de verwachte theoretische bodycount van vogels (bv via bird avoidance modellen) onder het toegestane quotum te krijgen voor Natura 2000 en Habitatrichtlijn. En dan natuurclubs en ecologen binnenboord houden door ze nog wat aanvullende consultingopdrachten te geven, betaald door overheid en windindustrie.
Zoals Zoogdiervereniging VZZ (voorzitter zoogdiervereniging lobbiet ook voor meer windmolens in natuurgebied, zogenaamde Klimaatlandschappen, al slopen die vleermuizen), Sovon Vogelonderzoek, Alterra. De aanleg van meer windparken laat de schoorsteen roken in fondsenwervend consultingland. Ook Vogelbescherming Nederland profiteert financieel mee van de duurzaamheidsindustrie. Ze treden zelfs actief op als legitimatie voor energiebedrijven, zoals van Nuon en Eneco. Met Nuon plaatste FondsenVogelbescherming al windmolens in Gelderland
Vogelbescherming als legitimatie voor windmolenaars
‘Vergeleken met het verkeer valt het aantal vogelslachtoffers mee’, zo stelde de fondsenwervende consultingfirma Vogelbescherming BV uit Zeist al in een persbericht in 5 juli 2005, samen met de Nuon. ‘Onze hond poepte al in uw huiskamer, er kan nog wel een plasje bij’. Dit na uitbrengen van een ‘onderzoek’in opdracht van energieboer Nuon in drie windparken, waarvan twee in vogelarme gebieden als delen van de Wieringermeerpolder.
Bureau Waardenburg raapte voor het geld van Nuon vogelkadavers bij windmolens, terwijl uit onderzoek bekend is dat via aaseters en vossen de meeste kadavers al vlot zijn geruimd. En vervolgens ‘its a miracle’, er werden ‘maar 22 dode vogels’ per molen gevonden. Dat was ‘3 maal minder dan eerdere modellen aangaven’. Let op: deze zin stond in het persbericht van VogelBESCHERMING.
Die modellen, gaan meestal over Bird avoidance. Een hoge avoidance is goed voor een laag aantal slachtoffers. Maar het geeft vaak vooral aan, hoezeer vogels een gebied mijden, en dus hoezeer windmolens het gebied ongeschikt maakten. De avoidancefactor kan ook afhangen van de heersende weersomstandigheden in het gebied.
Belangenverstrengeling
Het rapport vormt nu dé rechtvaardiging van alle financieel belanghebbenden bij windfarms om kritiek van natuurliefhebbers in de kiem te smoren. Ook overheden, als de Provincie Flevoland verwijzen er naar, al heeft deze provincie de twijfelachtige eer dat hier de eerste Nederlandse zeearend door een windmolen sneuvelde. Er zijn 5 zeearenden in Nederland
Je kunt dus niet zeggen of het meevalt of tegenvalt: ten opzichte van wat? Bij sommige windparken sneuvelen 50 per molen, één van de eerste windparken in Nederland bij Oosterbierum eind jaren tachtig deed het ook al voor 22 vogels per molen.
Er bestaat zelden onpartijdig onderzoek dat de hoofdconclusie ook in de conclusie zet (in plaats van begraven onder een berg half ter zake doende analyses), omdat de windmolenaars meestal het onderzoek betalen. De schijn van belangenverstrengeling is niet te voorkomen, zoals je hier kunt lezen over windfarms in Australie.
Windmolens wel degelijk gehaktmolens
Er zijn meer gegevens die tégen plaatsing pleiten dan voor, zoals je via voorgaande link al kon lezen. Want
a. De molens komen altijd in buitengebied
b. Ook als ze op een vogeltreklocatie staan, blijven ze staan. Eenmaal gebouwd is gebouwd
c. Gezien de grote druk die al op natuur bestaat geldt dus het voorzorgprincipe. Niet doen dus. Dan redt je meer vogels dan via het luidruchtig in media ageren tegen bejaarde jagers die een fazant schieten voor het kerstdiner. Of via rechtszaken om Zeeuwen onder water te zetten.
Marc Duchamp
De in Spanje woonachtige echte vogelbeschermer Marc Duchamp stuurde me het Lekuona-rapport, waaruit blijkt dat per jaar in Navarra meer dan 400 vale gieren sneuvelden bij één windpark. Lees hier de Engelse samenvatting. Het rapport werd onder de pet gehouden, en Lekuona mocht niets zeggen over het onderzoek tegen pers. De windmolenaars die het verplicht moesten laten uitvoeren, legden hem een spreekverbod op. Hebt u hierover iets gehoord van ‘Vogelbescherming’?
Wereldberoemd is de slachting van 2300 steenarenden in een grootschalige windfarm in Californie. Er zijn wat molens stilgezet, maar ecologisch van belang is dat bij doorgehakte arenden geen leereffect optreedt. Er ontstaat een ecologische val, dat door voedselrijkdom slachtoffers binnenzuigt. Nederland is zo’n ecologische val, zoals ik hieronder demonstreer.
Vogelonderzoek meer aan Defensie dan Vogelbescherming
Voor wie het nog niet wist. Vogelonderzoek in Nederland heeft de laatste kwart eeuw meer gehad aan Defensie (mensen als Luit Buurma) dan aan Vogelbescherming Nederland. Met radar bracht Defensie de trek in beeld, en via gegevens van de vrijwilligers die voor Sovon vogels tellen, konden die trekbanen, aangegeven als puntjes een betekenis krijgen. Bambas is er mee ontwikkeld, een bird avoidance model. Lees hier mijn biologenverhaal daarover.
Dat model bevestigde de positie van ons land als hotspot in vogeltrek van Noord West Europa.
Volgens Vogelbescherming dus dé plek om zo snel mogelijk zoveel mogelijk windmolens te plaatsen, en dan via ‘meer onderzoek kijken of het niet erg is’. Wanneer de molens dan blijven staan, wast Zeist de handen in onschuld. Het komt door ‘de overheid’. Dan heeft Vogelbescherming nog meer van uw steun nodig om meer te lobbyen. Een win win situatie als fondsenwerver dus. Consultants van Vogelbescherming vragen bijna 500 euro per dagdeel, dus laat maar komen dat onderzoek.
Voorzorg overboord uit voorzorg
‘De klimaatverandering is de grootste bedreiging voor vogels’, zo stelde Ruud van Beusekom van Vogelbescherming Nederland. Ik schreef hier al over zijn dubieuze beweringen op de tentoonstelling ‘Het klimaat verandert, heb je het al gemerkt?’waarmee hij kinderen angst aanpraatte. Van Beusekom ontkende eerst via een boze email naar me, dat hij er iets mee te maken zou hebben. Ik belde hem op, en hij erkent nu toch dat de teksten van hem komen. Pinokkio dus.
Ruud: tuut tuut tuut
Bij een eerder verhaal in zijn belang, wilde Van Beusekom wel uitgebreid telefonisch commentaar geven. En het verbaasde me nu eerlijk gezegd, omdat het een gepassioneerd vogelaar moet zijn. Nu verschool hij zich achter een voorlichter, wilde niet antwoorden en legde de hoorn er op. Dank je Ruud, tuut tuut tuut. Hij wilde niet praten omdat ik kritisch naar Vogelbescherming was geweest in een stukje. Kom niet aan de roze wolk waarop deze fondsenwervers drijven bij media en bestuurders.
Klimaat als bedreiging voor vogels is een dubieuze stellingname
.. waarover ik al eerder blogde. Zoals over het dubieuze ‘onderzoek’van Robert Robinson van de Britse Vogelbescherming RSPB, waar Robinson met zijn calculator en dikke duim beweerde dat vanaf nu 84 procent van alle vogels door klimaatverandering is bedreigd. Wat via WWF-klimaatdirecteur Jeff Price als IPCC-hoofdauteur werd overgenomen. Price is dé verspreider van klimaatpaniek in de Amerikaanse vogelwereld.
Lees mijn blog daarover, en vraag u net als ik af: hoe komen ze hiermee weg? Iedere vogelbeschermer moet zich kortom serieus afvragen waarom hij zich niet werpt op doel 1 van bescherming: habitat, habitat habitat. Het voorzorgprincipe is dus vele malen meer van toepassing bij de industrialisatie van natuur, waarvan FondsenVogelbescherming actief voorstander is via ‘duurzame’energie. Niet alleen bij ons, ook in de VS en GB.
Windenergie is cashcow voor vogelbescherming
Dat de RSPB klimaatpaniek zaait is uit natuuroogpunt dus niet te verdedigen, maar wel begrijpelijk. Zij verdienen namelijk 10 pond per klant die ze aanbrengen bij windfarm-uitbaters via RSPB Energy. Consultingfirma’s die onder de dekmantel ‘Vogels’geld verdienen hebben tegenwoordig namelijk ook energieconsultants in dienst. In plaats van de energie en techniek gewoon over te laten aan ingenieurs die daar echt verstand van hebben.
Cashing by Consultancy
Daarnaast verdienen de RSPB-consultants bij via het opstellen van milieu-effectrapporten in opdracht van windfarm-planners en uitbaters. Ook als al lang vast staat dat de farms een destructief effect hebben, zoals de verwoesting van de zeearendpopulatie op de Smola-archipel. Men laat zich betalen door de windmolenaar om nog jaren te kijken hoe het fout gaat. Om de hoofdconclusies te begraven onder een zweem bijzaken, die in de conclusie staan. Een bekende truuk bij deze consulting, is dat ze éénheden slachtoffers zo laag mogelijk presenteren. bijvoorbeeld slachtoffers per dag in plaats van jaar, zodat je op honderdsten of tienden komt.
MER
Met de grootschalige plaatsing van windfarms in Nederlands natuurgebied breken hoe dan ook gouden tijden aan voor consultingfirma’s als Vogelbescherming, Sovon Vogelonderzoek, Alterra, Bureau Waardenburg, VZZ (zoogdiervereniging) Bij iedere windfarm is ‘meer onderzoek nodig’, een Milieueffectrapportage dus, en vervolgonderzoek bij plaatsing. Het is een hele prestatie om zo nog de schijn van belangenverstrengeling te ontlopen. Behalve wanneer heel Nederland uit goedgelovige oma’s bestaat.
Locatie
‘Het is vooral de locatie die doorslaggevend is’volgens Fondsenbescherming Nederland. Zij lieten Sovon Vogelonderzoek een ‘risicokaart maken’. Het resultaat geeft verschillende kaarten per vogelgroep en voorkeursregio, met risico’s voor aanvaringen en trekroutes. Dit mede dankzij het door Defensie ontwikkelde Bambas. Maar dient dit de vogelbescherming, of om de eigen toko vrij te pleiten? Hier mag het niet komen, en als dat wel gebeurt is het niet onze verantwoordelijkheid maar van ‘de overheid’.Een individuele vogelkaart laat de planners nog wel de ruimte. Maar leg alle kaarten eens over elkaar in ons vogelland, en wens de windmolenaars dan succes.
Shoot the messenger
..is nu de standaardreactie van ‘vogelbeschermers’. Duchamp is ook al bedreigd door de fondsenwervende consultingindustrie, hij zou gek zijn, negatief, enz: hij prikt kortom het verheven beeld door dat deze redders de aarde (=aardse motieven) van zichzelf hebben, en hun postcommunistische zingevingsverhaal. Van Beusekom belde al verontwaardigd de Paroolredactie dat hij ‘me nooit meer wilde spreken’. Kom niet aan de roze wolk van de CBF-industrie. Ik sprak al eerder met een kritische Britse natuuronderzoeker, die de woede van de fondsenwervingsindustrie over zich had afgeroepen na publicatie van kritisch onderzoek in 2003. Hij was er zelfs bang voor: ik mocht de onderzoeker beslist niet citeren, al wilde hij wel helpen, omdat hij anders geen werk meer zou hebben.
De haan kraait twee keer
Vorig jaar op een borrel sprak ik de archetypische vogelaar Nico de Haan, nadat ik enkele van voorgaande zaken met hem deelde. Hij ‘geeft Vogelbescherming het voordeel van de twijfel’en stelt dat er landelijke lobbyorganisaties nodig blijven voor vogelbescherming. Hij noemde als voorbeeld de rechtszaken die zij aanspanden voor ontpoldering in Zeeland. Zelf vond ik dat geen sterk voorbeeld, maar ik snap zijn punt. Al geloof ik steeds meer dat juist de NIMBY’s het lot van onze natuur in handen hebben.
Dit circus van postmoderne natuurbescherming
..blijft nog wel even doorgaan. Ik vat de spelregels hieronder daarom nog even samen.
-
a. als u als burger één beschermde vogel doodt of uw stem tegen verheft bent u strafbaar
b. als u als windmolenaar duizenden vogels per jaar met windparken doodt, Natura 2000 gebied ongeschikt maakt bent u duurzaam
c. We gooien het voorzorgprincipe overboord uit voorzorg. (Met windmolens redden we de vogels/ijsbeer/vul het girodier naar keuze in)
d. De mate waarin je doelstelling is gehaald meet je aan de hoeveelheid geld die jaarlijks verdwijnt in de Bermudadriehoek van je organisatie en collega-consultingbedrijven.
Om terug te komen op de hoofdvraag van dit blog. Ik hoop dat ik zelf een tik van de molen heb gehad, want dan valt de werkelijkheid mee. En excuses voor de bloglengte.
Windmolens zijn zogenaamd groen cq duurzaam, ook al draaien ze voornamelijk op subsidie.
Zogenaamde bedreigde diersoorten maken dat mensen graag willen geld willen geven voor bescherming.
Zoals gebruikelijk gaat het weer eens over de centjes.
Dat bij het verwerven van centjes niet altijd de waarheid hoeft te worden weergegeven heet marketing.
Ik hoor alsmaar vaker dat de windturbines in de Flevopolder er voor zorgen dat er eigenlijk meer fossiele brandstof gebruikt wordt.
Ook dit artikel: http://www.clepair.net/windrendement.html
Klopt dit eigenlijk?
@Vlieggek
Het hele windturbineverhaal zit al ruim twee jaar in een impasse. Er worden er bijna geen meer geplant (voltooid deelwoord van planten – dit om taalkundige discussies van prutsers te vermeiden).
Ik moet eerlijk bekennen dat ik daar weliswaar persoonlijk ook door getroffen ben, maar het stuitte mij anderzijds enorm tegen de borst dat in de windturbinehandel geld zo ongeveer werkelijk het allerlaatste was waarover men sprak. En dan nog alleen door de afdeling crediteurenadministratie.
Hoe betrouwbaar zijn de vogelkaarten van Sovon?
Om daar achter te komen heb ik een kleine steekproef gedaan.
Ik woon ergens op het platteland in een kleine oase, omgeven door akkerland.
Daar ik meer tijd heb dan geld, heb ik de afgelopen jaren het dierenleven rondom mijn woning redelijk intensief kunnen bestuderen.
De uitslag van mijn steekproefje dan maar?
Is het een verrassing als ik zeg dat ik in mijn omgeving grote aantallen vogels zie die ik in de kaarten niet kan terugvinden?
Gewoon een voorbeeld:
Zodra hun jongen kunnen vliegen, beginnen grote aantallen ganzen (600 – 2000) tussen twee (aangelegde) natuurgebieden te pendelen. Iedere dag op en neer.
Mijn oase ligt precies op die route.
Wanneer de oogst begint, strijken ze neer op de akkers om te rusten en te eten.
Die periode duurt ongeveer 2 maanden waarna de aantallen gaan afnemen.
Zoiets moet toch zichbaar worden op een kaart zou je zeggen?
SOVON denkt daar blijkbaar anders over, want ik kan mijn ganzen nergens terug vinden..
Zo mis ik bv ook de Kleine Zwanen die hier overwinteren.
En dan heb je het ook niet over 5 vogeltjes die er een dag of wat zitten, maar over minimaal 500 tot +1500 stuks die hier een maand of 5 bivakkeren.
Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar dan wordt het saai.
Wat moet ik hier nou van denken?
Hoe betrouwbaar is de rest van die kaarten als er in mijn omgeving al geen moer van klopt?
Zijn er op mijn stukje Nederland toevallig geen waarnemers, of hebben ze de cijfers aangepast zodat er een mega-park kan verrijzen? (deze omgeving is namelijk aangewezen als zijnde een "gunstige" plek daarvoor)
Ik ben echt geen complotdenker, en op mijn kop zit dan ook een degelijke boerenpet ipv een alu hoedje.
Maar dit is toch wel errug toevallig..
NB; er was nog wel iets wat mij opviel.
Op de kaarten zie ik hier in de buurt geregeld een zeer vogelarm plekje verschijnen.
Mogen jullie 1 keer raden wat daar voor milieuverpestende fabriek staat..
Daar staat dus al ca 15 jaar een windmolenparkje.
Dat is daar niet neergezet omdat het vogel-arm was, maar het is in de loop van de jaren blijkbaar zodanig vogelarm geworden dat de SOVON-kaarten er bleek van uitslaan.
Je lacht je toch tebarst'n…