Eindelijk heb ik ‘Critical Transitions in Nature and Society’in handen, nadat ik Wagenings aquatisch ecoloog Marten Scheffer vorig jaar al sprak. Dit voor mijn verhaal dat de mythe van het Natuurlijk Evenwicht beschreef, dat in het Vlaams Nederlandse EOS verscheen.
‘Het natuurlijk evenwicht’is een statisch natuurconcept van ideologische snit, dat vooral bij fondsenwervende actieclubs populair is.

De natuurlijke evenwichtsmythe blijft ook onuitroeibaar bij veel ecologen en journalisten. Alsof de natuur in een soort stabiele droomtoestand hoort te zitten, waarin alles perfect functioneert. Een evenwichtig paradijs waar je weer naar kunt streven door iedere menselijke invloed te minimaliseren.

Omslagpunten
Scheffer benadrukt juist de chaotische kanten van de natuur. Hij is de ecoloog van de omslagpunten en hij is internationaal gerenommeerd ecologisch exportproduct uit NL. Hij beschreef de omslagpunten bij zijn studies in meren. Die kunnen lang in één bijvoorbeeld heldere toestand blijven. Temperatuur en eutrofiering kunnen lang veranderen zonder dat die toestand wezenlijk verandert. Maar dan plotseling rolt het systeem in een andere toestand, waar het even hardnekkig inblijft. Scheffer borduurt verder op de ideen van Holling, die als eerste begin jaren zeventig het begrip ‘resilience’definieerde.


Dit simpele gegeven
.. van omslagpunten spreekt ook in ruimere zin tot de verbeelding, bijvoorbeeld wanneer je naar maatschappelijke veranderingen kijkt, en ja: het klimaatsysteem. Plotselinge massale veranderingen lijken uit een onbenullige gebeurtenis voort te komen, maar meestal ging er een langere stresssituatie aan vooraf. Zie de moord op Franz Joseph door een Servier die de 1ste wereldoorlog ontketende.
In Scheffer’s handen blijft dat gegeven altijd rustig in een normale context met vele relativeringen. Hij wijst op de waarde van modellen bij het begrip van chaotische systemen en benadrukt tegelijk steeds de beperkingen.

Na critical transitions
.. ben je in het algemeen weer wijzer geworden over dit, in wiskundig opzicht bijzonder pittige onderdeel van de ecologie (voor mij dan) Je leert wel meer integraal ecologisch denken en krijgt niet het idee dat hij een agenda opdringt: behalve dan dat hij meer bruggen wil slaan tussen wetenschapsdisciplines, zoals via zijn Resilience Society. Extreem reductionisme en tunnelvisie ontstaat wanneer men zich opsluit in het eigen vakgebied: dat kan wetenschappelijk begrip van de zaak juist vertragen.

Nietttemin krijg je bij het boek wel eens het idee, dat je ook hier maar weer een idee hebt, een denkrichting die wel intellectueel interessant is, de blik verruimt maar uiteindelijk heb je gewoon weer hard reductionisme en empirie nodig om de zaak te doorgronden.
Dergelijk denken is ook minder origineel en nieuw dan het op het eerste gezicht lijkt. Je vind het ook bij ‘The Black Swan’en in de bijsluiter van aandelen: resultaten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Friezen kennen daar ook een filosofisch advies bij: ‘piekerje net,’t komt dochs oars’. Je kunt de toekomst niet voorspellen, en ervan uitgaan dat zaken blijven lopen volgens je verwachtingen. Dat kan zowel goed als slecht nieuws zijn. Je hebt er dus eigenlijk weinig aan, als zekerheid over de toekomst je doel is.

In minder deskundige handen..
…lijdt gefilosofeer over omslagpunten tot gespeculeer en catastrofetaal. Het was volgens mij Gavin Schmidt op Realclimate die al grapte dat we bij het gebruik van ’tipping points’in de wetenschap al een zekere tipping point hebben bereikt. Het omslagpunt is een dankbaar concept waarop fondsenwervende lobbyclubs zich ook op kunnen storten. Het klinkt erg gevaarlijk, alsof onze aarde van een hemel in een plotse hel kan veranderen.

Me dunkt dat we dit nog vaak zullen horen, maar in Scheffer’s handen kan het geen kwaad. Je wordt er alleen maar wijzer van.