Is de fosfaat op, dan moeten we weer met paard en poepton het land op. Maar we kunnen nog even vooruit

Dit weekend in mijn biologenblad Bionieuws eens uitgezocht hoe het nu zit met claims over fosfaatschaarste, en wat je kunt doen om nodeloze verspilling tegen te gaan.

Fosfaatblogger
Dit nadat ik contact opnam met ecoloog James Elser van het Sustainable P-initiative: hij had in Ecology Letters gepubliceerd over N- en P-limitatie in ecosystemen. De meeste planten op land en zee groeien harder bij extra fosfaat en stikstof.

Elser blogt ook over manieren om slimmer met fosfaat om te gaan, omdat men in landbouw en rioolwaterzuivering, maar ook door erosie veel te kwistig omspringt met dit eindige goedje, dat ook nog onvervangbaar is als grondstof voor kunstmest.

 Het leek mij aardig om dit soort verstandige mensen in media even een kontje te geven: slimmer omgaan met eindige grondstoffen, kun je alleen maar voor zijn. Cees Buisman van Wetsus mocht ook even lekker zijn ding doen, iedereen weer blij en tevreden.

Ook 60 jaar geleden al bewustwording fosfaat’crisis’
Dankzij eindredactie door een lid van het geslacht dat ironie en relativering moeizaam begrijpt en dus uit de tekst verwijdert, lijkt mijn gepubliceerde stuk alarmistischer dan bedoeld. Je moet niet van een crisis spreken, alsof de voorraden al bijna op zijn.

Maar daarom mag je wel gewoon koel en rationeel naar oplossingen kijken. In ‘Fundamentals of Ecology’ van Eugene Odum in 1953 lees ik al het argument dat nog steeds opgaat:

‘Man unfortunately appears to hasten the rate of loss of phosphorus and thus to make the phosphorouscycle less perfect. Although man harvests a lot of marine fish, Hutchinson tells us only 60.000 tons of elementary phosphorous per year is returned in this manner (to the land RZ), compared with one to two million tonnes of phosphate rock which is mined and most of which is washed away and lost. Agronomists tell us there is no immediate cause for concern, since known reserves are large. However, man may ultimately have to go about completing the phosphorous cycle on a large scale if he is to avoid famine.

De fosforcyclus werkt namelijk erg traag.
De meeste fosfaat belandt alleen in ecoystemen via trage erosie van gesteente, terwijl het éénmaal in water snel door organismen wordt vastgelegd en deels geimmobiliseerd op de bodem neerslaat. Dan is het niet meer voor het leven beschikbaar. Alleen wanneer zeevogels vis eten en dat op land schijten, krijg je het weer terug. Ergo: ‘geef mij maar meer fosfaat’ is de biologische slagzin van de meeste planten op land en zee.

Zonder grote voorraden fosfaatgesteente, moeten onze achterachterachterachterachterkleinkinderen weer op de poepton, zeewierbemesten, guano van de rotsen schrapen. Ik wens ze alvast veel succes.