Mijn vorige Waddenblog toonde dat vissers de laatste 15 jaar steeds iedere discussie verliezen, zodra hun tegenstanders met beroep op ‘DE’wetenschap de onderhandelingen kapen. Vissers missen degelijke visserijbiologische munitie zoals van het ouderwetse RIVO, tegen een steeds milieuiger NIOZ/Imares. Met als nieuwste verlies het aanstaande VIBEG/Natura 2000-akkoord.

VIBEG is het Visserijverdrag van Versailles dat Vissersbondvoorman Johan Nooitgedagt op 5 september tekent om een kwart van hun visgebied op Wad en Noordzee te offeren aan de milieubeweging. Henk Bleker kondigde net aan dat hij-naast de reeds 38.000 vierkante kilometer zeereservaat de Scholbox- 15 procent van de Noordzee dichtgooit, om milieuclubs te plezieren..

Op het altaar van ‘De Natuurlijkheid’
Wat levert het offer op van een eeuwenoude economische sector als visserij? Claims als ‘dan herstelt de visstand’ van milieuclubs zijn geloofsuitspraken. Het gaat deze clubs ook niet om de vis maar om ‘De natuurlijker zee’ . Wat is dat? Om procedurekampioen Martijn de Jong van Coalitie Wadden Natuurlijk te citeren.

‘Wat er zal gebeuren dat weten we niet, maar dat is nu juist het spannende van natuurlijkheid’.

Kijk, daar doe je het voor…

Oermoeras Oostvaardersplassen naar het Wad
Die slag om ‘De Natuurlijkheid’, de romantische ideologie van de Wageningse Primitieven is eerder al in natuurbeheer gevoerd. In deze blog laat ik zien hoe ecoloog Frans Vera- bekend van oermoeras de Oostvaardersplassen, eveneens met beroep op ‘De Enige Ware Ecologie’ een substantieel deel van Nederlandse natuur en vruchtbare landbouwgrond tot een primitief oermoeras kon verbouwen met oerkoeien.

Imares en milieuclubs willen eigenlijk dat zelfde oernatuuridee van ‘natuurlijkheid/van menselijke smetten vrij’, maar dan onder de zeespiegel. De zelfde clubs lobbyen tegelijk voor windmolens op zee, want dat is ‘natuurlijke energie’. New Age-mensen en logica…

VIBEG: De Primitieve Verbeelding aan de macht
Vera zette de hele jaren ’90 zijn stempel op de Nedernatuur, met zijn romantische oernatuurconcept, dat in een stedelijke samenleving veel steun kreeg met vele clubjes en adviesbureaus (Stichting Ark, Bureau stroming, Triple E van Kritisch Bosbeheer-secretaris Tom Bade) die nu nog invloed hebben. Met zijn retorische gaven zette hij de tegenstand-liefhebbers van menselijke natuur- weg als kneuteraars die enkel handelden ‘uit emotie’. Terwijl buiten het Nederlands natuurbeheer voldoende wetenschappers waren, die zijn verhalen eenvoudig konden weerleggen. Ik schreef daarover in NRC het stuk ‘Falende Grazers’.

Vervang de naam Vera door Piersma/Lindeboom/orthodoxe milieuclubs, en vervang cultuurnatuurliefhebbers voor vissers/visserijbiolgen et voila… daar heb je VIBEG al. Milieufilosoof Josef Keulartz heeft de tactiek 14 jaar terug al gefileerd, maar ja: men leest niet. Maar nu op Climategate kun je de schade inhalen.

Dé Wetenschap? De denkschool van de Wageningse Primitieven
De Wageningse milieufilosoof Josef Keulartz beschreef de tactiek van ecoloog Frans Vera al op heldere wijze in het essay ‘De Primitieve Verbeelding aan de macht’ in 1997. Hij fileert hier de machtsclaim van ‘de natuurlijkheid’ en oernatuur als beste en meest wetenschappelijke natuurvisie. Hij vraagt zich af of ecologen het monopolie op natuur kunnen claimen. Let wel: de groep van Han Olff/Piersma deed ook grote graasonderzoek voor Vera, dus dat de parabel je niet ontgaat.

‘Mensen als Vera stellen volgens Keulartz dat het einde zoek is als alle natuurvisies evenveel waard zijn.

Zelfs boeren kunnen voortaan natuur produceren. Het einde is zoek, want alles is natuur en dus is natuurbeheer altijd goed.

Die gelijkheid van natuurvisies is boerenbedrog volgens de natuurontwikkelaars.

‘we hebben ook niet vijf visies op een schoon milieu of tien visies op ijzer (Vera 1994)’. De natuurontwikkelaars presenteren hun Ecologische Referentie als het enige objectieve toetsingskader. Zo’n kader sluit discussie niet helemaal uit. ‘Zo is er onenigheid over de vraag of een soort als de wisent nu wel of niet van nature in Nederland voorkwam, maar deze discussie kan met wetenschappelijke argumenten worden uitgevochten- het is niet een kwestie van smaak zoals het geval is bij cultuurlandschappen (Vera 1992)

Keulartz vervolgt

Deze citaten maken duidelijk dat de strategie van de natuurontwikkelaars neerkomt op een poging een MAATSCHAPPELIJK GESCHIL in een wetenschappelijk geding te smoren(DIT IS NATURA 2000 in een notendopRZ), zoals Jean Francois Lyotard het zou noemen. In de praktijk gaat een geschil vaak met onrecht gepaard. Dit is het geval wanneer een bepaald genre de hegemonie heeft veroverd. Met als gevolg dat iemand die een ander genre hanteert voor zijn klachten nergens gehoor vindt’

Klinkt dat al bekend in de oren?
Keulartz vervolgt:

De klager kan voor de rechterstoel van het heersende genre zijn grieven niet kwijt en wordt letterlijk ‘met stomheid geslagen’.


Volgens Keulartz is bij de natuurontwikkelingspraktijk (en wat mij betreft Natura 2000) ook sprake van zo’n onrecht. Hij verwijst naar de ‘bescheiden plaats die voor de mens is ingeruimd’.

‘en wel als jager, verzamelaar en aaseter’zoals in het voornaamste achtergronddocument bij het Natuurbeleidsplan (EEN OFFICIEEL OVERHEIDSDOCUMENT, niets nieuws dus!! RZ) zonder spoor van ironie gesteld wordt. Sinds de mens het primitieve stadium achter zich heeft gelaten is het met de natuur snel bergafwaarts gegaan’.

Keulartz herkent feilloos het vocabulaire van de orthodoxe milieubeweging en hun claim op Dé Wetenschap en De Enig Juiste Natuur, namelijk ‘de natuurlijkheid’ en de ‘natuurlijke processen’.
Alles wat na de ijstijd door menselijke invloed de natuur in kwam heet ‘exoot’of ‘faunavervalsing’, termen die je ook bij NIOZ/Imares tegenkomt en via deze instituten in ambtelijke notities.
Keulartz geeft vervolgens vele voorbeelden waarbij juist de combinatie van mens en natuur verrijkend werkt, zoals de omvorming van ‘kunstmatig’eiland Neeltje Jans met schelpenbanken waar nu zeevogels broeden. Je kunt dus niet met een beroep op ‘De Ecologie’ belangrijke zaken als esthetiek en menselijke verrijking zomaar aan kant schuiven.

Maar ook het wetenschappelijke monopolie van de natuurbouwers vecht hij aan.

‘Ook het wetenschappelijk geding gaat met onmiskenbaar onrecht gepaard. Binnen één wetenschappelijk genre kan men doorgaans een grote verscheidenheid van rivaliserende scholen of stromingen onderscheiden. Men kan nu- naar analogie van een gesmoord geschil- van een onderdrukt geding spreken wanneer een bepaald paradigma een dominante positie inneemt en zodoende de toegang tot de rechtsprekende instantie voor alle hiervan afwijkende geluiden effectief kan blokkeren.’

    Dit is EXACT wat nu bij VIBEG en Natura 2000 weer aan de hand is.

Bij procedures kijkt de rechter nu naar de wetenschappelijke onderbouwing, en hier is ecologisch eenoog Imares/NIOZ koning met hun ecologistische insteek. Zie de zaak bij de Raad van State op 16 maart waarin de rechter het Productschap Vis fileert met beroep op Natura 2000-rapportages van Imares. De WETENSCHAPPELIJKE onderbouwing zou ontbreken bij de vis.

Vissers wetenschappelijk tandeloos geslagen
Ik liet in vorig blog al zien, dat vissers al 10 jaar iedere discussie verliezen waarin ‘DE wetenschap’als wapen wordt gebruikt. Met de fusie van visserijbiologisch instituut RIVO met Alterra tot Imares verloren zij namelijk biologen, die met productiegerichte kijk op natuur onderzoek leveren. Na de RIVO/Alterra- fusie werd het streven naar ‘de natuurlijkheid’ van de orthodoxe milieubeweging/Alterra/NIOZ leidraad van onderzoek. Dat onderscheid ecologisten/visserijbiologen is algemeen erkend, je vindt het ook in de rapportage van beleidsonderzoeker Julien Hanssen.

Toonaangevende NIOZ/Imares-onderzoekers hebben ‘Frans Vera/oermoeras’-kijk op natuur
Als definitie voor milieuactivist hanteer ik het gegeven dat iemand streeft naar ‘de natuurlijkheid’, danwel optreedt voor milieuclubs. Toonaangevende NIOZ/Imares-wetenschappers voldoen aan beide criteria. De maker van Natura 2000-rapportages waarop VIBEG is gebaseerd- Han Lindeboom- is hier al voldoende besproken, zoals zijn Greenpeace-optredens.

    De vrouw van Theunis Piersma (NIOZ) is zelfs de stichter van de belangrijkste procedurekampioen op de Waddenzee, ´Wilde Kokkels´ van Martijn de Jong, die de visserij continue chanteert met procedures.

Met beroep op Dé ´wetenschap´die de andere Piersma via het NIOZ aanlevert. Ook onze overheid streeft naar de ideologie van milieuclubs, de ‘natuurlijker zee’(IBN 2015/beantwoording Kamervragen Bleker)

Het reservoir aan ‘Dé wetenschap’waaruit de orthodoxe milieubeweging in Nederland kan putten voor munitie tegen vissers groeit dus recht evenredig met de primaire productiviteit van de groepen van Piersma/Lindeboom, zonder enig visserijbiologisch tegengas. Komt het tot een politieke clash zoals bij Natura 2000, dan missen vissers wetenschappelijk onderbouwde munitie om terug te schieten. Die ongelijkheid deed de ecoloog Norbert Dankers na het kokkeldrama in 2004 al triomfantelijk schrijven:

‘‘In een lezing georganiseerd door de Waddenadviesraad had een vertegenwoordiger van het Productschap Vis het over “Feiten en Emotie” waarbij ze de natuurbeschermers verweet alleen emotie te hebben en niet te luisteren naar de feiten van de vissers. In alle door de sector geproduceerde rapporten kon ik vervolgens nauwelijks feiten vinden en vooral veel emotie terwijl de onderzoekinstituten en natuurbeschermers stapels feiten produceerden.’

De stapels feiten… kwantiteit van Imares/NIOZ-vruchten is natuurlijk geen maat voor kwaliteit en waarheidsgehalte van activistenclaims. Zo krijgen we een Frans Vera-deja vu, maar dan op het Wad. Ik kan me voorstellen dat menig visser deze man stevig in zijn wollen sokken door elkaar had willen schudden.

Theunis Piersma valt van voetstuk
Er is maar één visie dominant in de Waddendiscussie.En wel, de zeer specifieke insteek van Imares/NIOZ-onderzoek. Die kan –naast de uitvoerig besproken capriolen van Han Lindeboom van Imares– weinig beter gedemonstreerd worden met het werk van Piersma, en zijn ‘humans wacking the Waddensea’ (de verdorven mens die het Wad Gek maakt), waarover ik al blogde.

Piersma en pupillen vinden in Ecosystems 2010 het bij evolutionaire ecologie achterhaalde ‘Natuurlijk Evenwicht’ opnieuw uit, nu onder de naam ‘internal regulation’ versus de verdorvenheid van de mens (‘external regulation’). Je ziet vaker bij wetenschappers dat ze na een topperiode blijven teren op de prestaties van vroeger.

Piersma weigert openlijk iedere visserijbiologische kijk op het Wad in serieuze overweging te nemen, zoals Piersma mij ook via email bekende.

‘Ik geloof niets van DIE VERHALEN van Boddeke’.

Terwijl ‘die verhalen’ van voormalig hoofd biologisch onderzoek Dolf Boddeke bij visserijbiologisch instituut RIVO gewoon degelijk biologisch en peer reviewed onderzoek betreffen. Piersma heeft Boddeke’s onderzoek met Paul Hagel waarschijnlijk nooit gelezen. Onderzoek dat aanvechtbaar is, maar wel veel steviger staat dan Piersma’s kokkelonderzoek, waarvan de geldigheid deels vervalt zodra je de baseline opschuift.

Met het verschuiven van de baseline vervallen tevens alle conclusies over vogelbestanden uit de Natura 2000-rapportage van IMARES/Han Lindeboom, die als ENIGE argument gelden om visserij te verbannen. Blogde ik al over in deze Waarheid op Wad-reeks. Han Lindeboom wil zelfs terug naar 1883. Waarom? Nou eeh, ja, eeh., daarom. Dat blogde ik al, maar vanuit NIOZ/Imareshoek zal niemand hierover iets kritisch zeggen.

En zo blijven de vissers ‘met stomheid geslagen’achter.
Laat ik afsluiten met Keulartz, die eigenlijk in 1997 al de argumentatie van het genre Wadden Natuurlijk/Imares/NIOZ afbrandde, tot slechts een smeulende ashoop overbleef. Volgens mij leest men bij Imares/NIOZ niet, want dan was de VIBEG-serenade onnodig geweest.

‘Het onderzoeksprogramma van de natuurontwikkelaars maakt zich schuldig aan een dubbele eenzijdigheid. Ze houden zich niet alleen doof voor alle argumenten die niet op ecologie gebaseerd zijn, maar maken ook op een uiterst selectieve wijze gebruik van ecologische bevindingen.

Au! Niet alleen is de systeemecologie (zoals van Vera/Piersma en co) achterhaald door evolutionaire ecologie. Hij constateert dat alle discussies over ‘oorspronkelijkheid’ waardoor natuurontwikkelaars zijn geobsedeerd een metafysische (= religieuze) grondslag hebben, en dat al 14 jaar geleden.

‘Men is allergisch voor exoten en geobsedeerd door het waarlijk autochtone en authentieke. Alles draait om oernatuur. Om die weer terug te krijgen verricht men kostbaar onderzoek naar ecosystemen uit lang vervlogen tijden en uit ver afgelegen gebieden waar nog snippers wildernis zijn te vinden. (bij Piersma is dat Mauretanie RZ) Natuurontwikkeling wordt gekenmerkt door een merkwaardige combinatie van het romantisch ideaalbeeld van oernatuur en ecotechnologie.’

Ach jaa, ecologen….