Veel KNMI'ers, Bram Bad Breath Bregman en Rob van Dorland hebben een in steen gebeiteld vijandbeeld van klimaatsceptici zo blijkt uit een KNMI-stageverslag

Mensen sturen ons dingen: dit merkwaardigste ‘onderzoek’ in de academische geschiedenis hadden we over het hoofd gezien, het KNMI-stageverslag ‘Sceptici: Negeren of proactief handelen’, van de bestuurskundige bachelor Deniz Canpolat van de Erasmus Universiteit. Andermaal blijkt hoezeer KNMI-wetenschappers in hun gemodelleerde cocon leven. De probleemstelling:

In de wetenschappelijke literatuur is weinig te vinden over de omgang met sceptici. Dit onderzoek probeert op een systematische manier conclusies te trekken over dit onderwerp.

Dit door Bram ‘Bad Breath’ Bregman (Hoogleraar Klimaat en Zuurademigheid in Nijmegen) en Rob van Dorland (2 peer reviewed publicaties sinds 1997) begeleide gedragsonderzoek naar sceptici, probeert de mores van deze merkwaardige menssoort- die maar niet wil aannemen dat verwachte verdubbeling van CO2 sinds 1850 in 2050 tot liefst 3 of meer graden opwarming leidt – te doorgronden.

Er is geen commentaar nodig: de citaten spreken voor zich

Het KNMI worstelt dan ook in de omgang met sceptici. Is het beter om deze groep mensen te negeren, ondanks de ‘wet KNMI 2002’ die stelt dat het KNMI de samenleving dient te voorzien van kennis over het klimaatsysteem? Of is juist het tegenovergestelde – actief ingaan op sceptici – een betere strategie.

Deze vond ik leuk, omdat hij door Bram Bad Breath Bregman is gedaan, de man die Marcel beschuldigde van complotteren met de olie-industrie en andere onhoudbare zaken. Wel mailde ik Hajo net, dat het maar eens afgelopen moet zijn met de bijvoeglijke naamwoorden. We kunnen met argumenten eenvoudig winnen.

Een ander beeld is dat sceptici zich soms wat genuanceerder mogen uitlaten, en niet populistische uitspraken doen die wetenschappelijk onhoudbaar zijn (Bregman, 2010).

De wereldvreemdheid van KNMI-wetenschappers (hun totale onbekendheid met gefundeerde kritiek uit de Blogosfeer viel Marcel al op bij zijn KNMI-presentatie) en eenzijdige informatievoorziening door Realclimate en milieu-activistische sites/Greenpeace met de Exxon-mantra wordt hier nog eens bevestigd, en waarom René Leegte (VVD) gewoon gelijk had:

Volgens de ondervraagden van het KNMI zijn de drijfveren van klimaatsceptici divers. Een van de drijfveren is de betrokkenheid bij een (economisch) belang van olie- en kolenbedrijven; deze wordt ondersteund door vrijwel alle geïnterviewde personen van het KNMI.

(Deniz interviewde de ergsten, waaronder Van Dorland en Bregman, wij weten dat er vele KNMI’ers zijn die een andere opinie hebben)

Laat ik de site van sceptische klimatoloog dr Roy Spencer even citeren, die ze bij het KNMI waarschijnlijk nog nooit hebben gelezen omdat ze het IPCC als het woord van God nemen.

Dr. Spencer’s research has been entirely supported by U.S. government agencies: NASA, NOAA, and DOE. He has never been asked by any oil company to perform any kind of service. Not even Exxon-Mobil.

Ook leuk, en dit moet ik bij De Jager navragen, want volgens mij heeft De Jager dit helemaal niet herroepen, maar is dit het Maunder Minimum-verhaal dat Amerikaans onderzoek recent bevestigde:

Het KNMI heeft ooit samen met scepticus dr. C. de Jager onderzoek verricht naar de invloed van de zon op het klimaat. De conclusies van dit onderzoek werden na een half jaar weer door de Jager zelf ter discussie gesteld (Van Dorland, 2010). Een ander alternatief is om via het Internet effectief en efficiënt in te gaan op klimaatsceptici. Concreet betekent dit dat er een weblog op het Internet komt waarbij met een goed, neutraal betoog snel wordt gereageerd op tegengeluiden

Daarom vroeg ik Bart Verheggen al waarom hij een webaward kreeg van klimaatalarmist/zuurzaamheidsconsultant Jan Paul van Soest, en waarom hij nu zo fanatiek reageert bij Hans Labohm (apart agendapunt) en bij ons: heeft hij van ECN/KNMI opdracht een deel van zijn fte te steken in het ‘helder en duidelijk’herhalen van wat wij al lang wisten maar desondanks niet aannemen omdat observaties een andere kant uit wijzen? Onze Marcel wordt ook genoemd.

Deze quote is tekenend voor hoe de ambtenarij totaal niet begrijpt waar het klimaatdebat over gaat

VROM wordt geconfronteerd met de vraag of er beleid gevoerd moet worden en hoe doortastend dat moet zijn. In dat verband is het relevant of de sceptici aannemelijk kunnen maken dat niets doen, niet leidt tot vermijdbare klimaatverandering. De discussie is nu gericht op de vraag of het IPCC de volle 100% gelijk heeft. Voor die test zakt het IPCC, maar het kind mag niet met het badwater worden weggegooid, en daar gaat het soms op lijken (Pieters, 2010). 

Gelukkig was deze student zo verstandig om buiten het KNMI te kijken, om te zien dat er gewone normale credible wetenschappers zijn, die het IPCC niet als laatste oordeel beschouwen. Zoals Paleo-bioloog Bas van Geel (UvA), met zijn ruimere blik op de klimaathistorie. Ter herinnering: Wij van Climategate zijn geen representatieve sceptici. Echte sceptici, dat zijn de actief publicerende wetenschappers die het IPCC niet als evangelie zien.

Van Geel heeft ook zo zijn ideeën over hoe het KNMI zou moeten omgaan met geluiden van sceptici. Het is van groot belang dat het KNMI genuanceerder haar klimaatkennis naar buiten brengt. Van Geel verwacht namelijk dat de aarde een koudere periode tegemoet gaat. Als dat gaat gebeuren, dan zal dat een buitengewoon negatief effect hebben op de reputatie van het KNMI/IPCC: de geloofwaardigheid van klimaatwetenschappers komt dan in het geding. Het KNMI doet er verstandig aan om zich hiertegen te beschermen door alarmistische berichtgeving over de ‘Opwarming van de Aarde’ te relativeren (van Geel, 2010).Het is van belang dat het KNMI meer tegengas geeft.

Hear hear.
En zo komt er ook nog een verstandig geluid tussen het in steen gebeitelde wereldbeeld van Rob van Dorland (die zich voor deskundige uitgeeft maar nauwelijks peer reviewed publiceerde over het broeikaseffect), Bart Bregman (rabiaat activist die iets met zuurzaamheid doet) en Bart Strengers (de man van het PBL die de wereld afmailde om een weerwoord op Marcel’s boek te formuleren, omdat hij zelf de kennis niet had).

De student slaat zelfs de spijker op zijn kop als het eindadvies luidt:
‘Aansluitend hierop is het verstandig om meer verschillende disciplines te betrekken bij het klimaatonderzoek.’ Dat gebeurt wel, lees hfdstuk 6 WG 1 AR4, maar die hebben het te druk met actie voeren en hockeysticken.

en

Geef bijvoorbeeld ook ruimte aan paleo-ecologen die de geschiedenis van het klimaat onderzoeken. Nu wordt niet beweerd dat het KNMI op het verkeerde spoor is, ik heb niet de technische achtergrond om dat te beoordelen. (dat heeft Bram Bregman ook niet RZ) Echter, ik verwacht wel dat andere disciplines met verschillende inzichten komen om uiteindelijk tot een beter begrip van het complexe klimaatsysteem te komen. Dit verhoogt het ‘waarheidsgehalte’ van deklimaattheorieën. Uiteindelijk is dit ook het doel van de integere
klimaatscepticus.

Deniz: Dan vergeven we je met liefde de tenenkrommende studiehuizerfout, door een moeilijk woord te gebruiken dat je zelf niet snapt: zelfprolifererend, je bedoelde waarschijnlijk zelfprofilering. Dat die fout blijft staan komt door de deskundigheid van je begeleiders.