Gisteren is Noor van Andel overleden.

Noor speelde een belangrijke rol in de klimaatdiscussie, in Nederland maar ook over de grenzen. Als scherpzinnig natuurkundige begreep hij de fysica van het broeikaseffect als geen ander, en heeft hij een belangrijke inbreng gehad in de discussie hierover.

Deze bestond er in de eerste plaats uit dat hij praktisch als enige de theorie van Miskolczi begreep en voor anderen toegankelijk maakte,  maar daarnaast ook uit eigen toevoegingen die zich ontwikkelden tot een zelfstandige visie op klimaatvorming. Toch was het klimaat voor hem slechts een fascinatie, waarbij hij welwillend zijn kennis inbracht. Zijn enorme energie besteedde hij de laatste twintig jaar vooral aan energiebesparende innovaties.

 

Afscheid van een groot ingenieur

Noor van Andel was een briljante uitvinder, een bevlogen natuurkundige, een aimabel en behulpzaam mens, maar bovenal een echte ingenieur. Al zijn inventiviteit en intelligentie stonden in dienst van het realiseren van werkende producten, van empirisch aantoonbaar juiste theorieën.

Als researchdirecteur van AKZO had hij de leiding over vijf laboratoria in twee werelddelen, en pendelde daartussen op en neer, maar was nooit achter zijn bureau te vinden. Bij voorkeur liep hij door het lab om alle onderzoekers en hun experimenten met eigen ogen te zien en te helpen bij hun werk. Zo ontwikkelde hij een enorme praktische kennis, maar ook een sterke intuïtie voor wat werkt en wat niet, en voor wat klopt en wat niet.

Zijn passie voor technologie heeft hij nooit verloren: de laatste jaren werkte hij met zijn zoon Eur, ook natuurkundig ingenieur, met groot enthousiasme en idealisme aan de ontwikkeling van een ideale energie-omzetter voor aardgas: een combinatie van keramische brandstofcellen met een kleine turbine. Deze combinatie zet ca 80% van de energie in het aardgas om in elektriciteit, en is daarmee veruit de efficiëntste fossiele energie-omzetter. Maar ook de hoogwaardige restwarmte kan nog benut worden. Hiermee wordt alles uit het gas gehaald wat erin zit.

Dit steekt exergetisch en energetisch schril af bij het véél lagere rendement waarmee we gewoonlijk onze fossiele brandstoffen misbruiken, en pakt de kern van ons energieprobleem aan. Geen halfwassen alternatieve droom, maar een fundamentele verbetering, met een hoog technologisch gehalte. Met een ongekende drive was hij bezig alle hordes te nemen om dit zeer zware project met beperkte middelen voor elkaar te krijgen.

Als echte doener zou je Noor misschien niet zo snel verwachten in de wetenschappelijke hoek. Maar bij alles wat hij deed stond hij met één been in de wetenschap. Als geen ander begreep hij dat de technoloog alleen echt verder komt als hij zich verdiept in de wetenschap, en dat de wetenschap nooit tot resultaten komt als er geen technoloog is die de theorie naar de praktijk vertaalt. Hij hield dan ook gedurende zijn hele carrière contact met zijn geliefde TU Delft, en bleef betrokken bij de ontwikkelingen daar.

Ik weet eigenlijk niet hoe Noor bij de klimaatdiscussie betrokken is geraakt, maar het verbaast me niet dat hij ook daarin met grote gedrevenheid, en tegen de stroom in, aan een concrete oplossing werkte, in de vorm van een theorie die zowel klopt met de waarnemingen als met de onderliggende natuurwetten, en een praktisch handvat biedt om met de problematiek om te gaan.

Bij mijn eigen pogingen om als buitenstaander de fysische werking van het broeikaseffect te doorgronden, kwamen allerlei vragen op die de klimatologen en natuurkundigen aan wie ik ze voorlegde niet konden beantwoorden. Maar Noor wist op elke vraag het antwoord, en kon uren met me praten en mailen over de consequenties van deze wetmatigheden voor het broeikaseffect. Ik raakte steeds meer onder de indruk van zijn fundamentele inzichten en veelzijdigheid.

Toen ik hem eens vertelde dat ik ook met een keramisch brandstofcel project bezig was, resulteerde dat in een enthousiaste en veelbelovende samenwerking.

Mijn bezoeken aan Twente stonden verder geheel in het teken van de brandstofcel projecten. Het klimaat stond op de tweede plaats, en moest het doen met de loze momenten in de auto of ’s avonds achter de email.  Noor was vooral bezig met technologie, met concrete, creatieve oplossingen, met het zetten van net die éne stap verder dan anderen. Dat was zo bij zijn energieproducerende kas concept, bij zijn warmtewisselaar voor ventilatie zonder energieverlies voor scholen, bij zijn futuristische zonneterp, waarin wonen en voedselproductie geïntegreerd werden, en bleef zo tot zijn laatste grote project, de brandstofcel-turbine.

Hoewel de last van de chemotherapie de laatste maanden af en toe een zware tol eiste, bleef hij nuchter en positief, en leek hij niet uit het veld te slaan.

Een ingenieur in hart en nieren, die ik zó graag nog vele jaren aan het werk gezien had.

(Noor van Andel over zijn favoriete energieprojecten)

Zonneterp