Noem je vogelmolen ook naar je favoriete gedode dier

De werkelijkheid is altijd weer cynischer dan je fantasie er voorstellingen van kan maken.

Ik berichtte al over het WC eenden-onderzoek van Mardik Leopold over de impact van windfarms op vogels, dat de krant van goedgelovigen zo ijverig kopieerde. Hier toon ik analyses zonder belangenverstrengeling met windfarmlobby, zoals van de Vogelwarte Helgoland.

Deze studie benadrukt in 2003 al wรฉl de verstorende werking van het continue noodzakelijke onderhoud van windfarms op-jawel- de zwarte zee-eend- die nu net hรฉt excuus van Imares is om visserij weg te jagen van Wad en Noordzee. Ironisch genoeg leek deze eend zich van vissersschepen niets aan te trekken.

Zij stellen zelfs dat offshore-windfarms potentieel destructiever zijn voor trekvogels dan op land, mede door hun enorme afmetingen.

Windfarms Natura 2000-gebied Borkumse Stenen krijgen namen van vogels die slachtoffer worden
Het wordt nรณg leuker. Alle offshore windfarms verschijnen namelijk in Natura 2000 gebied of in gebied met natuurwaarden die clubs als Stichting de Noordzee claimen te verdedigen. Duitsland en Nederland bouwen Natura 2000-gebied de Borkumse Stenen vol met windfarms. Op deze site zie je het enorme oppervlak dat ze mogen innemen. Die farms krijgen vogelnamen als ‘Jan van Gent’ en ‘Grote Jager’, precies de vogels die ze knockout slaan met hun wieken, vooral ’s nachts, bij trek, storm en donkere weersomstandigheden.

Toch wekt antivisserijclub Stichting de Noordzee (meer dan 1 miljoen euro subsidie van de overheid per jaar) de suggestie dat visserij het gebied zou ‘beschadigen’….Toen Christien Absil met haar bezem over de Borkumse Stenen vloog in glimmend paarse Moeder Aarde-outfit heeft ze echter niet goed gekeken. Maar wat ze niet zag zuigt ze eenvoudig uit haar toverstafje, zo blijkt.


Punt van Informatie: visserij moet plaatsmaken voor windfarms
Op onze Noordzee moet de visserij volgens Integraal Beheerplan Noordzee 2015 plaatsmaken voor Offshore windfarms, nu met Natura 2000 als excuus. Dat IBN-2015 plan is gedicteerd door Natura 2000-rapporteur van Imares Han Lindeboom, tevens windmolenlobbyist voor We@Sea. Op 5 september moeten vissers hun beste visstekken offeren aan de milieubeweging, zoals ik al schreef. Terwijl die zelfde stekken als de Doggersbank ondertussen worden volgeplempt met windmolens

Anti-visserijclub Stichting de Noordzee geeft vissers schuld van natuurbeschadiging Borkumse StenenDus terwijl de windcowboys alle bruinvissen en zeehonden tot kilometers uit de omtrek van het gebied mogen wegheien, vogels mogen vermalen en trekroutes verstoren: lezen wij op de – dankzij de miljoenen euro’s ministeriele subsidie- glossy glimmende site van antivisserijclub Stichting de Noordzee een suggestief stukje proza. Dat vissers op subtiele wijze als ongewenste partij aanwijst:

De Borkumse Stenen is een gebied dat grenst aan de Noordzeekustzone, ten noorden van de Waddeneilanden nabij Schiermonnikoog. Het ligt tegen het al door Duitsland aangemelde gebied Borkum Riffgrund aan.
Dit gebied staat bekend om z’n enorme stenen, die er vroeger lagen. Het meeste is helaas opgevist en hoeveel er nu nog ligt, is niet duidelijk.
Het gebied kent een divers bodemleven en wordt veel door zeehonden gebruikt om te verblijven en foerageren. Ook bruinvissen worden vaak in dit gebied gezien

Hoe weten Absil en haar deeltijddeskundigen dat?
Deze deeltijdexperts van de Drieharingstraat in Utrecht hebben geen eigen kennis, maar citeren uit derde hand de zaken die in hun holistische paradijs-ideologie passen, afhankelijk van waar het geld vandaan waait. De enige gegevens waarop zij zich kunnen baseren zijn van Imares.

Kweetniet: de traditionele basisconclusie van Imares met getallen verhuld
Maar zoals meestal, wanneer je nauwelijks veldonderzoek doet, weet je niet wat er onder zeeniveau afspeelt. Imares onder aanvoering van windfarmlobbyist Han Lindeboom (We@Sea/Imares)weet het dus ook niet, want er bestaan alleen schimmige 20 jaar oude gegevens. Lees maar dit aanmeldingsrapport met de enige beschikbare Nederlandse basisinformatie van de Borkumste Stenen van Imares uit 2008:

    Men neemt op theoretische gronden aan dat er een hard substraat moet zijn met grote zwerfkeien,
    Er is door Nederland NOOIT enig onderzoek gedaan of die aanname klopt, en zwerfkeien een habitatkenmerk zijn (of dat zij bijvoorbeeld na 20.000 jaar bedolven zijn geraakt onder sediment)
    Er is wel Duits geologisch onderzoek gedaan, dat aantoont dat er slechts grind en zand is

Dit is het ENIGE dat Imares weet over het sediment van de Borkumse Stenen, let op de merkwaardige laatste zin.

Theoretisch gezien zouden er verspreid over het gebied grote zwerfkeien moeten liggen en zouden er plekken zijn met lokaal grof tot zeer grof zand en grind. Door het aan wal brengen van stenen door de visserij is het niet bekend of dit nu nog steeds zo is

    En lees nu nog eens de vertaling van deze zin door Stichting de Noordzee, alsof zouden vissers alle tonnen zware zwerfkeien uit de Noordzee hebben gevist omdat de visafslag liever menhirs van Obelix afneemt dan kabeljauw en platvis.

Dit gebied staat bekend om z’n enorme stenen, die er vroeger lagen. Het meeste is helaas opgevist en hoeveel er nu nog ligt, is niet duidelijk.

Terwijl de redenatie oorspronkelijk omgekeerd was, als wij Imares lezen: daarom stortte Greenpeace immers ook grote stenen: dan zou de visserij wegblijven.

In 1988 werd voor het Nederlands deel van het gebied aangenomen dat door de aanwezigheid van grote zwerfkeien de bevissingsgraad van het gebied relatief laag zou zijn en het gebied daarom gebruikt zou kunnen worden als referentiestudie gebied (onbevist) ten opzichte van zwaar beviste gebieden daarbuiten. Deze veronderstelling lag ten grondslag aan een beknopt onderzoeksprogramma in het gebied tussen 1988 en 1991.

Dat beknopte onderzoeksprogramma van 20 jaar geleden met tegenstrijdige conclusies is het enige dat Imares heeft. Men schrijft vervolgens unieke soorten toe aan het POTENTIEEL voorkomen van zwerfkeien, maar weet niet of die er ook liggen.

Offshorefarms verjagen bruinvissen, maar Stichting de Noordzee (tevens windfarmlobbyist) houdt haar mond over windfarms: dus blijft alleen visserij als kandidaat over om je milieuvriendelijkheid tegen te profileren.
Wanneer Stichting de Noordzee meer gaf om natuur dan subsidie-inkomsten zouden zij zich tegen windfarms keren in plaats van zich over te geven aan gesubsidieerde visserij-bashing. Dat blijkt uit de karrenvracht studies die de schade van windfarmconstructie aangeeft op bruinvissen. Dit is er รฉรฉn bij Horns Rev, maar reageerders vinden ongetwijfeld veel meer

Porpoise acoustic activity was reduced by 100% during 1 h after pile driving and stayed below normal levels for 24 to 72 h at a distance of 2.6 km from the construction site. This period gradually decreased with increasing distance. A negative effect was detectable out to a mean distance of 17.8 km. At 22 km it was no longer apparent, instead, porpoise activity temporarily increased.

Out to a distance of 4.7 km, the recovery time was longer than most pauses between pile driving events. Consequently, porpoise activity and possibly abundance were reduced over the entire 5 mo construction period. The behavioural response of harbour porpoises to pile driving lasted much longer than previously reported. This information should be considered when planning future wind farm construction.

Zie ook dit onderzoek, dat dankzij sponsoring door de UNEP gekleurd is door klimaatideologie en dus de windfarmlobby ondersteunt. Maar dit conferentieverslag verwijst met name naar het onderzoek bij de Nysted windfarm aan bruinvisgedrag. Dit toont duidelijk: windfarms verjagen bruinvissen en constructie beschadigt hun gehoor.

Toch wekken deeltijdexperts van Stichting de Noordzee de suggestie dat bruinvisstranding vast door vissers moet komen (het zou door ‘verhongering’komen)

Stichting de Noordzee registreert ijverig het aantal strandingen van bruinvissen, zoals hier in de Telegraaf verkondigd. Die strandingen nemen toe, waarschijnlijk omdat er steeds meer bruinvissen voor de kust voorkomen. Toch wekke zij zonder directe beschuldiging de suggestie dat visserij de schuldige moet zijn. Hoewel je zoals gezegd Imares-zeeonderzoek altijd met korrel zout moet nemen, geeft dit rapport echter aan dat maximaal 7,75 procent veroorzaakt kan worden door bijvoorbeeld STAAND WANT-visserij: een visserijvorm die volgens mij van Stichting de Noordzee er zo gunstig van af komt op hun viswijzer. Of heb ik me hier vergist?

Bovendien geven de ‘experts’van Imares in hun welbekende ‘kweetniet’-traditie (omdat ze zelf geen deugdelijke gegevens verzamelen) een onzekerheidsmarge van 7 tot 70 procent. Dus hun werk is wetenschappelijk betekenisloos.

Met andere woorden:

    Kan iemand mij uitleggen waarom Stichting de Noordzee, een subsidieverslaafde antinatuurclub die zich voor het tegendeel uitgeeft jaarlijks meer dan 1 miljoen euro subsidie moet krijgen van het Ministerie van ELI, wat voor maatschappelijke functie heeft dit New Age-gezelschap, behalve het belasteren en hinderen van de mensen die het Nederlandse volk van voedsel voorzien?