Prof. dr. G.W. Rathenau (1911-1989) hoogleraar experimentele natuurkunde, directeur van het natuurkundig laboratorium van Philips, adviseerde de regering om de maatschappelijke betekenis van technologie systematisch te bestuderen.

Het Rathenau Instituut (RI) valt geheel onder het beheer van de KNAW, en wordt betaald door OC&W. Er werken 60 man, en de omzet is 5 miljoen.

 

 


Wat doet het Rathenau Instituut?

De taakomschrijving is als je op de site rondkijkt zeer ruim, met veel hoogdravend taalgebruik, waardoor het een nogal ongrijpbaar instituut wordt.           
De missie is nog redelijk helder geformuleerd:

Het Rathenau Instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over wetenschap en technologie. Daartoe doet het instituut onderzoek naar de organisatie en ontwikkeling van het wetenschapsysteem, publiceert het over maatschappelijke effecten van nieuwe technologieën, en organiseert het debatten over vraagstukken en dilemma’s op het gebied van wetenschap en technologie.

Een concreter beeld wordt geschetst in dit filmpje.
Daaruit komen een aantal sleutelwoorden naar voren:
– onafhankelijke organisatie
– maatschappelijke vooruitgang
– menselijk welzijn
– wantrouwen wegnemen.

Weer wat verder komen we, als we de tweede alinea lezen van het Werkplan voor 2011-2012.
Daarin vinden we de begrippen:
– HVP inenting
– klimaatdebat
– ondergrondse CO2 opslag
– nano-technologie

Het plaatje begint zich af te tekenen. Laat ik het als volgt formuleren:
Het Rathenau Instituut doet onafhankelijk onderzoek naar voor mens en maatschappij nuttige ontwikkelingen in wetenschap en technologie, om daarover de politiek en het publiek goed te kunnen voorlichten, en daarmee wantrouwen weg te nemen en beleidsvorming te ondersteunen.

Als technoloog vind ik dat een nuttige zaak: maar al te vaak worden er door de media hypes en hetzes opgestookt waardoor de bevolking overmatig angst wordt aangejaagd voor op zich onschuldige verschijnselen. Neem bestraalde aardappelen, kernafval, genetische manipulatie van gewassen, de millennium bug, ufo’s en dramatische klimaatverandering.
Daarbij kan onafhankelijke, objectieve, genuanceerde en goed onderbouwde voorlichting een belangrijk verschil maken.

Draagvlak-organisatie
Waar we het hier over hebben is dus in feite draagvlak creëren voor nieuwe ontwikkelingen en beleid. Het Rathenau Instituut is eigenlijk een draagvlak-organisatie. Kijk, nu wordt het één en ander duidelijk!

Maar dan bevindt het zich wel op een heel glad en hellend vlak. Want wat is de informatie nog waard van een instituut dat probeert draagvlak te creëren? Dat kan de gemiddelde burger of politicus niet beoordelen.
Wie weet krijgt het instituut  wel rechtstreeks vanuit het (financierende!) ministerie of de KNAW de opdracht om bv. de gevaren van kernenergie en CCS te bagatelliseren, en die van CO2 uitstoot te overdrijven.
We weten van het KNMI al dat het dergelijke telefoontjes heeft ontvangen, waarom het Rathenau dan niet?
Het is dan ook geen toeval dat het  woord “draagvlak” niet één keer voorkomt in de 86 pagina’s van het Werkplan: zodra het publiek de indruk krijgt dat een instituut bedoeld is om hen te beïnvloeden, werkt de truc niet meer. Dat is uit recent onderzoek gebleken.

Of een dergelijk  instituut effectief kan functioneren en gezag houdt bij de bevolking en de politici, is dus een delicate zaak. Daarvoor is een zeer grote onafhankelijkheid vereist, en een uiterst integere instelling van de leiding en het wetenschappelijk personeel.

Die onafhankelijkheid lijkt organisatorisch uitstekend gewaarborgd door het RI onder te brengen bij een prestigieus en onafhankelijk wetenschappelijk instituut als de KNAW.

De integere instelling is een kwestie van cultuur en van de juiste man op de juiste plaats. En ook daar is er weinig reden tot twijfel: hierop wordt vanuit de boven alle twijfel verheven vertegenwoordigers van de Nederlandse academische wereld in de KNAW uiteraard nauwlettend op toegezien.

Toch?

Barsten in het fundament
Helaas!
Al jaren geleden is binnen de KNAW een vreemde visie ontstaan over de manier waarop de wetenschappelijke gemeenschap haar maatschappelijke verantwoordelijkheid zou moeten uitdragen, en daarbij is de zuiver wetenschappelijke opstelling verloren gegaan. Al jaren stelt de KNAW zich bijvoorbeeld in het klimaatdebat op als vertegenwoordiger van het eenzijdige IPCC standpunt, en tracht het de misdragingen van de klimaatwetenschappers zoveel mogelijk te bagatelliseren, zelfs als ze overduidelijk wetenschappelijke beginselen met voeten treden. Je zou mijns inziens juist verwachten dat de KNAW daar als eerste tegenin zou gaan en sterke afkeuring zou laten blijken.

Ik heb inmiddels geheel of zijdelings acht blogs aan deze vreemde rol van de KNAW gewijd, die via het lijstje links onderaan dit blog terug te vinden zijn. Het duidelijkste bewijs voor bias van de KNAW is de recent gepresenteerde misleidende klimaatbrochure. Deze ideologische opstelling heeft het aanzien van de KNAW in mijn ogen ernstig geschaad.

Het betekent echter ook dat het krachtveld waarbinnen het Rathenau Instituut opereert fundamenteel veranderd is. Welk standpunt moet het innemen op klimaatgerelateerde onderwerpen waar het ministerie wanhopig draagvlak voor zoekt, en waar de KNAW ook een partijdig standpunt over heeft ingenomen?

Het ligt niet binnen mijn vermogen om vast te stellen of er vanuit de KNAW of het ministerie druk op het Rathenau Instituut is uitgeoefend, maar het is alleszins aannemelijk dat wanneer de Rathenau leiding een alarmistische koers zou varen, deze niet door de KNAW gecorrigeerd zou worden.

Het Rathenau Instituut en het alarmisme
Gezien haar taakomschrijving ligt er met name op klimaatgebied voor het Rathenau Instituut een heleboel werk: als er ergens bewust angst gezaaid wordt en de hand gelicht wordt met wetenschap, is het daar wel. En gezien één van de vragen die het RI zich stelt: “Wat is de invloed van de institutionele structuur op kennisproductie en kennisgebruik?” schrééuwt het peer-review proces van het IPCC ook om een nader onderzoek!

Maar vreemd genoeg er is nog geen enkel Rathenau rapport verschenen waarin de desinformatie en bangmakerij vanuit het alarmistische kamp aan de kaak gesteld wordt. Integendeel, Rathenau directeur Staman staat al jaren als fanatiek IPCC aanhanger bovenop de barricaden en pleit voor een snellere verduurzaming dan zelfs Cramer voorstond.
Ook werd bij enige door het RI georganiseerde bijeenkomsten op gebied van klimaat en duurzaamheid een zeer partijdig standpunt ingenomen, en werd onverbloemd de IPCC leer en het diepgroene duurzaamheidsgeloof verkondigd. (Later ga ik hier uitgebreid met concrete voorbeelden op in.)

Dit valt volstrekt niet te rijmen met de objectieve voorlichtende rol die het instituut zou moeten vervullen.
Maar zoals uit de voorgaande paragraaf duidelijk werd: van de toezichthoudende KNAW hoefde het RI geen kritiek te verwachten, die leeft ook volgens het IPCC evangelie.

Heeft de KNAW wellicht even niet goed opgelet en is ze zich niet bewust van de eenzijdige opstelling van het RI?
Nee, dat kan het niet zijn: ik heb de KNAW daarvan al in 2009 schriftelijk op de hoogte gesteld, zelfs in de vorm van een uitgebreide email correspondentie waarin ik (overigens vruchteloos) probeerde een klacht aanhangig te maken bij de KNAW over de aantoonbaar eenzijdige opstelling van het Rathenau Instituut in het klimaatdebat, naar aanleiding van de hieronder beschreven voorvallen.

We kunnen alleen maar concluderen dat zowel de KNAW als het Rathenau instituut onder invloed van de CO2 hype de afgelopen jaren hun wetenschappelijke plicht verzaakt hebben en gezamenlijk afgegleden zijn naar het verkondigen van een politiek-ideologisch standpunt. Er is verder op grote schaal door het RI draagvlak gecreëerd voor duurzaamheidsbeleid van de regering door bewust eenzijdige voorlichting.

Dit is voor het RI een blamage. Wanneer het publiek niet blind kan vertrouwen op de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van dit instituut verliest het zijn bestaansrecht.

Technologie is toch iets van ingenieurs?
Ingenieurs zijn opgeleid om de theorie van de wetenschap te vertalen naar de praktijk.
Voor het op praktische waarde en risico’s beoordelen van wetenschap heb je dus ingenieurs nodig. Voor het beoordelen van technologie is dat al helemáál vanzelfsprekend.
Je zou dan ook een sterke inbreng van ingenieurs verwachten bij het Rathenau Instituut. Maar bij de 46 wetenschappers in de staf vind ik tussen een leger doctorandussen en een enkele Wageninger slechts twee TU ingenieurs.

Hoe serieus kun je een technologie-assessment van een dergelijk gezelschap dan überhaupt nog nemen? Wie mij kent, ziet mijn fronsende wenkbrauw nu duidelijk voor zich!
.

Voorbeelden uit de praktijk

1. De Waterstofeconomie
In 2005, tijdens de hoogtijdagen van de waterstofeconomie (hoelang heeft u daar al niets meer van gehoord?) organiseerde het Rathenau Instituut over deze bij enige ministeries destijds zeer populaire dwaasheid een avondvullende voorlichtingsbijeenkomst in Delft.
Daarvoor was als spreker slechts één professor uitgenodigd, groot voorstander van de waterstof economie, die overigens miljoenen aan onderzoeksgelden nodig had voor zijn inderdaad baanbrekende onderzoek naar de opslag van waterstof in hydraten.

Ik schreef in een heel beleefde en uitgebreide brief aan het Rathenau instituut dat in mijn ogen de waterstof economie een slecht plan was met alleen maar nadelen, zowel energetisch als economisch, en dat het me in het kader van objectieve voorlichting nuttig leek als ik dat op deze avond aan de orde zou mogen stellen met een korte presentatie.  Bij een eerder groot KIVI symposium over hetzelfde onderwerp was mij daartoe op verzoek welwillend gelegenheid geboden.

Maar dat mocht niet: mij werd het “genereuze” voorstel gedaan dat ik na de lezing (van 2x 45 minuten) mijn standpunt kort en krachtig vanuit het publiek zou mogen aankaarten.
Daar heb ik van afgezien, de vluchtigheid van dit soort discussies kennende: vanuit een zaal moet je je tekst beperken tot twee à drie zinnen, de rest ontgaat het publiek toch; en daarin was geen genuanceerd beeld te schetsen.

Anekdotisch: om zijn zee van tijd vol te krijgen nam de professor tijdens de avond vervolgens zelfs ruim de tijd om het publiek uitgebreid voor te rekenen dat er voldoende water op aarde was voor een bloeiende waterstofeconomie….

Nou je het zegt… zou er eigenlijk nog wel voldoende CO2 op aarde zijn voor een fossiele energievoorziening?

2. Debat over de rol van de media in de klimaatdiscussie
Op 1 september 2009 hield het RI een bijeenkomst in De Balie in Amsterdam die het als volgt aankondigde:

Het Rathenau Instituut peilt in het Engelstalige debat “Six Degrees: Too Hot to Handle” hoe de klimaatdiscussie er momenteel voor staat. Waarover zijn wetenschappers het eens en waarover heerst nog onzekerheid? En welke keuzes maken journalisten in hun berichtgeving?

Te gast zijn Mark Lynas (schrijver van het boek Six Degrees), wetenschapper Rob van Dorland (KNMI) en journalist Paul Luttikhuis (NRC Handelsblad).

De Balie

Ik was verbaasd toen ik dit las: hoe wil je een debat krijgen als je drie uitgesproken alarmisten bij elkaar zet die het volledig met elkaar eens zijn? Ik heb toen een mail geschreven die ik besloot met:

“Deze eenzijdige aanpak lijkt me in strijd met de missie van uw instituut.
Ik raad U aan om alsnog te zorgen voor enige deskundige objectieve of kritische sprekers, bijvoorbeeld Marcel Crok voor de journalisten en Hans Labohm of Bas van Geel voor de wetenschappers.
Alleen dan maakt U waar wat U in de aankondiging claimt.”

(Ik kende toen nog geen van deze heren anders dan uit de pers)

Het antwoord (u raadt het al):

Ik wil graag benadrukken dat we de uitnodiging voor dit debat ruim verspreid hebben, en nog zullen verspreiden, in kringen van mensen die zich met de klimaatdiscussie bezighouden. Critici horen daarbij. Tijdens het debat is er voldoende ruimte voor (kritische) reacties uit de zaal.

Tijdens de avond werd uitgebreid in kaart gebracht wie van de aanwezigen wetenschapper, journalist  of ondernemer was, maar ik moest twee maal aandringen om te vragen wie er scepticus was. Ik bleek de enige in de bomvolle zaal!
Tot zover dus de belofte van een gemengd publiek en een zinnig debat!

Al snel begon de sfeer in de zaal te lijken op een gospel meeting gone bad. Zelfs aanwezige alarmisten gingen ervan over hun nek: zie dit vermakelijke verslag van Wilbur Perlot. Uit zijn verband gerukt citaat: “Bij vlagen vond ik de mensen in de zaal een stelletje extremistische engerds die niet konden wachten om de vrijheden van andere mensen in de wereld in te perken.”

Maar mijn broek zakte pas echt  af toen in het heetst van de strijd Rathenau directeur Jan Staman het woord nam en uitkraaide dat hij persoonlijk naar Kopenhagen zou afreizen om aldaar het IPCC tot ingrijpende maatregelen te brengen.
Luid applaus was zijn deel….

Jan Staman, directeur Rathenau Instituut

Blij verrast was ik toen Marcel Crok in de zaal bleek te zitten. Na afloop zocht ik hem op (dat was trouwens onze eerste ontmoeting), en vroeg hem of hij wellicht door de organisatie uitgenodigd was. Dat bleek bepaald niet het geval: Marcel had namelijk na het lezen van de aankondiging exact dezelfde email aan het Rathenau Instituut gestuurd als ik! Ook hij was afgescheept.

We vroegen ons af of er wellicht bewust een eenzijdige avond was georganiseerd, en besloten bij de borrel na afloop aan Staman opheldering te vragen.
Onze vraag: “Was de samenstelling van de sprekers per ongeluk eenzijdig, of wilde u bewust geen sceptisch geluid in het forum?”

Het antwoord van Staman was verbluffend openhartig:

“Heren, aan die sceptische geluiden heb ik helemaal geen boodschap!”

Nou, dat was duidelijk!

3. De klacht tegen het Rathenau Instituut bij de KNAW

Twee ervaringen met het RI rijker, beiden zeer partijdig en eenzijdig: dat kon ik toch niet zomaar laten rusten. Mijn meerdere emails aan het RI en het gesprek met Staman maakten mij duidelijk dat hier een structureel probleem speelde, en dat ik binnen het RI geen gehoor zou vinden. Dus schreef ik een email aan de KNAW. Hieronder vindt u een bloemlezing uit de hierop volgende correspondentie:

Ik vraag mij af of er een mogelijkheid is tot het indienen van een klacht over het functioneren van het Rathenau instituut. Zo ja, kunt U me dan de procedure uitleggen?

Dit is een wel heel algemene opmerking/klacht waardoor geen eenduidig antwoord is te geven. Wellicht kunt u duidelijker maken waarover u een klacht wenst in te dienen.

Ik heb inmiddels meerdere keren opgemerkt dat men bij activiteiten van het Rathenau instituut in controversiële aangelegenheden op voorlichtings- of debatavonden koos voor een zéér eenzijdige samenstelling van de sprekers. Daar heb ik twee keer schriftelijk bezwaar tegen gemaakt, waarbij ik éénmaal mijzelf en een andere keer zeer vooraanstaande en objectieve experts als toevoeging voorgesteld heb.

Beide keren werd ik afgeserveerd met de dooddoener dat er voor alle opinies ruimte is voor vragen vanuit de zaal. Helaas bleek echter in de praktijk in beide gevallen geen ruimte voor een zinnig debat en was het resultaat een zeer vertekend beeld over het onderwerp naar het publiek toe.

Dan verneem ik ook graag, of u al bij het Rathenau Instituut in contact bent getreden met bijvoorbeeld de directie over hetgeen u kennelijk dwars zit.

Zoals ik al zei heb ik emails geschreven, waar in eerste instantie geen bevredigende reactie op is gekomen. Een tweede email hierover werd de laatste keer zelfs niet meer beantwoord. Inmiddels weet ik dat ik niet de enige ben die hierover schriftelijk geklaagd heeft, zonder bevredigend antwoord te krijgen.

Ik heb hierover eergisteren in Amsterdam directeur Staman persoonlijk aangesproken, en hem meegedeeld dat ik deze opstelling ernstig in strijd vind met de missie van het instituut, waarvoor objectiviteit absoluut een eerste vereiste is.

Dhr Staman vertelde mij, met op zich bewonderenswaardige openhartigheid, dat hij geen boodschap aan mijn bezwaren had.

U zult begrijpen dat ik geen vertrouwen meer heb in een serieuze afhandeling van mijn klacht bij het Rathenau instituut zelf. Vandaar dat ik me tot U gewend heb.

De heer Staman en ik zijn van mening dat u ontvankelijk bent in uw klacht. Dit betekent dat we als KNAW een klachtprocedure zullen starten met een hoorzitting, indien u uw klacht wenst door te zetten.

Mijn klacht betreft niet dhr Staman persoonlijk, althans niet zijn opmerkingen tijdens ons gesprek. Zoals gezegd vond ik die juist verfrissend openhartig.

Zij bevestigden echter wel mijn vermoeden dat er sprake is van een bewust subjectief beleid. Mijn klacht betreft dat beleid, ongeacht de vraag of dat door Dhr Staman, een beleidscommissie, of overige personeelsleden van het Rathenau instituut is ontwikkeld dan wel in praktijk gebracht.

Het doel van mijn klacht is erkenning van mijn observatie dat het Rathenau instituut zich in de klimaat- en energiediscussie niet objectief en onpartijdig opstelt, hetgeen volgens zijn kerntaken wel vereist is, en aanwijzingen en suggesties voor een objectievere koers systematisch van de hand wijst.

Consequentie zou kunnen zijn: een aanscherping van de richtlijnen betreffende de objectieve en onpartijdige opstelling van het instituut, en een betrouwbare periodieke toetsing van de uitvoering van deze richtlijnen door een externe organisatie.

Op basis van uw nadere tekst concludeer ik, dat er geen klachtprocedure aanwezig is om uw aandachtspunten op die manier onder de aandacht te brengen bij de KNAW.

Ik leid zelf uit de tekst niet af dat de AwB op een dergelijke klacht niet van toepassing zou zijn, maar ik neem aan dat U gelijk hebt.

Hier heb ik het verder bij gelaten. Ik had geen behoefte aan het beschadigen van Staman, en verwachtte dat de voor hem goed afgelopen klachtenprocedure wellicht aanleiding zou zijn voor enige hoognodige bezinning….

4. Energie in 2030 –  Dwarse Burgers en Pijnlijke Keuzes
Ik schreef al eerder een blog over deze recente Rathenau activiteit. Hierin was ik overwegend positief over het boek dat op de bijeenkomst ten doop gehouden werd.

De kaft van “Energie in 2030”

Misschien in dit verband ten overvloede maar voor de duidelijkheid: ik hoor uit verschillende hoek zeer positieve geluiden over de onderzoeken van het RI en hun bijdrage aan het debat.
Ook sommige rapporten op klimaat- en duurzaamheidsgebied waren zeker niet slecht, zoals bijvoorbeeld het al eerder op climategate.nl behandelde media rapport van Jeroen van der Sluijs en het hierboven aangehaalde boek.

Maar in beide gevallen is er toch sprake van een blikvernauwing waardoor de laatste stap ontbreekt. De wetenschapper achter het recente boek (Jurgen Ganzevles, één van de twee TU ingenieurs van het RI ) ontdekte en ontkrachtte 7 mythes, en lijkt me méér dan deskundig genoeg om zélf de door mij toegevoegde achtste mythe (“Een snelle transitie naar duurzame energie is urgent, en kan ook best, als we maar willen”) te detecteren en ontkrachten. Daarmee zou het RI een revolutie ontketend hebben in duurzaamheidsland. Maar deze belangrijkste mythe werd niet behandeld.

Ik kan niet bewijzen dat hier “sturing” van bovenaf plaatsvond, maar het heeft er door het optreden van directeur Staman alle schijn van.

Om dit nog maar eens te benadrukken sloot Staman, even glunderend en in duurzame trance als twee jaar geleden in De Balie, de dag af voor een enthousiaste bomvolle Haagsche Schouwburg, met de stelling:

Het moet maar eens uit zijn met het algemeen geaccepteerde idee van een energiemix, en de daarbij horende vrijblijvendheid! Zo wordt het niks, we moeten zonder verdere vertraging direct overstappen op puur duurzame bronnen! Waar we het van moeten hebben is een gezonde dosis “Sturm und Drang”!

KNAW en RI ten prooi aan “Sturm und Drang”!

Staman had zich – wederom – niet duidelijker kunnen uitdrukken! Dit literaire begrip drukt namelijk precies uit wat er met IR en KNAW aan de hand is:

“De regeltjes van de academies worden verworpen als hulpmiddelen, als krukken die de jonge auteurs niet nodig hebben. …”;

“…”De stem van het hart is doorslaggevend in een verstandige beslissing”. Dit citaat van Johann Gottfried Herder toont het protest aan tegen de heersende idee, dat morele beslissingen genomen worden op basis van een moreel systeem en niet met het hart.”

Hoe sympathiek en (pre-)romantisch het idee om vanuit het hart te handelen ook moge klinken, met wetenschap heeft het niets te maken. Ik acht dit uitgangspunt fundamenteel in strijd met de zuiver wetenschappelijke beginselen waarop zowel de KNAW als het Rathenau Instituut zich zouden moeten baseren.

In beide instituten zijn mijns inziens drastische hervormingen noodzakelijk.

“Sturm und Drang” inspireert romantici, van Haydn tot Hard Rock