Vandaag is de laatste dag, dat je kunt solliciteren op de nieuwe vacature als Post-doc bij Imares- waarvoor wij al extra sollicitatie-adviezen gaven. In deze blog geef ik nog een carriereadvies bij Imares: spreek je eigen onderzoeksbevindingen tegen als de klant/politiek/je chef dat willen.
Hoewel sommige lezers vast bezwaar zullen maken tegen ‘de toon’en ‘het is op de persoon’ (wat bij kritiek op politici NOOIT een probleem is, zijn wetenschappers heilig?), vraag ik hen dan of je op basis van het gepresenteerde bewijs anders kunt concluderen. Het draait hier om de feiten.
‘Er is geen wetenschappelijke basis in 2007 voor Ministerie als klant, maar wel in 2004 voor ICES’
Kijk in dit Imares-rapport C036/07 uit 2007 met ‘onafhankelijk’onderzoek van de ons welbekende Han Lindeboom- gastblogger van Climategate en andere Imares-onderzoekers als Adriaan Rijnsdorp ‘Fosfaataddities om de visproductie te verhogen’.
Imaresrapport vol ‘weten zonder meten’
Het 2007-rapport werd geschreven na Tweede Kamervragen in 2006, over het Boddeke-Hagelplan. In weerwoord op Lindeboom blogden beide hierover. Lees hier de aanbiedingsbrief van Minister Gerda Verburg aan de Tweede Kamer.
De voormalige RIVO (Imaresvoorloper)-onderzoeksdirecteuren stelden dat extra fosfaat in zee voor spectaculaire visgroei zou zorgen. Net als in de periode ’60 tot ’80 waargenomen in de kustzee, toen fosfaat uit de Rijn de primaire productie spectaculair ophoogde.
Zeebemesting zou in het kader van voedselzekerheid en bij ander politiek klimaat een interessant live-experiment kunnen zijn- in Noorwegen voerde Prof Yngvar Olsen vergelijkbare proeven uit op kleine schaal. Han Lindeboom -hoofdauteur van het 2007-rapport- is als Greenpeace campagnefilmster fel tegenstander van wetenschappelijk onderzoek in deze richting, zoals hij hier al blogde.
Zonder één experiment te doen concluderen Lindeboom et al in 2007 de eerste zin in de samenvatting
(enige deel dat politici lezen):
Er is geen wetenschappelijke basis voor het bemesten van de Noordzee ten behoeve van een verhoging van de productie van schol en tong.
En dan nu de realiteitscheck van Rijnsdorp et al in 2004 voor de ICES
Wat schreef co-auteur Adriaan Rijnsdorp in 2004, dus 3 jaar eerder in ‘Changes in the Productivity of the Southeastern North Sea as reflected in the growth of plaice and sole’ (tong en schol) voor de ICES, met Van Keeken en Bolle.
The overall pattern of the increase in growth (van tong en schol RZ) and the later decline correlated with the temporal patterns of eutrophication (de bemesting van de zee tussen ’60 en ’80 RZ), IN PARTICULAR THE DISCHARGE OF DISSOLVED PHOSPHATES BY THE RHINE.
It is concluded that the productivity of the southeastern North Sea (onze kustzone die Boddeke en Hagel wilden bemesten RZ) for flatfish (platvis!) has decreased over the last two decades, possibly in relation to a decrease in the inflow of nutrients and an overall change in the North Sea ecosystem.
En op bladzijde 11 in Rijnsdorp’s ICES-onderzoek lezen we, dat na de groeipiek van jonge jaarklassen tong en schol in 1970:
The decrease in growth of plaice and sole is in agreement with the hypothesis of Boddeke and Hagel (1995) that the reduced input in nutrients into the coastal waters of the southeastern North Sea would result in a reduction in the productivity of the area. It is well established that an increase in nutrients results in an increase in primary production (Richardson and Heilman 1995, Colijn et al 2002), and that there is an empirical relationship between primary production and fish production.
Natuurlijk, correlatie is nog geen relatie: daarom kun je ook vraagtekens plaatsen bij klimaatgevoeligheid voor CO2 zoals wij hier doen.
Maar hoewel Rijnsdorp uiteraard vaststelt dat visgroei van veel meer factoren afhangt – Boddeke en Hagel beschrijven een stuk van de biologische puzzle maar niet alles- stelt hij verder vast dat de primaire productie in het Marsdiep bij Texel (data van NIOZ) halveerde van 1994 tot 2003, zoals hier al besproken in de Natura 2000-reeks en Waarheid op het Wad-reeks.
Klimaatoscilaties als de NAO-index hebben volgens Rijnsdorp et al geen effect.
Rijnsdorp correleert de groeireeksen van platvis met de NAO-winterindex van Climategate-universiteit CRU, en vindt geen verband. Wel bevestigt hij de sterke toename van groei van platvis tussen ’60 en ’80 en daarna afname, zoals in ACHT aangehaalde wetenschappelijke referenties, waaronder twee studies van hemzelf. Dat zou je bijna een wetenschappelijke basis noemen.
Natuurlijk zijn er wetenschappelijke bezwaren in te brengen tegen Hagel en Boddeke: zo werkt normale wetenschap.
-
Maar het niet eens zijn met deze wetenschappers, is iets anders dan beweren dat zij geen wetenschap bedrijven. Meteen in de eerste zin van je samenvatting beweren dat er géén wetenschappelijke basis is, terwijl je zelf beter weet: hoe noem je zoiets?
Imares, het Buckler van de Ecologie?
De rest van het Lindeboom/Rijnsdorp is een typisch staaltje Imares-werk, waarbij factfinding/cherrypicking, beleidsadvies en persoonlijke meningen door elkaar lopen om de lezer in de gewenste richting te sturen, net als bij Natura 2000-rapportage van Imares. Ik blogde daar al over, na contact met de Canadese bioloog Jack Rice, die mijn bevindingen deels bevestigde.
Boddeke heet in dit Imaresrapport geen wetenschapper maar ‘vurig pleitbezorger’, ‘die eerder nog stelde dat fosfaat in zoet water tot giftige algenbloei zou leiden’en de afbeelding van algenschuim op de voorkant van het rapport moet de lekenlezer al in de gewenste richting sturen. Doe het niet! Er wordt wel lippendienst bewezen aan de link tussen primaire en secundaire productie en fosfaat, zie ook de brief van Gerda Verburg, maar ik heb nog een aparte blog nodig om alle gelegenheidsargumenten te behandelen.
Arme Adriaan Rijnsdorp
Ik geloof dat Rijnsdorp best anders zou willen- hij stuurde me ook een link naar het werk van de hier veelbesproken bioloog Ray Hilborn: ook geen alarmistische schreeuwer maar datagedreven marien bioloog.
Maar het lijkt alsof Rijnsdorp tot zijn pensioen bij Imares geen keuze heeft.
Het artikel van Adriaan Rijnsdorp uit 2004 was geschreven voor een internationaal gezelschap van collega-wetenschappers. Keurig stuk, export kwalteit.Het rapport van Lindeboom en Rijnsdorp uit 2007 had geen wetenschappelijk oogmerk maar was gericht op de politieke thuismarkt. En daar gelden andere maatstaven dan wetenschappelijke.Ja maar, zult u zich wellicht afvragen, waar heb je dan een instituut als IMARES voor nodig?
Als gepolitiseerde wetenschappers op kosten van de belastingbetaler "onafhankelijk" gaan pleit bezorgen……
Op climategate.nl werden er reeds tientallen ontmaskerd.
Ik heb de link van de blog opgestuurd naar Rijnsdorp en hem om een reactie gevraagd. Als wetenschapper zou ik me schamen, wanneer ik aan zo'n rapport als met Han Lindeboom had meegewerkt.
Om juridische redenen mag je het geen oplichting noemen, maar wat is het dan wel?
Een beeld vormen dat niet op waarheid is gestoeld. Manipulatie via rapporten.
Kort samengevat dienen dit soort zaken strafbaar gemaakt te worden want er worden mensen doelbewust verkeerd voorgelicht om een doel te bereiken. De mensen die hieraan mee werken, en eindverantwoordelijk voor zijn, horen achter de tralies. En niet zoals nu, als boegbeelden van wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd te worden.