Op de één of andere manier raak ik altijd erg onder de indruk van instituten met Engelse naam. Neem het Centre for Marine Policy uit Wageningen. Daar móet wel iets heel belangrijks gebeuren.
Want zou je het ‘Mariene Regelfabriek’ noemen, dan roept dat toch heel andere associaties op. Van een instituut dat de Noordzee in een bureaulade opvangt. Een centrum dat de dynamiek van de Waddenzee temt met rapporten vol klimaatbestendige biodiversiteitsindicatoren en bodemkwaliteitsassessments. Waarmee een daaruit voortvloeiende klankbordcontactgroepoverlegstructuur alle verandering voor eens en voor altijd vastlegt. Dus die Nederlandse naam kan niet door de beugel.

Een wereld te winnen
Maar al dat Engels in Nederlandse instituten heeft een bijklank, alsof er nog een wereld valt te winnen. Er is blijkbaar een buitenlandse zee die vraagt om Nederlandse bemoeienis. Maar dan, waarom heeft het Wageningse instituut van Martin Pastoors dan geen Duitse naam? ‘Das Zentrum fur Meeresburokratisierung und fischereibelemmerung’. Het overleg over het Wad en Noordzee vindt toch ook meer plaats met Duitsers? Uiteindelijk komen aanmerkelijk meer Duitsers op het Wad dan Engelsen. Zimmer Frei!

Je wilt toch de taal spreken van de mensen die er komen? Wat is er mis met de taal van Goethe en Rielke? En de zee van regulering die het Centre for Marine Policy voor een groot deel bestaansrecht geeft, komt uit Brussel, Bruxelles zoals ze daar zeggen.

Ik doe natuurlijk veel te moeilijk.
Dit zijn keuzes in jargon die we normaal zijn gaan vinden. Engels staat voor ‘internationaal’ en het is de taal van wetenschap geworden, van popmuziek, en van vulgarisering in het algemeen. Daar moet je geen vragen bij stellen, je moet gewoon lekker meedoen, subsidie aanvragen en je gezin stichten. Maar als ik gezellig probeer mee te doen gaat het meestal mis. Ik begrijp de wereld niet en dus blijf ik vragen. Zoals: waarom wordt een Nederlands instituut serieuzer met een Engelse naam?

Wat is er in onze hoofden gebeurd, dat wij Engels gingen associeren met meer nut en professionaliteit?
Terwijl er -naast gewone wetenschap-minstens zoveel pulp in de Engelse taal over ons is uitgestort via slechte tv? Of gebruiken Nederlandse instituten Engels jargon omdat we 50 jaar door de Amerikanen bezet zijn geweest? Pas recent hebben ze hun laatste militaire vliegbasis bij Soesterberg ontruimd om zich terug te trekken. Waarom kan iedere afdeling personeelszaken hier zonder problemen Human Resources aanboren, terwijl ‘menselijke voorraden’toch wat pijnlijke associaties oproept. Ik zal maar niet proberen hier het Duits van stal te halen. Dan zegt u vast dat het aan mij ligt. Leent de taal van de popcultuur zich eigenlijk niet slecht voor zaken die we serieus moeten nemen?

Duits, taal van gezag en Oekologie
Als beleid toch in een andere taal dan Nederlands moet ontstaan, en wij er ook aan moeten gehoorzamen, dan straalt het statige Duits toch meer gezag uit. Duits was vroeger ook de taal van de wetenschap, en de belangrijkste baanbrekende fysica rond het fin de siècle van de 19de eeuw én lang daarna verscheen in het Duits. Ook de Oekologie komt uit Duitsland, van Ernst Haeckel.

Dus waarom ‘Marine Protected Areas’(MPA), als het ook Duits kan? Steuerfinanzierte Fisschereireine Forschungsakwaria. (SFF) Menschreine Windraderplanungsgebieten zur Steuerbenutzung (MWS). Grune NGO-Meereskommando Strukturorten (GMS). Ik fantaseer maar hoor, en mijn Duits is niet meer wat het geweest is. Toch, dankzij het Duits klinkt het zelfde concept veel minder acceptabel en ik snap maar niet waarom. Laten we dan toch maar weer op het Engels overgaan.