Hardhout "oogst" bij het aanleggen van de Bioshape plantage

Gastblogger Niek Rodenburg doet verslag van zijn onderzoek naar de praktijken van Bioshape.

Het einde van Bioshape
Op zondag 30 mei 2010 schreef de ‘President van BioShape Tanzania Ltd.’, de heer Cor Vaes aan alle personeelsleden van BioShape Tanzania Ltd. een e-mail. Het leek een soort afscheidsbrief. Cor dacht, wat Ad een jaar geleden deed kan Cor ook. Net zoals Ad van Wijk vlak voor het faillissement van zijn Econcern een e-mail aan zijn personeel schreef, voelde Cor Vaes het einde van het avontuur in Tanzania naderen.
Mensen lijken met een naderend faillissement met het schrijven van een e-mail kennelijk nogal eens een verontschuldiging richting hun personeel te willen omdat ze dat niet oog in oog durven doen.

De aanleiding voor het schrijven van de e-mail aan de personeelsleden van Bioshape in Tanzania was het feit dat een Nederlandse onderzoeker op weg was naar Tanzania. Rekening houdend met het feit dat die Vaes al twee maal eerder met justitie in aanraking is geweest was het wel voorspelbaar dat hij op die manier zou reageren.

Ad van Wijk gaf in zijn e-mail aan dat de kredietcrisis de oorzaak was van het naderende einde van Econcern. Hij schreef echter niet dat Econcern het creatief boekhouden hoog in het vaandel had staan waardoor later de grootste aandeelhouders zich zouden terugtrekken.

Na het faillissement van Bioshape gaf Cor Vaes ook de kredietcrisis de schuld maar vertelde niet de ware oorzaak van het faillissement, namelijk dat de grootste aandeelhouder, Eneco Energie vertrok als geldschieter omdat het bedrijf verkeerd was ingelicht over de grootte van het gebied dat beplant was met jatropha.

Soorten land in Tanzania
In Tanzania liggen drie verschillende soorten land, Village Land, General Land en land dat uit natuurgebieden en bossen bestaat. Village Land ligt rondom de dorpjes en is in de meeste gevallen in het bezit en eigendom van de inwoners van het betreffende dorp. Ze kweken er al eeuwen hun eerst levensbehoeften en de grond is al generaties in eigendom. Op veel stukken van dat Village Land liggen zelfs de voorouders begraven. In het algemeen is het zo dat buitenlanders geen toestemming krijgen om Village Land te kopen of te leasen.               

Pas als de aankoop of lease meer dan 200 hectare betreft, kan via een zeer ingewikkelde grondverwervings procedure Village Land worden omgezet in General Land. Er is in Tanzania één persoon die hiertoe gemachtigd is, de president van het land. Hij is de enige ook die een handtekening zet onder de uiteindelijk aankoopdocumenten.

Onderzoek door de OU en TUE
Het is dus de vraag hoe Bioshape in het bezit is gekomen van ‘officiële documenten’.
Daar is onderzoek naar gedaan door twee wetenschappelijk medewerksters van de Open Universiteit en de TU Eindhoven: Marjolein Caniëls van de Faculty of Management Sciences (MW) & Netherlands Laboratory for Life Long Learning (NELLL) van de OU, en Henny Romijn van de School of Innovation Sciences & Eindhoven Centre of Innovation Studies (Ecis), Faculty of Industrial Engineering & Innovation Sciences, van de TUE.

Het rapport van beide onderzoekers:
The Jatropha Biofuels Sector in Tanzania 2005-9: Evolution Towards Sustainability?
is inmiddels in een nieuwe versie bijgewerkt tot en met juni 2010, en beschrijft hoe BioShape in Tanzania ten onrechte en zonder de vereiste overheidstoestemming vruchtbaar land in het Kilwa district en Village Land rechtstreeks van de inwoners heeft verkregen. Het rapport werd in Milaan op 10 december 2009 gepresenteerd op de DIME workshop
“Industrial Dynamics and Sectoral Systems in Developing Economies”.

Naar aanleiding van gesprekken met de onderzoeksters en de eerste signalen dat dit rapport in december 2009 in Milaan gepresenteerd zou worden stelden leden van het Parlement van Tanzania vragen aan de verantwoordelijk ministers. Ze vroegen zich af hoe een Nederlands bedrijf, Bioshape, in het bezit kon komen van zeer grote stukken vruchtbare grond rechtstreeks van dorpelingen in Kilwa. Volgens de Village Land Act 1999 is dit helemaal niet mogelijk zonder voorafgaande toestemming van de regering.

Met andere woorden: de grond is op illegale wijze verkregen.

Dit klopt ook met de feiten die de directeur van de TIC, het Tanzaniaanse Investerings Centrum, heeft beschreven toen hij zei dat zijn instituut, dat in Tanzania als enige vergunningen afgeeft die de juiste procedure van landaankopen bevestigt, het TIC nooit een officieel document aan Bioshape heeft verstrekt en waarin staat dat het Village Land op legale wijze is verkregen.

De uitvoerend directeur van het TIC was zeer verbolgen over het feit dat zijn bureau buitenspel was gezet en dat aan BioShape door enkele duistere figuren op het ministerie van Lands, Housing and Human Settlements Development, een vergunning was gegeven.

Schoonmaak in Tanzaniaanse regering
Op 29 november 2010 presenteerde de president van Tanzania, Kikwete, na de parlementsverkiezingen zijn nieuwe regeringsploeg. Opvallend in de nieuwe ministersploeg was dat enkele oudgedienden en zwaargewichten niet meer waren teruggekeerd. Zwaargewichten die zonder uitzondering genoemd werden in fraude- en corruptieschandalen.

Onder hen is John Chiligati die tot oktober 2010 het ministerie van Lands, Housing and Human Settlements Development, leidde. Deze John Chiligati en zijn ministerie worden genoemd bij het illegaal verstrekken van vergunningen en documenten aan BioShape.
Chiligati had al geen schoon verleden, want in 2006 werd zijn naam ook al genoemd in een fraude- en corruptieschandaal bij de levering van terreinwagens aan politici die tot de regeringspartij CCM behoorden.
In een onderzoek dat Ernst & Young in 2006 uitvoerde waren bij deze fraude- en corruptiezaak zeker 22 bedrijven betrokken die zaken met de overheid deden en in het bezit waren van door verschillende ministeries vervalste documenten.

Het was deze John Chiligati die in een interview vertelde dat BioShape op een eerlijke manier aan documenten is gekomen. Samen met de Districts Commissaris van Kilwa, was hij de enige in het hele land die zei dat alles rond BioShape eerlijk was verlopen….

Ambtenaren betrokken bij illegale aankoop
De algemeen secretaris van het ministerie, Patrick Rutabanzibwa, heeft indertijd de betrokkenheid van ambtenaren van zijn ministerie bij de verkoop van grond aan Bioshape toegegeven. Zij deden dat in samenspraak met lokale politici.
In de lokale pers verschenen berichten dat het ministerie van Chiligati betrokken is geweest bij het verstrekken van illegale vergunningen aan BioShape. Het was nu voor de president van Tanzania duidelijk dat hij dit soort figuren niet meer in zijn ministersploeg wilde hebben. Ook is Chiligati het woordvoerderschap van de grootste regeringspartij CCM, ontnomen.

De nieuwe minister, Prof. Anna Tibaijuka was in haar vorige functie hoge vertegenwoordigster van de Habitat Organisatie van de Verenigde Naties in Naïrobi, Kenia. Zij heeft er de wind nu onder en tientallen corrupte ambtenaren de laan uitgestuurd. Eén van onze mederedacteuren heeft inmiddels persoonlijk kennis met haar gemaakt toen hij vorig jaar in het kader van het onderzoek naar Bioshape in Tanzania verbleef. Volgens betrouwbare bronnen in Tanzania komt er een justitieel onderzoek naar de manier waarop de vergunningen door het ministerie van Lands, Housing and Human Settlements Development aan BioShape zijn verleend. Een procedure waarin het Tanzanian Investment Center buiten spel is gezet.

Bioshape in Tanzania en de (g)(h)outkoorts.
Allereerst moeten natuurlijk de nodige bedrijven worden opgericht. Volgens gegevens van de Tanzaniaanse Kamer van Koophandel werd in februari 2007 als eerste BioShape Tanzania Limited opgericht. Daarna volgen in rap tempo begin 2007 de BioShape Benefits Foundation, vervolgens Kilwa Wood Shape Limited in december 2007, waarna in juni 2008 de Arusha Timber Factory Limited (Artif) wordt opgericht.

Kilwa Wood Shape regelt de houtkap in de bossen rondom Mavuji en Artif maakt van het gekapte tropisch hardhout exclusieve meubelen.

Na het betalen van ruim $ 300.000 voor 31.000 hectare grond zou het feest kunnen beginnen.
Omgerekend was een prijs van $ 10 per hectare een lachertje, want volgens een betrouwbare hoge ambtenaar van het ministerie van Landbouw in Dar es Salaam is de economische waarde van deze grond in het district Kilwa $ 570 per hectare. De verkopers van de grond in het district Kilwa zijn op z’n zachtst gezegd door BioShape bij de neus genomen.

Bioshape verklaarde dat ze het hele bedrag aan de districtcommissaris van Kilwa hebben betaald en dat het zijn verantwoordelijkheid was om het geld onder de dorpelingen te verdelen.
De dorpelingen hebben nog niet de helft van de $ 300.000 ontvangen zodat de districtcommissaris nog ergens een dikke zak met geld moet hebben liggen.

Marginaal land?
Bioshape heeft altijd beweert dat het ‘marginaal land’ had gekocht, het zogenaamde gedegradeerde Miombo Woodland, maar volgens bosbouwkundige experts in Tanzania bestaat dat gedegradeerde Miombo Woodland in de streek waar Bioshape land heeft verkregen helemaal niet. In plaats daarvan zijn deze stukken land zeer vruchtbaar door de rijke humuslaag die aan de oppervlakte tussen de bomen ligt. De opmerking van Bioshape dat ze slechts marginaal land hebben gekocht komt in een vreemd daglicht te staan bij de bewering van Bioshape dat jatropha juist goed groeit op zeer schrale grond.

De vraag werd dan ook gesteld waarom Bioshape er op stond de vruchtbare bosgebieden te willen kopen en niet volstond met het aanbod om in een andere streek schralere grond te kopen.

De waarheid is dat die schrale grond niet voldoende bos bevatte om daarmee winst te kunnen maken. De vruchtbare Miombo Woodlands in de kustgebieden barsten uit de voegen vanwege de aanwezigheid van volop tropisch hardhout.

Water
Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat jatropha niet op schrale grond groeit en dat er veel, heel veel water, kunstmest en pesticiden voor nodig zijn om de plant vrucht te laten dragen die geschikt is om uit te persen.

Er werd door Bioshape zoveel water verbruikt, er werd zelfs een speciale tankwagen voor aangeschaft, dat de inwoners van Mavuji en omgeving in tijden van droogte zonder water zaten.
Bioshape pompte het water namelijk uit de Mavuji River, die z’n oorsprong in het Namateule/Namatimbili regenwoud had. Maar dat was zelfs niet voldoende. Het slaan van een tiental diepe waterputten in het gebied moest de dorst naar de duizenden kubieke meters water lessen.

Onderzoekers aan de Universiteit van Dar es Salaam sloegen alarm over het massale waterverbruik van Bioshape. De plantages waren volgens hen een bedreiging voor de watervoorraden in het gebied.

Boete voor illegaal kappen
In eerste instantie begon Bioshape met het kappen van een bosgebied van ongeveer 70 hectare, de zogenaamde ‘Pilot Plot’. De hoeveelheid tropisch hardhout die daar gekapt werd bedroeg in ruim 10.000 m³.
Dat kappen op de pilot plot vond zonder de vereiste vergunningen plaats.

Volgens opgave van lokale bosbouwexperts heeft Bioshape voor het illegaal kappen van tropisch hardhout een boete van $ 17.000 gekregen.

Het illegaal kappen is door medewerkers van het Mpingo Conservation & Development Initiative, zie hieronder, ’s nachts ter plaatste geconstateerd. Het geluid van kettingzagen en de aanwezigheid van enkele grote trucks die de stammen moesten vervoeren, waren voor hen genoeg bewijs dat er illegaal werd gekapt. Toen de leden van het Mpingo project werden opgemerkt ging de zaagploeg er snel vandoor.

De Mpingo
In dit gebied van 400 hectare stonden bijzondere bomen, waaronder de beschermde Mpingo.
Mpingo hout is erg gewild in de muziekindustrie waar men van het zwarte hout fluiten maakt. Mpingo is bekend vanwege de warm tonen die het hout voortbrengt. Volgens Bioshape had het bedrijf toestemming van de het Mpingo Conservation Project (MCP)in Tanzania om Mpingo te kappen.

De directeur van het MCP heeft een ondertekende verklaring afgegeven waarin hij zegt precies één keer contact te hebben gehad met Bioshape. Dat was toen Bioshape kwam zeggen dat er af en toe een Mpingo boom op de grond stond die het bedrijf als plantage wilde inrichten. Bioshape vroeg of ze daar een kapvergunning voor nodig had. Ball gaf Bioshape toestemming om een enkele Mpingo te kappen.

Volgens het MCP is Mpingo, of East African Blackwood, de algemene naam voor Dalbergia Melanoxylon, de meest waardevolle houtsoort in de Miombo Woodlands in het Zuid Oosten van Tanzania en een potentieel vlaggenschip om de instandhouding van deze habitat te rechtvaardigen.

Maar niet alleen Mpingo werd het slachtoffer van de rooftocht naar geld in een arm land.

Scientific American en Bioshape
In het blad Scientific American stond nog geen maand geleden, op 29 maart 2012 een artikel over uitgestorven boomsoorten in Tanzania. Verblind door het vooruitzicht op miljoenen dollars aan houtopbrengst werd één zeldzame soort door BioShape met de grond gelijk gemaakt.

Eén boom, de Erythrina schliebenii kende men uit 1930 toen er monsters van twee exemplaren bij met meer van Lutamba werden aangetroffen.
Jarenlang leek het alsof de boomsoort was uitgestorven, maar in 2001 werd in een zijtak van de beschermde Namateule-Namatimbili bossen een exemplaar van de Erythrina schliebenii aangetroffen die in 2008 door BioShape is gekapt bij het bouwrijp maken van plantages voor de teelt van jatropha.

Het bewijs daarvoor is een foto uit 2001 die onderzoekers in Tanzania hebben gemaakt toen ze de boom toevallig aantroffen in het afgelegen gebied. In 2008 was deze boom verdwenen en restte alleen nog een troosteloze kale vlakte. Extra wrang is dat er nu meters hoog onkruid op deze plantage staat.

Olifanten
De bossen waar Bioshape hout kapte voor de aanleg van plantages waren een belangrijk voedselgebied voor olifanten die er op regelmatig terugkerende tijden gingen fourageren. De plantages liggen ook op de route die olifanten altijd namen van de noordelijk gelegen wildreservaten naar het zuidelijk gelegen wildreservaat Selous.

Olifanten lopen op hun trektocht door de reservaten duizenden kilometers en fourageren op plaatsen die vaak al eeuwen bestaan, ook in dit gebied bij het Namateule/Namatimbili regenwoud.

Het wildreservaat Selous is een van de grootste wildreservaten ter wereld. Het reservaat beslaat een gebied van 54.600 km² en is daarmee groter dan een land als Denemarken. Veel typische savannedieren leven hier zoals olifanten, nijlpaarden, krokodillen en de bedreigde neushoorn en Afrikaanse wilde hond.

Op hun trek tochten kwamen de olifanten dus door de bossen in het gebied waar Bioshape aan het werk was.

Er zijn in Tanzania bepaalde regels waaronder een voor olifanten belangrijke regel die zegt dat de paden waar olifanten op lopen tijdens hun trektocht altijd in kaart moeten worden gebracht als ze aangetroffen worden en beslist niet verloren mogen gaan als het bos gekapt wordt. Er mag in geen geval ander gewas op worden geplant.

Zo stonden er op een gegeven moment vroeg in de morgen drie olifanten in het tentenkamp dat Bioshape rondom de in aanbouw zijnde plantages had aangelegd. De olifanten kwamen er op regelmatige tijden eten van een paar vruchtbomen waar complete olifant families al decennia van hebben gegeten.
De gewapende bewakers in het kamp zijn bij het zien van de olifanten als een speer gevlucht, kennelijk omdat de olifanten hen herkenden omdat ze wellicht in het verleden illegaal jacht hebben gemaakt op deze olifanten om de ivoren slagtanden te stropen.
Om te voorkomen dat de olifanten zouden terug komen zijn deze bijzondere vruchtbomen door Bioshape gekapt.

Can biofuels be sustainable by 2020?

“De productie van energiegewassen zal een directe en indirecte claim leggen op natuurlijke gebieden (…), dit resulteert in substantiële emissies van broeikasgassen.”

Bovenstaande opmerking komt uit een rapport dat is samengesteld door de Wageningen Universiteit en Research centrum, het Planbureau voor de Leefomgeving, het ECN en ECOFYS: Can biofuels be sustainable by 2020?

Uit het rapport:

Bio-energie is inefficiënt

“Wetenschappers, maatschappelijke organisaties en politici twijfelen steeds meer aan de duurzaamheid van veel soorten biomassa. Het verminderen van de CO2-uitstoot door biobrandstoffen blijkt erg complex. Dit heeft alles te maken met de factor waarmee bio-energie zich onderscheidt van alle andere duurzame energiebronnen, namelijk landgebruik.
Ongeveer 20% van de huidige toename van CO2 in de atmosfeer wordt veroorzaakt door ontbossing voor landbouw en veeteelt. Ook voor de teelt van energiegewassen is veel grond nodig. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de netto klimaatwinst van biobrandstofbeleid”.

Uitbreiding – nog meer hardhout
Naast de plantages in Mavuji begint BioShape Tanzania omstreeks juni 2008 ook met de aanleg van plantages bij het dorpje Migeregere dat op ongeveer 55 km ten noorden van Mavuji ligt.
Gezien het feit dat gedurende lange tijd dagelijks 2 tractoren met aanhangers vol tropisch hardhout naar de zagerij in Mavuji rijden, moet gevreesd worden dat BioShape ook in Migeregere de kettingzagen op volle toeren heeft laten draaien teneinde de zagerij van voldoende voorraad vers hardhout te voorzien.

Ook dit gebied ligt in de nabijheid van het beschermde Namateule/Namatimbili regenwoud.

En dat is vreemd, want mevrouw Cramer heeft gedurende haar ministerschap de zogenoemde Cramer criteria opgesteld. Deze Criteria voor duurzame biomassa productie zijn in 2006 geschreven. Hierin staat onder meer dat biomassa projecten niet in de nabijheid van beschermde natuurgebieden mogen liggen.
Dat vervolgens een voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Bioshape Holding, Jan Paul van Soest, die bij mevrouw Cramer de deur plat liep, daar niets aan doet is beschamend.
Hij was de aangewezen persoon om de vinger op te steken en tegen Bioshape te roepen: Tot hier en niet verder.

Dat van Soest niet ingreep is hem rechtstreeks aan te rekenen. Hij is daardoor medeverantwoordelijk voor de menselijke drama’s, de humanitaire ramp en de sociale onrust die in de streek ontstonden.

Het Namateule/Namatimbili regenwoud
In 2001 ontdekten onderzoekers op satellietopnames een ongerept gebied van kust regenwoud in Tanzania. Deense onderzoekers hebben het gebied in 2002 verkend en in kaart gebracht. Het ongeveer 10.000 hectare grote regenwoud is onderdeel van een grote strook kust regenwouden van ongeveer 60.000 hectare groot. Namateule/Namatimbili is het grootste aaneengesloten regenwoud van alle regenwouden langs de oostkust van Tanzania.

Het Namateule/Namatimbili regenwoud ligt precies ingeklemd tussen twee grote plantages van BioShape waar BioShape aan grootschalige jatrophateelt wil gaan doen. Het noordelijke en oostelijke deel van het Namateule/Namatimbili regenwoud, naar schatting 1000 ha, wordt zelfs door BioShape gebruikt om er plantages te vestigen. BioShape heeft verklaard dat zij niet voornemens zijn om in dit regenwoud bomen te kappen, maar alleen bomen te willen kappen die aangetast zijn.
Afgezien van het feit dat BioShape helemaal niets te zoeken heeft in dit regenwoud, spelen de aangetaste stukken bos in het regenwoud juist een belangrijke rol als dispersiegebied van wilde dieren. Ook bevinden er zich veel wandelpaden van wilde dieren. Het is natuurlijk belachelijk dat een wildvreemde uit Nederland komt vertellen dat hij deze zogenaamde aangetaste stukken bos wel even zal kappen.

Prins Engineering, een internationaal erkend luchtcarteringsbedrijf uit Denemarken heeft ter plaatse van de BioShape plantage landmarks ingemeten en de coördinaten ingetekend op satellietopnames van de Landsat satelliet. Op deze kaarten is duidelijk te zien dat de zuidgrens van de plantage dwars door het noordelijke gedeelte van het Namateule/Namatimbili regenwoud loopt.

Internationaal erkende organisaties en bedrijven hebben daarna onafhankelijk van elkaar de grens van de BioShape concessies vastgesteld. Ook ons onderzoeksteam, met een GPS expert in hun midden, heeft met een Trimble GPS ontvanger en gevaar voor eigen leven in 2010 de coördinaten nagemeten die Prins Engineering jaren eerder had gemaakt. We hebben met behulp van kaarten van Google Earth onze eigen gemeten coördinaten ingetekend en onze eigen grenzen van de Bioshape concessies getrokken.

Bioshape plantages slokken Namateule-Namatimbili natuurpark op

Na zoveel bewijs dat de grenzen van de Bioshape concessies dwars door het Namateule/Namatimbili regenwoud liepen moest Bioshape een list verzinnen. BioShape stuurt daartoe enkele studenten van het Copernicus Instituut, een onderdeel van de Universiteit van Utrecht naar Tanzania, gaf ze een kaart van Landsat en na een nieuwe survey wistten de studenten precies waar de grenslijnen getekend moeten worden.

Het was geen verrassing dat deze nieuwe grenslijnen, in tegenstelling tot de betrouwbare kaarten van Prins en alle andere kaarten, nu vrijwel volledig buiten het Namateule/Namatimbili regenwoud liggen.

Bioshape's interpretatie van de locatie

Nadat de grenzen van verschillende BioShape plantages door gerenomeerde buitenlandse instellingen zijn vastgelegd komt BioShape plotseling op 23 april 2009 met een kaartje van het Copernicus Instituut tevoorschijn.
Heeft de grens van de plantages nu ineens de status van wetenschappelijk onderzoek bereikt omdat ‘Utrecht’ erachter staat?

Er zijn weinig mensen die geloven dat deze nieuwe kaarten de uiteindelijke grenzen zijn maar dat de kaarten alleen voor PR doeleinden worden gebruikt.

Tot slot: Noodkreet van inwoners van Mavuji
Diverse internationale hulporganisaties trekken zich het lot aan van de bevolking van Mavuji.
Zo is de Australische afdeling van ActionAid International ter plaatse om de inwoners van Mavuji te helpen. Bioshape had in aanloop naar het faillissement in het voorjaar van 2010 eind 2009 alle activiteiten in Kilwa al gestaakt, dus de bewoners van Mavuji, die bijna allemaal afhankelijk waren van het bedrijf waren letterlijk aan hun lot overgelaten.

Op 19 maart 2010 schreef Albert Jimwaga van ActionAid International een artikel op de site van ActionAid International over een inwoner van Mavuji en werknemer van Bioshape, de 36 jarige Asha Bakari.
Ik laat hem even onvertaald aan het woord:

“We are desperate of food. Nowdays food comes from the city to be sold in the village and not vice versa as before. We could not afford to buy food because the wages we are paid was very little. We do not produce our own food as before because our land has been taken over by foreign companies under privitasation policy to produce biofuel farms. Everybody is talking of hunger as a consequence of mabadiliko ya hali ya hewa (climate change) but for me our reason is that we are farming in unproductive lands. Increased biofuel production has resulted in massive deforestation and has severe implications for our food security, as energy crops replace our normal land uses. Please tell the government we do not like this behavior of biofuel farms.”
Asha Bakari (36) from Mavuji village in Kilwa district.

Dat Asha Bakari uit Mavuji onder bovenstaand stukje zo openlijk de naam laat zetten toont de wanhoop van Bakari die in feite niets meer te verliezen heeft.

In de buurt van een BioShape plantage moesten deze 13 leden van één familie hun hele boedel bij elkaar pakken en werden ze gedwongen te verhuizen