'Het WNF hoofdkantoor straalt macht uit', zo schrijft sociaal geograaf Pieter Lukkes in 'Klimaatbeleid in Eurocrisistijd'

Wat zeggen milieueconomen over de Ecologische Voetafdruk, dé zondenindicator waarmee het Wereldnatuurfonds ons via media belaagt, zoals nu weer in het ‘Living Planet Report’?, dat de Telegraaf gezagsgetrouw overpent? Lees Nathan Fiala’s ‘Measuring Sustainability: why the ecological footprint is bad economics and bad environmental science‘ in Ecological Economics in 2008.

Wat zeggen milieuactivisten/journalisten over de Ecologische Voetafdruk?
Wat krijg je, wanneer een fondsenwervende campageclub jaarlijks meer dan 60 miljoen euro fondsen werft/subsidies (25 maal campagnebudget VVD)- en dat budget -afgaand op hun personele bezetting in fte (zie jaarverslag 2010)- voornamelijk besteedt aan meningsbeinvloeding via media:

Als iedereen in de wereld net zoveel zou consumeren als de gemiddelde Nederlander in 2008, zou er drieënhalve aarde nodig zijn om dit mogelijk te maken

    Onzin: energieverbruik (= meer dan 50 procent van de voetafdruk van NL) en oppervlakte zijn twee verschillende dingen.

In EOS schreef ik al over de ernstige wetenschappelijke tekortkomingen van de mateloos populaire maar ecologisch onzinnige Ecologische Voetafdruk.
Het grootste bezwaar is valse concreetheid: het concept is neo-malthusiaans en neemt ‘oppervlak’als absolute maat van alle dingen, wil álle CO2 compenseren via de meest ruimte-intensieve manier en straft iedere vorm van economische activiteit per oppervlak.

Vooraanstaande milieu-economen als Jeroen van den Bergh vroegen zich in Environmental Science & Technology al af ‘hoe het kan dat dit concept zo populair blijft, ondanks de vele methodologische tekortkomingen’. In mijn blog over WWF-steun en toeverlaat Maurice Strong schreef ik al over de herkomst van de voetafdruk.

Beste Jeroen: een half miljard euro campagnegeld per jaar, het kuddeinstinct van mensen en het grenzeloze onbenul van de journalistiek op dit gebied zijn een goede verklaring.

Postmoderne informatiekeuring: het trademark van journaille
Een journalist vindt iets betrouwbaar nieuws als hij het vaak hoort van ‘heule belangrijke mensuhhh’. Op journalisten afgestemde info- als een persbericht van een campagneclub – bevat daarom steeds verwijzingen naar ‘betrouwbare organisaties’. Journalisten schrijven gezagsgetrouw iedere bewering van het WNF over zonder zich af te vragen: ‘wat zou hun belang hierbij nu zijn en klopt het wel?’ Mensen als Jaffe Vink en zijn ‘het Gifschip’zijn een uitzondering.

Geld bepaalt wat goed voor u is
Campagnebudgetten verklaren waarom onzin regeert. Ook de al 15 jaar bestaande fundamentele kritiek van wetenschappers richt niets uit. Daarom kunnen Fiala, Van den Bergh en vele andere economen als Richard Tol kritisch schrijven. Maar we blijven vele aardes verbruiken voor het Wereldnatuurfonds, met dank aan het gezagsgetrouwe kuddevolk dat zich journalist noemen.

En de kuddegeest van academici is ook grenzeloos.
Zie het KLV-alumnicongres in Wageningen ‘How to Feed the World in 2050’, waar een voorstel om u te bemoederen met de Voetafdruk de publieksprijs kreeg. Ik werd door Marcel Schuttelaar direct aangevallen, toen ik de wetenschappelijke kritiek op de voetafdruk noemde: ‘je doet me denken aan een boek dat ik net las, ‘merchants of doubt’.

De Telegraaf zal slechts één van de vele media zijn die weer schrijft dat onze zonden 3 aardes groot zijn. Onze Club 1001 (bezoekers per dag) die CLimategate dagelijks leest kan daar niet tegenop.