De kabeljauwpopulatie tussen 1963 en 1985 was uitzonderlijk hoog, door eutrofiering en mogelijk kouder zeewater

De Telegraaf schrijft een bericht over van de Britse Telegraph, die een bericht overschrijft van de Sunday Times over kabeljauw in de Noordzee: er zouden nog 100 bejaarde kabeljauwen in de leeftijd 13+ rondzwemmen in de totale Noordzee. Dit zeggen ze op gezag van het Britse Imares, Cefras Defra die vangsten inventariseerde rond de Engelse kust.

Cefas Defra is het Britse Imares, dus vraag je: hoe weten ze dat?
Nu mag je zowieso al enige reserve houden bij boude uitspraken over kabeljauw in de totale Noordzee: met de kabeljauwpopulatie in de Noordelijke Noordzee en Barentszee: de Noorse wateren gaat het alweer prima, zo vernamen we dit jaar. Dus wat deden de onderzoekers van Cefas (Defra), het Britse tegen de groene ambtenarij leunende visserijinstituut? Zij vergeleken de historisch hoge kabeljauwvangst van de jaren ’70, met de lage vangsten van nu: maar volgens mij hielden ze daarbij geen rekening met de historisch laag gestelde quota.

    Dus is het heel simpel: vergelijk je de onbeperkte hoge vangsten van de jaren ’70 met de – door strenge quota beperkte- vangsten van nu, dan meet je géén populatieverschillen. Wel melden Urker vissers mij dat ze het lage quotum al in 2 weken volvissen: ergo, er zit meer kabeljauw dan men opvist. De vangst is dus GEEN graadmeter voor de populatie.

‘Populatiemetingen kabeljauw kloppen niet’
De EU heeft sinds 2004 de quota op ICES advies al naar beneden geschroefd met 65 procent. Zo lezen we ook in dit artikel van één van de Defra-auteurs Darby in ICES Journal of Marine Science getiteld ‘North Sea Cod Recovery‘ in 2006. De belangrijkste boodschap van het artikel is DAT MEN GEEN GOEDE METHODE HEEFT OM POPULATIES NAUWKEURIG TE METEN. In hoofdletters, dat we dat eerst even weten.

Andere factoren dan visserij: klimaat en afnemend eutrofe kustzone
Dus hoewel de visserij al fors is teruggeschroefd, zien we de stand niet terugveren naar de historisch hoge piek van de jaren ’70; die misschien wel ‘onnatuurlijk’hoog was zoals visserijbioloog Dolf Boddeke al aangaf dankzij de eutrofe kustwateren in die tijd tot 1985 met abnormaal grote jaarklassen. De Defrabioloog hanteert zelf de stelling, dat het koudere kustwater van 1963 tot 1985 in de Noordzee een belangrijke factor was voor wat geldt als ‘The Gadoid Outburst’. De kabeljauwexplosie tussen 1963 en 1985.

Twee wetenschappelijke doodzondes
Een oppervlakkige blik leert dus al
– je kunt de vangst van de jaren ’70 niet als ‘norm’nemen voor herstel
– andere factoren dan visserij zijn mogelijk belangrijker, maar worden niet genoemd

Het is dus ook zeer onwaarschijnlijk dat je kunt schatten dat nog maar 100 oude kabeljauwen in de Noordzee rondzwemmen. Dit moet wel weer een lobbybericht zijn om vissers van de Noordzee te jagen.

Aap uit de mouw: de Britse Han Lindeboom van Wereld Natuur Fonds – Callum Roberts- lobbiet weer Wel zien we in het Britse bericht de lobbyist voor het WWF Callum Roberts weer opduiken, schrijver van ‘The Unnatural History of the Sea’. Hij is de Han Lindeboom van Groot Brittanie, nooit te beroerd om in media iets akeligs over de impact van visserij te zeggen.

Al met al dus voldoende reden niet zomaar een bericht over te schrijven, maar te kijken hoe het écht zit. Daarvoor moet je terecht bij ons blog, want kranten zijn onverbeterlijk slecht en schrijven alles over dat een beetje dramatisch lijkt.