Bij bureau-academici- betaald door de milieubureaucratie- is iedere verandering een milieuprobleem en gevolg van De Klimaatverandering (en Al Gore is Zijn Profeet). Ook gebrekkige aanwas- recruitment- van haring in de Noordzee in afgelopen decennium zou het gevolg zijn van DE Klimaatverandering, versmald tot hogere temperatuur.

Frissere verklaring dan opwarming: kannibalisme
Al bij zomers met in de centrale en Noordwestelijke Noordzee watertemperaturen boven de 11,5 graden zou de haring het laten afweten in de voortplanting, de overleving van larven zou afnemen. Er zijn ook nog biologen die minder subsidie-gedetermineerd naar de data kijken, en frissere verklaringen voorstellen dan data-opwarming. Zoals Ad Corten in het artikel ‘Recruitment Depressions in North Sea Herring, in een nieuwe issue van ICES Journal of Marine Science.

Niet klimaat maar kannibalisme kan oorzaak zijn van de gebrekkige aanwas in 2002-2010. Larven uit populaties in de Noordwestelijke Noordzee trekken naar opgroeigebied in de Oostelijke Noordzee om in het voorjaar de planktonbloei mee te pikken. Zij kruisen daarbij trekkende populaties grotere haringen. Jonge haringen kunnen makkelijk 17 larven per minuut opvreten, en een flink gat vreten in de aanwas.

Zomertemperaturen in de noordwestelijke Noordzee waren in jaren met goede recruitment 1981-1984 niet lager dan vele jaren in de periode 2002-2010. De warme zomers 2003 en 2007 uitgezonderd, lag de watertemperatuur ’s zomers beneden de 12 graden. Dus klimaat is niet onderscheidend. In de jaren ’70 zat de aanwas van haring ook in een duidelijke dip, die kan worden toegeschreven aan verminderde instroom van (nutrientenrijker) water uit de Atlantische Oceaan. Dat is hier niet het geval.

Wel koppeling tussen natuurlijke klimaatschommelingen en aanwezigheid vis
Dat onderzoekers voorzichtig moeten zijn met alles toeschrijven aan De Klimaatverandering (en Al Gore is zijn Profeet) stelt ook deze Noorse studie vast. De instroom van water uit de Atlantische oceaan is maatgevend, meer dan temperatuursimplisme constateren ze. De Noren constateren verder ook dat opwarming in arctische streken veel gunstige invloed kan hebben. Zo kan minder zeeijs in het groeiseizoen leiden tot een grotere groei van primaire productiviteit, en dus de voedselsituatie van vis verbeteren.

    Er zijn vele klimaatcycli die verband houden met het opduiken en verdwijnen van vispopulaties, temperatuur is maar één klimaatfactor. Afgaand op het ritme van natuurlijke schommelingen zou de zeewatertemperatuur weer een daling kunnen inzetten

Ook zien we dat de temperatuur in de Barentszee – belangrijke visgrond voor kabeljauw- in de jaren ’30 vorige eeuw sneller steeg en hoger lag dan in 2000. Pas in 2005 werd er een uitschieter gemeten. Kortom, klimaatsimplisme mag dan leiden tot meer toegang tot onderzoeksgeld, zeeonderzoek in deeltijd achter je computer en tevreden EU-ambtenaren (subsidietip: roep iets over ‘ecosystem approach’), het slaafs volgen van overheidseisen kan een doodlopende straat zijn voor wetenschappelijke vooruitgang.

Misschien is visserij wel meer gebaat bij onafhankelijke onderzoekers als Corten, die niet bij de bureaucratie op schoot zitten en daarom fris mogen denken.