Nou ja, daar liggen ze dan wat de hele dag...

Op de boot naar Texel zagen we een zeehond. Eerlijk gezegd en objectief gezien, was die ervaring nogal onbeduidend: geen bal aan in volksjargon. Het ging zo: ‘Goedemorgen’. Steekt zijn kop wat boven water uit, kijkt om zich heen en floep: daar duikt ie weer onder. Tot zover de ‘ecosysteemdienst’ die deze zeehond de mensheid vandaag leverde, om in Brussels bureaujargon te blijven. Nog teleurstellender was de waarneming van een bruinvis. Vinnetje, floep. Halve seconde. Weg is ie weer. Kijk, je stoot met je elleboog, een bruinv. nou ja, dat was een bruinvis.

Wat kán daar ook spannend of belangrijk aan zijn?
Je zou een kick moeten ontlenen aan de wetenschap dát het een bruinvis was die je herkent omdat je’m kent. Objectief gezien blijft dit de kleinste en meest onooglijke dolfijn die Moeder Natuur de Nederlandse wateren heeft toegewezen. Voor een spirituele natuurervaring moet je verbeeldingskracht overuren maken bij de bruinvis.

Bruin nog vis
De bruinvis is bepaald geen woest aanstormende orca die even een grijze zeehond door midden hapt. Een witte haai, bloedspetters foto. Dan gebeurt er wat. Nee, wij krijgen de bruinvis toebedeeld van Moeder Natuur. Hij is niet bruin en het is geen vis. En het heeft –liggend op het droge na stranding- de uitstraling van de Yosti-bandleider na een geslaagde uitvoering van ‘au clair de la lune’.

Ombekommerd Natuurgenot bij wet verboden
Aan het zien van de bruinvis, daar is ook niets onbekommerds meer aan. De bruinvis- wie ‘m toch even ziet in Nederland, moet tegelijk een ‘kwaliteitsindicator van het mariene leven’ zien van het Planbureau voor de Bureaucratische Leefomgeving. En krijgt associaties met bezorgde academische deeltijddames die een bruinvisprotocol willen instellen om de bruinvis ‘te beschermen’. Tegen een ‘bedreiging die meer regels vraagt en subsidie voor steekhoolderoverleg’. Ook al neemt hij spectaculair in aantal toe: Stichting de Noordzee, hoezee. Bakvissen voor Bruinvissen.

Onbekommerd de natuur in, het is bij wet en internationale verdragen verboden. En anders is je waarneming wel door een Postcodeloterijclub in eigendom geclaimd als girodier; ‘bedreigd, red hem’. In de jaren ’50 was Phoca hispida er niet, de zee stortte niet in. Nu is hij er wel, en stort het Waddenecosysteem volgens sommigen in, tenzij er ‘meer onderzoek komt want er zijn nog onzekerheden’.

Je zou zo een hekel aan ‘m krijgen, die bruinvis, wanneer je weet welke papierwinkel aan één zo’n vinnetje hangt. De bruinvis lijkt dan enkel door moeder Natuur gezonden om ons meer regels en bemoeizucht te geven. Gaat heen en vermenigvuldigt hun bureaucratie. Je mag niet op dit stukje Wad komen want dan ‘verstoor’je de bruinvis, of ‘verontrust hem met je silhouetwerking’.

Natuurwetgeving overwint alle natuurwetten
Wie dan denkt ‘nou en, wat zou dat’, die komt bedrogen thuis. Want sterker dan natuurwetten zijn natuurwetgevers in Nederland met Brussel als hoofdstad en hun medeplichtingen in academieland: een vloed aan protocollen, natuurkwaliteitsindicatoren, structuurkadernota’s, Natura 2000-ontwerptoetsen, stakeholderconvenanten, Ecologische verbindingstroepen, verbanddozen en Biodiversiteitsbeginselverklaringen doet je naïeve onschuld inslikken.

    Hier kómt een beest, en hij vervult ‘onmisbare ecosysteemdiensten’. ‘Ecosysteemdiensten’ is een term verzonnen door naturocraten, die vastbesloten zijn het laatste restje onbekommerd plezier in de natuur voorgoed te bederven, straks via instellen van een ‘biodiversiteitsbelasting’. Om alles dat spontaan wil zijn om te zetten in meer regels, belasting en ‘draagvlakcampagnes’ als blijkt dat bureaucratisering van natuur de mensen verder vervreemdt.

Dat onmisbare radertje in een bureaucratisch academisch netwerk
Die bruinvis, dat vinnetje dat je ’1 2 floep’zag – die blijkt onmisbaar rader in een delicaat netwerk. Die bruinvis vraagt om dierecologisch onderzoek naar de rol van de bruinvis als biobouwer en dikke lul drie bierbrouwer bij NIOZ zodat we ‘nog meer kennis krijgen om het kwetsbare Waddenecosysteem te beschermen’.

En nee hoor, dat is heulemaal geen slap ge.. om Groningse ecologen een betaalde hobby te geven. Of als zingevings-workshop voor groene bureaucraten in een Haagse zweethut. Zeker niet nu ‘de klimaatverandering’om zich heen grijpt en ‘mogelijk’ernstige veranderingen in het Waddenecosysteem aanbrengt in het jaar 2080. Maar er zijn nog onzekerheden en dus is ‘meer onderzoek en regulering nodig’.

De Bruinvis onder klimaatscenario’s sterft mógelijk uit in 2080
Hoeveel academisch geformuleerde wereldproblematiek wel niet hangt aan‘1, 2’floep weg bruinvisvinnetje. Kijk jongens, dat was de bruinvis. Huh waar? Nee hij is alweer weg: díe ervaring.

Zie je een bruinvis, dan zie je anno 2013 een onderwaterkanarie in de koolmijn van ‘oceaanverzuring’, een onderwaterbureaucraat door Brussel gezonden, drijvend op een bed van rapporten van Imares, NIOZ en Planbureau die de noodzaak van meer beleid en regelgeving tonen die Brussel toch al – hoe groot is het toeval- had klaarliggen.

Ik ken landgoedeigenaren die niet durven melden dat een nachtzwaluw op hun terrein broedt, omdat ze anders worden doodgereguleerd zonder enige positief effect op de nachtzwaluw. Leve Natura 2000, Brussel befehl und wir folgen. Die nachtzwaluw is trouwens wél spectaculair. Maakt het zelfde geluid als bij de Blair Witch Project, ratelende steentjes.

Beesten die geen ‘bescherming’ nodig hebben zijn veel leuker
De meeuwenliefhebber heeft het veel makkelijker, en tegelijk heeft de meeuw geen ‘beschermingsplan’of ‘biodiversiteitskwaliteitskaderstructuurnotaprotocolconvenanttoetsingsframework via stakeholderoverleg’nodig. Als de laatste mens het licht op aarde uit doet, zal er ongetwijfeld nog zo’n allesvretende fleximeeuw zijn en de laatste mens kan daar nog lol aan beleven.

Algemene vogels zijn veel leuker dan zeldzame, want het enige unieke aan zeldzame vogels is dat je ze bijna nooit ziet. Toch, voor een schuwe zeldzaamheid komen vogelaars opdraven, om via de telescoop zo’n verenbal visueel per veertje af te likken. Voor de meeuw heb je geen telescoop nodig, je kunt gewoon brood toewerpen dat ze in vaak spectaculaire vlucht uit de lucht happen. Probeer het op de boot naar Texel, al decennia een succesnummer voor iedere toerist. Hoor je een meeuw, dan hoor je de zee. Dat geeft sfeer, terwijl een zee zonder bruinvissen alleen maar een zee zonder bruinvissen is: merk je niks van.

Was ‘natuur’niet ‘spontaan’?
Natuur is juist wat zich niet aan de regels en wensen van mensen houdt. Als een ongereguleerde vrijpartij, een vergeten hoekje, spontaan groeiende klaprozen op een nieuwe aarden wal, onkruid en insectenplagen, kriebel, jeuk, vies, reuk, blaadjes in de dakgoot, takjes op de stoep, onveilig, overlast! Zodra een bureaucraat het wil vangen in biodiversiteitsconvenanten houdt het op natuur te zijn, als een bureaucologische onzekerheidsrelatie van Heisenberg.

Een gestrande bultrug houdt op natuur te zijn zodra de overheid ‘protocollen’voor hun stranding moet ontwerpen na Kamervragen van Marianne ‘op zijn hondjes’ Thieme. Waarom mag een Bultrug niet gewoon stranden op een eiland en natuur zijn. Geen tenenkrommend NOS-journaal rond een politicus die met zodiac Johannes wil daten. Tenzij Pownews het filmt en brengt als satire (tip; de Fistbeurs: ‘wat voor aars gebruikt u’). Gewoon ontleden, skelet in het natuurmuseum ophangen. Natuur bedankt.

God bewaar ons voor ‘draagvlak’voor de natuur
Kun je met je kindjes gaan kijken in het natuurmuseum- vinden ze prachtig die skeletten, ze hebben helemaal geen blingbling, knipperlicht en concentratieverstoring, pardon moderne door ‘deskundigen’bedachte onderwijsprogramma’s nodig ‘die nadruk leggen op hun vaardigheden om draagvlak te creeren’: het idee dat je natuurinteresse krijgt of kennis opneemt via een computerprogramma. Of draagvlakcampagnes om ze tot levenslang fondseninfuus te maken van een NGO (Niet Gecontroleerde Organisatie) als het Wereldbestuurfonds. Wel een juf- liever een meester- die ze kennis geeft en die het verschil tussen een kip en een kievit kent.

Dankzij bureaucratisering en academisering ontstond de paradox van de natuurbescherming waarmee velen nu worstelen. Door koppelen van wereldproblemen aan natuur, milieusmetvrees en het verwarren van bureaucratische misantropie met natuurbescherming heeft de groene beweging- door velen met oprechte intenties- meegeholpen aan natuurvervreemding.

    Een vervreemding die het beste zichtbaar is bij door ‘communicatie’overgenomen natuurorganisaties met hun ‘draagvlak’voor natuur: het ombouwen van natuurgebied tot gerontocratisch wellnessresort. Draagvlak dat letterlijk vorm krijgt in betonnen fietspaden voor grijze tandemduiven en kakelende nordic walkers- twee halen één betalenoutfit, abonnementje op Roots aaahhhhh. Met ‘beleefbare natuur’, god verhoede het.

Dat gewichtige politieke gedoe over de natuur, als een toets van politieke correctheid, gekoppeld aan opzichtige financiele (organisatie)belangen. Terwijl natuur vaak niet meer is dan leuk en interessant, voor iedereen die er oog voor heeft en dus een beetje kennis heeft (anders weet je niet wat je ziet, en dus zie je niks, hoeveel ‘draagvlak’ ook). En vaak kan een natuurwaarneming ook dodelijk onbeduidend zijn, de rol van een beest in de natuur totaal onbelangrijk. 1,2 floep, daar ging de bruinvis weer. Genoeg voor ieder die daarmee genoegen neemt, maar niet verplicht en al helemaal niet onmisbaar voor wie er zijn brood niet mee verdient.