Chris Schoneveld volgt dit blog al jaren en reageert wel eens meer en wel eens minder. Wat ons PBL hem nu weer flikte wilde hij niet onbesproken laten. Ons Planbureau voor de Bureacratische Leefomgeving – zoals Rypke de club placht te noemen – doet een oproep aan 60 PhD studenten om mee te doen aan een driedaagse review van het aankomende IPCC-rapport. Op zich al een hele verbetering want het IPCC heeft een trackrecord van het aanstellen van halfzachte bijna-afgestudeerde milieuactivisten, zoals we weten uit het boek van Donna Laframboise.

Wat schrijft het PBL specifiek in deze oproep? Ik vind deze erg frappant:

You will come into contact with leading scientistst in the Netherlands and learn about the ins and outs of IPCC procedures.

Waarbij ik me afvraag welke leading scientists wij überhaupt hebben in de klimatologie? O ja, dat zootje ongeregeld dat inmiddels een achterhoede gevecht voert. Ik bedoel in 1991 toen ik als bijna-afgestudeerde op een dergelijke manier werd geïntroduceerd bij het IPCC was het nog voorhoedewerk. Dat ik NIET die weg ben gegaan en dat ik NIET een miljoenenverslindende onderzoeksgroep ben gaan leiden in de tussenliggende 22 jaar, is altijd nog een geweldig geschenk aan de Nederlandse belastingbetaler waar ik ooit nog een lintje voor hoop te krijgen.

Chris stoorde zich vooral aan:

For this review we seek approximately 60 young scientists who have an affinity with climate change.

Hij klom in de pen en schreef deze brief aan ons PBL:

Beste Lianne,

Als reviewer van een aantal (sceptisch getinte) wetenschappelijke artikelen met een geologische kijk op het klimaatdebat (ik ben een gepensioneerd geoloog met een Phd van de universiteit van Leiden) kan ik het niet nalaten om een kanttekening te plaatsen bij uw oproep aan “ambitieuze PhD studenten” om zich aan te melden als IPCC reviewer. Niet alleen het woord “ambitieuze” maar ook de toevoeging dat de jonge wetenschappers een “affiniteit” met klimaatverandering moeten hebben geeft weinig hoop op het aantrekken van wetenschappers die onbevooroordeeld het klimaatdebat volgen.

Het is algemeen bekend dat studenten met ambitie zich beter niet in de sceptische hoek kunnen begeven omdat dat politiek incorrect is en hen weinig kans geeft om uit de rijke subsidiepot (waarvan klimaatgerelateerde studies veelvuldig gebruik maken) te mogen putten. Het zou uw organisatie sieren als u expliciet zou hebben vermeld dat juist wetenschappers die een kritisch kijk hebben op de gecomputeriseerde klimaatmodellen het IPCC van harte welkom zijn. Hoewel het woord “affiniteit” niet noodzakelijkerwijs een opinie over de ongewenstheid van klimaatverandering suggereert, zal het toch in het algemeen worden opgevat als een soort synoniem voor “zorgen maken over”, wat op haar beurt weer selectief werkt op het aantrekken van geëngageerde, niet altijd even objectieve, wetenschappers.

Met vriendelijke groet,
Chris Schoneveld

Mooi geschreven!