Rypke en ik gaan dit blog nog regelmatiger larderen met positief feel good nieuws uit onze mooie natuur. Zelf heb ik definitief de beweging van vogelaar naar botanicus gemaakt na enkele bloemenreizen als SNP-reisleider naar de Alpen. Pas daarna ben ik me gaan verdiepen in wat er thuis zoal groeit en bloeit. En nu deze weken heel fanatiek. Ieder plantje – die dingen vliegen tenminste niet weg – determineer ik snel met simpele Google keywords op Google afbeeldingen. Paars lipbloem en zo…

Tijdens een enkel kanotochtje gisteren voor mijn huis zag ik moerasandoorn, watermunt, harig wilgeroosje, blauw glidkruid, moerasrolklaver, honingklaver, veenwortel…. en toen weer dat hele gekke plantje op dat stuk steen ter oeverbevestiging in de sloot gedumpt door een boer… ten bewijze dat de mooiste natuur per definitie daar ontstaat waar door een aardbeving, aardverschuiving, blikseminslag, bosbrand én door de mens een flinke verstoring optreedt. Het meest zeldzame plantje daar eenzaam en alleen op die  steen precies aan de waterlijn wortelend in de voeg.

En weer was ik lui met determineren. Ik stuurde mijn flickr-link met 4 foto’s naar een vriend in Duitsland en binnen 24 uur wist ik dat het Ranunculus sceleratus was oftwewel: de Blaartrekkende boterbloem. Ik had nog 1 bloemhoofdje geplukt ter determinering thuis en nu lees ik:

Terwijl alle boterbloemen giftig zijn door de aanwezigheid van de stof protoanemonine, geldt dit in het bijzonder voor de blaartrekkende boterbloem: deze staat bekend als de giftigste boterbloem en heeft een gehalte van 2,5% aan protoanemonine. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of vermalen worden, brengen ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. De plant wordt in Duitsland dan ook Gift-Hahnenfuss genoemd.

Jakkes. Had Rypke dus echt gelijk dat de plantenwereld de grootste gifbelt is…. saneren die handel :-) En verder staat er….

De plant heeft een voorkeur voor stikstofrijke, vochtige grond.

Tja een 4 meter brede sloot tussen twee overbemeste akkers. Elke keer als de gierkar rijdt denken de regenwormen en het andere bodemleven Scheisse en de boterbloem denkt: Yummie. Altijd winners & losers. Darwin rules.

Afsluitend. Ik heb een lange weg afgelegd van cultuurpessimistische misantropische tiener naar techno-optimistische menslievende natuurliefhebber. Voor jullie nu denken dat we hier romantisch gaan zwijmelen over Ot en Sien en de natuur uit 1850: voor mij is de lakmoesproef voor iemands natuurgevoel of hij zijn geest zodanig heeft verruimd dat hij bij het zien van bovenstaand beeld al wandelend door de natuur ook zou kunnen denken: “Mooi contrast dat bordeauxrood en grasgroen en wat kleurt het mooi bij de herfstbladeren”. Nog beter als je het blikje vervolgens in een meegebrachte plastic zak steekt en ergens weggooit. Maar snap je waar ik heen wil? Lees anders ook nog even mijn verhaal over de bijenorchis.