vraatzuchtige bloem: zonnedauw

In de Nederlandse postzegelnatuur zijn heuse (hoog)veenvegetaties schaarse bijzonderheden geworden. Maar in de Schotse Highlands strekken hoogvenen zich nog oneindig ver uit. De omgeving stelt hier hoge eisen aan de aanpassing van organismen. De strijd om te overleven is fysiek zwaar door de sterk wisselende weersomstandigheden met vaak venijnige kou en gure winden. Planten zijn hier gedwongen gedrongen te groeien. Je ‘kop’ boven het maaiveld uitsteken is af te raden, net als in Nederland.

Behalve fysiek is de chemische overleving ook keihard. De planten die nog met hun voeten in de blubber staan op lage open delen halen hun minerale voedingsstoffen gewoon uit de bodem. Maar veenmos heeft meer mogelijkheden ontwikkeld en kan daardoor een andere niche innemen. Veenmos, ook als sphagnum bekend van de bloemist, zuigt water op als een spons tot 25 keer zijn eigen gewicht. Het neemt voedingsstoffen zoals kalium en calcium op uit het water en geeft zuur-ionen af om de lading neutraal te houden.

combi veen

50 tinten Schots groen                                          Veenpluis of ‘bog-cotton’

Ze past dus ionenwisseling toe en haalt mineralen uit regenwater. Daarmee kan ze onafhakelijk van de bodem verder groeien. Op die manier ontstaat er een steeds hoger bed van veenmos: hoogveen dus. Een soort waterbed eigenlijk. De uitgestrekte groene velden lijken land maar zijn eigenlijk vooral water. Als je er een steen in gooit dan deint er een golf weg net als in een vijver. Dat is verraderlijk, vandaar dat Willem van Oranje in de 80-jarige oorlog opdracht gaf een vesting te bouwen in het Bourtanger (veen)moeras in Drenthe. De Drenten wisten waar de paaltjes stonden, of in dit geval waar de zandruggen lagen, de Spanjaarden niet. Door de ionenuitwisseling maakt veenmos het milieu zuur en in combinatie met zuurstofloosheid krijgen bacteriën het moeilijk, zodat de omgeving als het ware steriel wordt. Bovendien schijnt veenmos stoffen uit te scheiden die conserverend werken, vandaar de veenlijken.

Strijd om het bestaan in de Schotse highlands
Verrassend is dat er nòg een plantje in staat is bovenop deze veenmosbedden te leven. Het is maar een paar centimeter in doorsnee dus het duurde even voor ik de eerste vond toen ik ze begin augustus in de Schotse venen zocht. Maar na de eerste had ik weer het zoekbeeld en vond er vele.  Zonnedauw kan bovenop een veenmos bed overleven dankzij een verrassende aanpassing. Het is een vleesetend plantje van een paar centimeter doorsnee. Met zijn mooie maar kleverige ‘dauw’druppels vangt het insecten en voorziet zich zo van mineralen. Zonnedauw schijnt ook in de homeopathie gebruikt te worden, wat me op de volgende filosofische vraag voor vegetariërs brengt:

Mag je als principiële vegetariër carnivore planten eten ?

Tja, food for thought zullen we maar zeggen. Natuurlijke selectie betekent een keiharde strijd om het bestaan op het individuele niveau van organismen, maar kan als geheel harmonieuze patronen opleveren. Een van de meest spectaculaire resultaten van natuurlijke selectie en aanpassing las ik in het fantastische boek ‘De Menselijke Maat’ van Salomon Kroonenberg. Hij beschrijft de Surinaamse luiaard die in zijn haren groeven heeft met daarin een heel ecosysteempje. Er leven 3 soorten groenalgen in die hem groen kleuren, en verder nog kevers en motten. De luiaard leeft voornamelijk in de boomkruin maar af en toe daalt hij af om op een vaste plaats te ontlasten. Kroonenberg schrijft ‘poepen’ maar ik vertaal het om misverstanden bij onze Vlaamse lezers te voorkomen. Op dat moment vliegen de volwassen motten van een van de soorten uit de pels naar de mesthoop om eitjes te leggen. De larven eten de mest en na verpoppen vliegen ze weer naar de luiaard als die in de buurt komt.

De nietige mens op de machtige aarde
Ook voor je inzicht in de geologie is ‘de menselijke maat’ een aanrader. Kroonenberg is een gepassioneerd en degelijk onderzoeker en legt het helder uit waardoor geologie fascinerend wordt. Al lezend krijg je als vanzelfsprekend begrip voor de grootschaligheid van de aarde en de geologische processen die haar vormden en blijven vormen. Maar ook van de nietigheid van de mens. Een gebergte lijkt stabiel en eeuwig maar al lezend wordt de enorme veranderlijkheid van het aardse oppervlak duidelijk. En de enorme variaties in bijvoorbeeld aardmagnetisme, temperatuur en CO2. Ongemerkt ga je het al lezend arrogant vinden dat we zelfs denken dat we het klimaat, de resultante van al deze enorme natuurlijke krachten, significant zouden kunnen beïnvloeden.

Helaas is het boek niet in het Engels vertaald want het zou verplichte kost moeten zijn voor iedereen die zich met klimaat en dus met geologie bemoeit. En samen met De Staat van het Klimaat een verplicht onderdeel van het toelatingsexamen voor IPPC auteurs.

IMG_1584

De Schotten hebben het belang van geologie voor het land(schap) alvast goed begrepen