Vorige week schreef Hans Marijnissen van dagblad Trouw voor het eerst in zijn leven een feitelijk juist stuk over natuur zonder ideologisch blind te zijn: hij meldde dat bosbeheerders het FSC-keurmerk overbodig vinden, met teveel papierwerk. FSC heeft bij ons geen toegevoegde waarde want qua duurzaamheid hebben we ook al de Boswet. FSC Nederland reageerde meteen om haar handel te verdedigen. Maar ook mondiaal gezien voegt FSC- behalve traceerbaarheid van hout- niets toe.
Wageningse bosbouwgoeroe Leffert Oldenkamp somt hier op Climategate.nl nog eens op waarom de reactie van FSC op het artikel in Trouw niet deugt, en waarom FSC en certificering over datum is. Eerst de FSC reactie.
“FSC is succesvol
Het artikel in Trouw “Zagen aan het keurmerk FSC” is aanleiding voor discussie op verschillende netwerken. Maar laten we eens beginnen met te stellen dat FSC-certificering wereldwijd een succes is. In 20 jaar tijd is wereldwijd inmiddels 10% van alle bos gecertificeerd, is 27% van alle hout dat verhandeld wordt gecertificeerd, heeft FSC wereldwijd bijna 27.000 certificaathouders, is op de Nederlandse markt het aandeel aantoonbaar duurzaam geproduceerd in de periode 2008 – 2011 toegenomen van 33,5% naar 65,7 % en is het aandeel tropisch hout met FSC-keurmerk op de Nederlandse markt inmiddels 40%. Probeer maar eens een vergelijkbaar initiatief te noemen met cijfers die in de buurt komen van het succes van certificering van verantwoord bosbeheer.
Het was goed bedoeld FSC, maar zo schrijft Oldenkamp in overeenstemming met het standpunt van de Koninklijke Nederlandse Bosbouwvereniging:
“Hoewel ondertussen de volledige strekking van de studiekringen van KNBV en VTB bekend mag worden verondersteld, wil ik toch nog in herhaling opmerken dat:
1. De 10 % van het gecertificeerde bosoppervlak bestaat voornamelijk uit bossen die niet of nauwelijks worden bedreigd.
2. Bossen in gebieden waar een boswet wordt gehandhaafd zouden wellicht anders kunnen worden beheerd, maar voor de instandhouding is dat niet echt relevant.
3. Het is zinvoller om onze energie te steken in gebruik hout in de eigen regio.
4. Met hout en met perverse subsidies elektriciteitscentrales te ontregelen is waanzin. Gebruik hout verstandig.
5. Illegaal en/of niet gecertificeerd hout vindt zijn weg wel. Onze goede bedoelingen voorkomen dat niet”.Verder doet FSC alsof er geen alternatieven zijn met minder bureaucratie , zoals de PEFC standaarden. Het zou moeten gaan om het bos en niet om een betere positie als certificaat te claimen. Hout moet daarbij als maatschappelijk goed op de agenda komen.
Zit geen woord Chinees bij. Lees hier ‘Het Verdriet van Certificeerders‘ over de bosbouwkundige duiding van FSC
Het absurde van een keurmerk is, is dat het keurmerk de instantie die het keurmerk uitgeeft/verstrekt (maakt niet uit of het de BOVAG, SKH, KOMO, FSC of weet ik wat is) een institutionele monopoliepositie geeft.
Omdat de meeste mensen daar toch ook wel een beetje naar gevoel over krijgen, zo’n monopoliepositie, komen de “keurmerkverstrekkers met allerlei moreel ethische argumenten om het “eigen gelijk” kracht bij te zetten.
Sterker nog, als ik ergens op een product een keurmerk lees, dan gaan bij mij de alarmbellen rinkelen en gaat mijn voorkeur uit naar het andere produkt!