Bodemberoering Maasvlakte op voorkant Bodemwijzer SWNM

Bodemberoering Maasvlakte op voorkant Bodemwijzer SWNM


Tenzij andere natuurwetten gelden wanneer de opdrachtgever meer betaalt, bewijst 5 jaar ecologisch onderzoek aan de Tweede Maasvlakte dat bodemberoering door visserij en schade aan schelpdierfauna door visserij in de Noordzeekustzone onzin moet zijn. Dat blijkt uit de verslaglegging van het Maasvlakte 2-onderzoek dat je hier kunt downloaden.
De ecologen konden ook bij de miljoenen kuubs zandwinning voor de Maasvlakte géén effecten vinden op bodemleven als schelpdieren.

De natuurlijke variatie bleek een factor 10 tot 100 groter, en dankzij de hoge dynamiek in de kustzone verschilt de aanwezigheid van schelpdierfauna van jaar tot jaar, afhankelijk van de intensiteit van het stormseizoen. De resultaten onderstrepen de 40 jaar data van Jarkus- aan de Noordzeekustzone, waaruit blijkt dat tot -6 meter NAP de hoogte van de bodem met meters per jaar kan verschillen. Het onderzoek bevestigt de conclusies van het literatuuronderzoek van de SWNM in de Bodemwijzer 2012.

De Nederlandse visserij moet vanaf 2014 een visgebied ter grootte van de Provincie Utrecht inleveren in de Noordzeekustzone omdat zij volgens Imares de bodem zou beschadigen. Dit is vastgelegd in het VIBEG-akkoord, geleid door de zelfde ambtenaar bij het ministerie TOn IJlstra, als bij het Maasvlakte2-project, waar IJlstra ook projectleider is, én waar het zelfde Imares ecologisch onderzoek verrichtte.

De ambtenaar IJlstra én Imaresecologen zijn dus op de hoogte van de onzinnigheid van ´bodemberoering door visserij´in de dynamische kustzone. Met het vrijkomen van de onderzoeksresultaten komt de intellectuele integriteit van Imares verder ter discussie te staan, evenals de betrouwbaarheid van de overheid.

Gelukkig voor de overheid zijn vissers intern zo verdeeld, gehecht aan ego’s en koninkrijkjes en dusdanig zwak vertegenwoordigd, dat IJlstra en co gewoon met Vibeg door kunnen gaan.