Hersteltijd per ecosysteem in jaren

Hersteltijd per ecosysteem in jaren

Momenteel rond ik de Duurzame Visserij Wijzer af voor de Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid. Eén van de issues waar je tegenaan loopt is dat ‘duurzame visserij’ bij iedereen wat anders betekent. Sommigen doelen op ecologische criteria bij ‘duurzaamheid’, maar waar praat je dan over?

Want wat is ‘schade’ eigenlijk aan een marien ecosysteem? Jack Rice die deel uitmaakte van het team wetenschappers dat de ecosysteemcriteria opstelde voor de Europese Commissie kon mij als één van de weinigen een ecologisch relevant argument geven: snel herstel naar de toestand voor de ingreep. Maar wat is ‘snel’ in de natuur, waar ecologische processen van minuten tot millennia lopen?

Een metastudie die een poging deed inzicht te verkrijgen wat tot nu toe bekend is over herstelvermogen/veerkracht en ‘herstelsnelheid’ verscheen in 2009 in Plos Biology. Deze toont dat van alle ecosystemen en activiteiten daarin de hersteltijd na ingreep bij bodemvisserij veruit het snelste herstel laat zien, vaak minder dan één jaar, bij overbevissing lag gemiddeld herstel rond de 10 jaar (al tonen studies in Australie al na 4 jaar herstel tot msy), terwijl herstel tot de toestand voor de ingreep bij bossen het langste duurt, vaak een halve eeuw.

Dat klinkt vanzelfsprekend: bomen groeien veel langzamer dan plankton, en herstel tot de uitgangssituatie- een theoretisch climax-stadium- hangt samen met de snelheid van groei van de dominante primaire producenten. (en de aanwezige sleutelsoorten in het systeem). Dus terrestrische ecosystemen herstellen langzamer dan mariene ecosystemen, zoals deze studie ook vindt.

Our data set was derived from peer-reviewed studies that examined large, human-scale ecosystem (vs. small scale experimental) recovery following the cessation of a perturbation (Table S1). We conducted a search of the primary literature using Web of Science for the years 1910–2008 inclusive. We used the perturbation-type keywords agriculture, deforestation, eutrophication, hurricane, cyclone, invasive species, logging, oil spill, power plant, and trawling.

Getest werd het herstel van de volgende variabelen

Ecosystem variables included nutrient cycling, decomposition rates, and abiotic measurements. Animal and plant community variables included estimates of density, diversity, evenness, and species composition.

De auteurs gingen bij de beoordeling af op de oordelen van de schrijvers van de behandelde studies. Van de 236 studies vonden ze bij 67 studies géén herstel bij geen enkele variabele, maar bij 83 studies waren alle variabelen op oude niveau terug gekeerd. De rest liet een mix zien.

Planbureau voor de Leefomgeving is onwetenschappelijk
Natuurlijk moet je een paar slagen om de arm houden met zulke metastudies, waar je verschillende methodes van verschillende auteurs op één hoop gooit en daar ook nog iets objectiefs over wilt zeggen.

Vast staat: bij mainstreammedia/de milieubeweging en bij instituten als het Planbureau voor de Leefomgeving (Rob Alkemade en zijn Mean Species Abundance, waarnaar het PBL recent weer verwijst in ‘Verduurzaming van Internationale Handelsketens’) maar ook de Verenigde Naties in de Millennium Ecosystem Assessment wordt het vaak snelle herstelvermogen van de natuur volledig verwaarloosd. De natuur is broos vaatwerk, ééns weg is altijd weg, ‘we verloren 80 procent biodiversiteit sinds 1900’ volgens het Planbureau voor Milieubedrog…

De natuur is verandering en ook verwoesting, de klimaatverandering na de ijstijd verwoeste alle woestijnsteppen in Europa en vormde ze om tot bos.

Bodemvisserij heeft ook gunstige ecosysteemeffecten...

Bodemvisserij heeft ook gunstige ecosysteemeffecten…

Hoe een ecosysteem ‘hoort’ te zijn, dat is een menselijke keuze.
Visserij onttrekt bij bevissing op MSY-niveau 60-70 procent van de biomassa. Bij meer onttrekking krijg je kleinere en sneller voortplantende vis die beter tegen visserij is opgewassen (zo werkt natuurlijke selectie), bij minder onttrekking trager groeiende en grotere vis. Op MSY beviste kabeljauw kan als grote predator funest zijn voor zijn prooisoorten, waaronder haring die nu mogelijk profiteert van kleinere Noordzee-kabeljauw populaties. De garnalenvisserij langs onze kust bloeit nu ook mede dankzij het verdwijnen van kabeljauw en marginaliseren van wijting. In de Barentszee is de populatie kabeljauw juist groter dan ooit sinds WO2.

Bij het welvaren van de kabeljauwpopulatie en zijn grootte spelen vooral ook milieuveranderingen mee. De kabeljauw kwijnde vooral weg dankzij minder eutrofiëring en een graad warmere zee (kabeljauw is een koudwatervis), ook de kabeljauwpopulaties bij Cape Cod verdwenen niet door overbevissing alleen, maar vooral door milieuveranderingen. Moraal van het verhaal; wees voorzichtig voor je alle (vispopulatie)verandering in zee aan bevissing toeschrijft!!!!

Dus wat is ‘herstel’ van een marien ecosysteem na bevissing?

Momenteel gebruiken antivisserij-lobbyisten van de Oceans 2012 coalitie de MSY om vissers weg te jagen van zee, door MSY als minimum te bepleiten: zij kiezen daarmee voor trager groeiende grotere vis, waarmee je minder vissers van een boterham kunt voorzien, en waarmee hun wildernisreservaat onder water eindelijk werkelijkheid wordt via bureaucratische repressie en lastenverzwaring.

Dat is een menselijke keuze, gemotiveerd door het verlangen naar mensloze natuur. Je kunt ook kiezen voor vissers in plaats van voor Christien Absil, maar omdat media en politici op de hand zijn van de milieubeweging zijn vissers steeds de lul.

Terwijl de wetenschappelijke basis achter de beweringen van de milieubeweging meestal flinterdun is, en nog vaker volledig afwezig, en dat is eenvoudig aantoonbaar voor iedereen met enige ecologische kennis. Maar visserijvoormannen kiezen er op hun beurt voor mijn werk te negeren. Dat is ook een keuze, die ik uit domheid/sociale groepsprocessen en prestige verklaar.