Overheid grootste hindernis voor duurzame visserij

Overheid grootste hindernis voor duurzame visserij

Met het op 10 december in Brusselse wetgeving vastleggen van de aanlandplicht staat nu vast dat Nederlandse vissers op schol ook bijgevangen ondermaatse (plat)vis moeten aanlanden en verwerken tot vismeel.  De daaruit voortvloeiende kostenverhoging voor de Nederlandse zeevisserij van 26 miljoen euro maakt de volledige kottervloot (nog meer) verlieslatend, en ontneemt haar laatste investeringskapitaal. Dat valt op te maken uit gegevens die het Landbouw Economisch Instituut verzamelde (LEI), in een kostenberekening van de aanlandplicht.

Overheid was al op afstand grootste kostenpost visserij
De 97 grotere platviskotters wisten in 2011 nog een zeer bescheiden winst te halen van 17.000 euro, op een omzet van 1,49 miljoen eur0.In het LEI-rapport mis ik nog een goede berekening van extra brandstoflasten, en de totale  lastendruk die de overheid geeft: dat zou een objectiever weergave zijn van de oorzaken dat de visserij omvalt.

De energielasten van gemiddeld 577 ton euro drukken het meest op de rekening. De vaste en variabele kosten waren  569 ton,  (waaronder directe belastingen) en personeelslasten van 300 ton (waarvan 40 procent belastingen en sociale premies, corrigeer mij als ik hier ten onrechte afwijk)

Extra verlies van tonnen per jaar is direct bedrijfseinde
Meer dan de helft van deze kleine winst- 8000 euro zijn tongvissers per 2015 (scholvissers per 2016) al kwijt aan de verplichte installatie van een CCTV-camera waarmee het dek continue wordt gefilmd ter controle op naleving van de aanlandingsplicht.

  • De grootste verliespost zit in omzetderving, doordat vismeel 1/10de oplevert van maatse vis, terwijl personeel, controle en ruimcapaciteit moet worden gereserveerd.  Voor de gehele kottervloot schat het LEI hier een verliespost van 26 miljoen euro, waarbij de kosten van aanlanding 10 miljoen euro bedragen, het eerder sluiten van visserij door choke species 77 miljoen euro kost (het aanlanden van bijgevangen vissoorten die over quota komen betekent vroege sluiting visserij). Omdat vissers bij vroege sluiting minder kosten zouden maken zou dit ruim 50 miljoen euro besparen: verlies 26 miljoen, bij gunstiger vismeelprijzen 21 miljoen euro. Dit scenario geldt wanneer de aanlandplicht wordt ingevoerd zoals bedoeld: aftrekken volume bijvangst van quota.
  • Daarbij komen dan nog kosten van de ambtenaren die alle beelden moeten scannen. Het LEI schat kosten van controlerende ambtenaren en waarnemers voor de gehele vloot op  18 miljoen euro per jaar voor 97 kotters als naast cameracontrole (6 miljoen euro) verplichte waarnemers op reis mee gaan. Eén jaar discardban zou per schip alleen al 2 ton verlies geven aan controlekosten. Alleen al de jaarlijkse controlekosten zijn ongeveer 3/4de van de omzet van één grote visveiling, die van Vlissingen (26 miljoen euro).

Hoger brandstofverbruik door aanlandplicht
De aanlandplicht vraagt extra ruimcapaciteit, personeelsinzet bij vangstsortering, extra loon voor controlerende ambtenaren,  maar geeft ook extra brandstofverbruik- gemeten naar kilogram dieselolie per kilo aangevoerde maatse vis (waarvan de bedrijfswinst afhankelijk is). Het ruim is eerder vol, de kotters moeten eerder terugstomen. De Noordzeevloot was net geslaagd om in 10 jaar tijd de hoeveelheid brandstofverbruik per kilo aangevoerde (maatse) vis terug te brengen met 45 procent.

Voor zover de visserij nog zou willen investeren in selectievere vismethodes of manieren om de overleving van bijvangst te vergroten (meetbare duurzaamheid), is het kapitaal daarvoor met de aanlandingsplicht definitief afgepakt door de overheid (voor symbolische duurzaamheid). Aan bovengenoemde getallen zitten veel haken en ogen omdat visprijzen sterk varieren en ook de aanvoer wisselt met de natuur en quota.

Het door het Ministerie van Economische Zaken gesubsidieerde Stichting de Noordzee blokkeert de toegang van verse Noordzeeschol tot supermarkten

Verse Noordzeevis uit eigen zee, hoe duurzaam wil je het? De door het Ministerie van Economische Zaken gesubsidieerde actieclub die 30 procent van de Noordzee visserij vrij wil hebben, Stichting de Noordzee blokkeert de toegang van verse Noordzeeschol tot supermarkten, terwijl deze MSY bevist wordt

Als ‘verduurzaming’ verkochte aanlandplicht ook potentieel ecologisch destructief
De aanlandplicht is dus het einde van de Nederlandse zeevisserij, terwijl Noordzeeschol wordt bevist op MSY en daarmee nu voldoet aan visserijbiologische criteria voor duurzaamheid, zoals de Duurzame Visserij Wijzer toont van de Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid. De aanlandplicht wordt door Brussel ingevoerd onder het kopje ‘verduurzaming’: echter, als de aanlandplicht wordt ingevoerd volgens scenario 1 van het LEI- waarbij bijvangst mag worden opgeteld boven bestaande quota- is deze potentieel destructief voor de visbestanden, zoals de Discardwijzer van de SWNM al toonde.

De aanname achter de aanlandplicht is dat vrijwel alle vis na terugzetten doodgaat. Dit is onjuist voor diverse soorten in Nederlandse Noordzeevisseerij. Met name schol kan goed tegen dekbehandeling. Imares vangt voor populatie-onderzoek aan schol de vis gewoon met boomkorvistuig, om ze- na van een merkje te voorzien- daarna weer terug te zetten. Als bijvangst niet overleefde was decennia populatie-onderzoek aan schol in de Noordzee niet mogelijk geweest. De jonge vis die anders deels overleefde wordt nu onttrokken aan de later paairijpe bestanden, om als diervoeding te eindigen.

De aanlandplicht uit Brussel kwam tot stand dankzij fanatieke lobby door actiegroepen tegen de Noordzeevisserij als Stichting de Noordzee, die 30 procent van de Noordzee visserijvrij willen in 2020. Deze stichting draaide in 2011 voor 2/3 van haar budget op projectsubsidies van…het Ministerie van Economische Zaken. Stichting de Noordzee wordt nooit afgerekend op de (economische consequenties van) het beleid dat zij bepleiten. En links werkt meestal averechts, zodat het ‘voorkomen van bijvangst’, leidt tot het aan wal dumpen van vis die in volwassen vorm als menselijk consumptiegoed 10 maal zoveel zou opleveren.

Overheid vernietigt potentieel gezonde bedrijven op last van milieubeweging
De overheid is kortom de grootste kostenpost voor visserij. Bovenop de aanlandplicht komen nog beperkingen voor visserij door de Kaderrichtlijn Marien, eveneens dankzij de lobby van actiegroepen. De visserij is kortom dé voorpost en proeftuin voor hoe de overheid met de milieubeweging samen potentieel gezonde bedrijven- met rijke visbestanden- om zeep helpt via op symboolbeleid gebaseerde overregulering en lastenverzwaringen, waarbij enkele bedrijven kunstmatig met subsidies in leven worden gehouden.

Een ander voorbeeld is de op klimaat gerichte energiepolitiek, waarbij dankzij marktbederf door de overheid Nuon afgelopen jaar een verlies leed van ruim 400 miljoen euro, en Vattenfall duizenden ontslagen aankondigde. Terwijl Nuon een hypermoderne schone multifunctionele centrale van 1300 Megawatt in de Eemshaven moet stilzetten dankzij overcapaciteit in stroomopwekking (door goedkope kolen en dump subsidiestroom uit Duitsland), subsidieert Henk Kamp nu de bouw van extra overcapaciteit van 600 Megawatt aan windmolens boven Schiermonnikoog voor 4,2 miljard euro (Gemini).

Krijgt u hier niet een vrolijk Sovjet-gevoel bij?