Natuurbescherming bij WNF is marketing en donateursgedreven, andere partijen zijn lokaal effectiever, maar WNF loopt met de credits weg

Natuurbescherming bij WNF is marketing en donateursgedreven, andere partijen zijn lokaal effectiever, maar WNF loopt met de credits weg

Het is eenvoudig in het WNF-jaarverslag te lezen, bijvoorbeeld dat het WNF tweemaal zoveel marketingpersoneel heeft dan natuurbeschermers en De Telegraaf vistte er een ander saillant detail uit. Dat het WNF haar eigen vliegquotum met 19 procent overschrijdt en dat een kleine groep mensen (de koffiejuffrouw en 47fte marketingdames blijven lekker in Zeist) liefst 1,8 miljoen kilometer in een jaar vliegt.

Personeel kan vliegreizen met een NGO-korting en aansluitend vakantie vieren in exotische oorden, lekker duiken op Bonaire, chillen op Bali. Allemaal om de natuur te redden. Hoe wonderlijk is de reactie van het WNF als hun jaarverslag van 2012-2013 plots ‘verouderd’heet en het eenvoudig constateren van een feit: het WNF overschrijdt haar eigen vliegquotum, en dat voor een club die anderen de maat neemt over CO2-emissies, consumptie en klimaat.  Dit jaar schenen ze wél hun norm te halen..

WNF-directeur Johan van de Gronden in reactie op het artikel in de Telegraaf: “De afgelopen dagen hebben we uitgebreid contact gehad met mevrouw Wemmers van de Telegraaf. We hebben haar in volledige openheid alle informatie gegeven over ons reisbeleid en specifieke reizen. Tot onze ontzetting wordt er nu een beeld geschetst dat niet klopt met de werkelijkheid. Dit schaadt het WNF en onze medewerkers. Riooljournalistiek, ik heb hier geen ander woord voor.

Het WNF is geen enkele kritische aandacht gewend, en reageert dus als verwend kind. Normaal gesproken  gaan journalisten op kosten van het WNF lekker mee op reis (ik heb ook ooit een week vakantie gevierd op kosten van WNF), om dan een verhaal te schrijven wat voor fantastisch en onmisbaar werk het WNF doet in (bijvoorbeeld) Afrika, ookal komt daar maar 6 procent van het jaarbudget daadwerkelijk bij natuurprojecten.

  • Daarnaast hintte ik in mijn vorige blog al met wat koloniaal proza (nikkers, koelakken spleetogen) naar een diepere vraag: wat is nog het bestaansrecht van een Westerse NGO die meestal straatarme landen zonder functionerende overheid op de vingers wil tikken, met Westerse visie op natuur en natuurgebruik? Het blijft een tikje koloniaal, vooral ook omdat we de handen vol hebben aan onze eigen natuur. Deze stelling werd overigens al 10 jaar eerder geventileerd door Marc Chapin.

Misschien richt WNF netto meer schade aan dan natuurresultaat..
Een kritischer opstelling naar fondsenwervende bedrijven en het effect van hun handelen als het WNF is op zijn plaats. Want ze leggen geen verantwoording af voor de consequenties van hun campagnes. Dankzij hun fanatieke campagnes voor windmolens in zee en op land kan het WNF in Nederland netto wel eens meer ecologische schade veroorzaken dan winst opleveren. Omdat windmolens vaak op de verkeerde plek worden gezet in trekvogelroutes (Spanje) of zoals bij ons in Natura 2000-gebied Steile Bank en het IJsselmeer kan het aantal vogelslachtoffers oplopen tot 800 per turbine. Daarnaast sneuvelen ettelijke vleermuizen per turbine.

Een Vlaamse studie naar vogelslachtoffers bij windmolens kwam met een bodycount van 30-130 afhankelijk van de plaats waar turbines worden gezet. Daarnaast hebben bedrijven die vliegkilometers compenseren met bomenplant vaak nogal dubieuze bijwerkingen, ze planten ze op het goedkoopste land en dat is meestal reeds bestaande natuur, zoals de Alpenweides van de Andes waar dan snelgroeiende monocultures naaldbomen uit de grond worden gestampt.

Dus waar komen die 30.000 vliegkilometerbomen van het WNF jaarlijks terecht? Welke riooljournalist neemt de handschoen op?