Van een collega met het groene vuur in de ogen kwam het verwijt: wat ben je cynisch, omdat ik de ketterse vraag stelde ‘wat bedoel je met duurzame energie’ Nadat de politiek gangbare repliek met zichtbare ergernis kwam ‘nou, gewoon, hernieuwbare bronnen uit zon en wind’, gooide ik meer olie op het groene vuur door vast te stellen: wat is er duurzaam aan een windmolen die je iedere 15 jaar moet vervangen, met 80 ton staal en een ton rare earth metals?
Toen kwam het: wat ben je cynisch.
Had de groene evangelist-journalist -door Al Gore op het energiedossier gekomen, net als ik maar dan in tegengestelde richting- dat ook opgemerkt als ik vaststel dat kernafval een duurzaam probleem is waarvoor we mondiaal mede dankzij weerstand op bergingslocaties nu voor risicovollere bovengrondse opslag kiezen, en wie dan leeft die dan zorgt, landen als Finland uitgezonderd waar Posiva nu een locatie voor duurzame berging in graniet op 400 meter mag door ontwikkelen?
Er is een verschil in duurzaamheid en hernieuwbaarheid, maar groene evangelisten halen die twee steeds al of niet bewust door elkaar: de Brundtland definitie van duurzaamheid houdt ook rekening met economische afwegingen, waarbij behoeften en middelen om in die behoeften te voorzien dynamisch zijn, in plaats van per politiek decreet tot in de eeuwigheid vastgelegd.
Het is technisch gezien niet waar dat wind en zon oneindig beschikbaar zijn, zeker niet zonder opslag. Op windloze bewolkte winterdagen op onze breedtegraad zijn beide geheel niet beschikbaar, productuefactoren op land zijn respectievelijk 24 procent en 11 procent (tijd per jaar stroom leveren). Het vastklampen aan wind en zon als bron als panacee zonder deugdelijke opslag bevat dus een niet rationele politieke component, vanuit hoop omdat er nog niks beters lijkt te zijn.
is dat zo? Wanneer het doel van je energiebeleid is ‘minder fossiel brandstofverbruik bereiken via zo laag mogelijke kosten’ (anders haal je het doel immers nooit) loopt dat dus niet beslist synchroon met de belangen van Vestas, Siemens, Van Oord en andere profiteurs van het Nationale Energie Akkoord.
Toch is mijn ervaring dat ik bij journalisten verdacht raak wanneer ik de vraag stel: waarom wel kritisch op Shell, maar niet op de partijen die binnenlopen met tientallen miljarden euros SDE+- subsidies? Je krijgt dan vaak zo’n woordbezwering terug als ‘de fossielen krijgen ook subsidies’, wat geen weerlegging van mijn punt is. Meer kleuterachtig, ‘ja maar zij krijgen ook’ en daarnaast grotendeels onzin in ons land. Instabiele dictaturen als Iran geven massale subsidies op fossiel brandstofverbruik, om de bevolking in h et gareel te houden. Wij betalen 75 procent belasting en accijns aan de pomp en de staat vangt 12 miljard euro aardgasbaten per jaar, 35 miljard euro aan accijns op fossiel. Windmolenaars leveren terug zonder btw, en de helft van de opbrengst van windcorporaties is tegelijk subsidie. Wie hou je nu voor de gek? Ik ben kortom agnost in het groene transitiegeloof, geef me bewijs en geen dogmas. Het is de Nederlandse Staat die niet zonder fossiel kan.
Iedere journalist beschouwt zichzelf als kritisch, maar gezien de wijze waarop onze mainstreammedia tot nu toe ieder persbericht kopieren met een groen randje als de ouderlng gods woord, kunnen we dat zelfbeeld ter discussie stellen. Er is geen bewijs dat meer dan 10 procent van de journalistenpopulatie daadwerkelijk over kritisch denkvermogen beschikt. Niet WAT iemand zegt geeft de doorslag, maar WIE, net als in politiek, omdat de beoordelaar van informatie de kennis en verstandelijke vermogens ontbeert zelfstandig een oordeel te vormen boven het niveau van een kookboek: een snufje zout, een onsje citaat van de zich als underdog profilerende overheid/bedrijfsbekritiserende partij, 20 minuten layen sudderen, ‘de overheid doet niet genoeg’ is altijd veilig in je stuk, en de waarheid ligt dan in het midden. (In het midden van wat?)
Waar het steeds mis gaat is al dan niet opzettelijke discussieverwarring. Morele argumenten verwarren met technische constateringen, alsof Robben tijdens een voetbalwedstrijd plots een tennisracket pakt, een tennisbal over de doellijn slaat en met het thuispubliek en masse de scheidsrechter van cynisme beschuldgt omdat hij dit doelpunt afkeurt.
We hebben in debat dus heldere definities nodig en inhoudelijk logische argumentatie, anders speelt de een tennis en de ander hockey op het zelfde veld. De groene medemens zou nu zeggen: dus jij hebt een hekel aan mensen die van tennis houden, wat ben je negatief. Nu mag de scheidsrechter een gele kaart uitdelen aan groen. Toch? Veel boosheid aan de groenkritische kant en bij burgers die gedupeerd worden, wordt in mijn ogen veroorzaakt doordat de lobbyisten van Vestas, Siemens en fondsenwervend bedrijfsleven (milieuclubs) zo discussie doodslaan en op valse wijze argumenten afdoen. Waarna ze zich als hogere beschavingsvrm neerzetten, omdat de tegenpartij verontwaardigd raakt door deze vorm van vals spelen.
Wat Pilatus ook mocht beweren ,zijn handen wassend in onschuld: waarheid bestaat tot op zekere hoogte los van de context of persoon, zolang je uit de buurt blijft van metafysica en praktisch blijft. Piet heeft Jantje wel of niet vermoord, niet half. Met windmolens kun je zonder opslagcapaciteit wel of niet 50 procent van onze primaire energievraag dekken.
In recht, wetenschap en journalistiek hechten we aan bewijs. Laten we vaststellen dat waarheid datgene is waar het bewijs naar toe wijst, en niet iets politieks/postmoderns: zuiver plaats- tijd en context-afhankelijk. Dan wordt waarheid dat wat met de meeste macht en propaganda door de meeste mensen wordt gevoeld, omdat de journalistiek verzuimt
Volgens mij is het dus belangrijk vast te stellen wat kritisch eigenlijk is, om ook onderscheid tussen cynisme en kritisch vermogen te maken. Zoals aartsvader van kritische analyse van milieu- en gezondheidsvraagstukken Aaron Wildawsky al vaststelt in ‘But is it true? vraagt wantrouwen evenveel rechtvaardiging als geloof. Een beetje zoals Zembla doen, vanuit een belegen marxisme per definitie ‘de industrie’ wantrouwen, en je identificeren met de underdog die ‘de industrie’ aanvalt, is dus even verdacht als blind geloof in bronnen die zich als autoriteit opwerpen.
Als beginnend journalist had ik ook last van underdog-identificatie, de critici uit de hoek van NGOs staan daarnaast altijd klaar om je aan gemakkelijke quotes en info te helpen. Het is makkelijker werken uit die invalshoek, en zo kun je ook bij het klimaatsceptische kamp doorslaan en iedere academicus aanhalen met een ‘het is geen CO2’-argument.
Nu neig ik steeds meer naar feitenonderzoek: wat iemand zegt geeft de doorslag. Een argument is geen woordbezwering waarmee je verbale diarree van je opponent neutraliseert, maar moet logisch en bewijstechnisch geldig zijn.
‘Cynisch’ is een emotionele veroordeling van een kritische houding, alsof je gerede twijfel voortkomt uit een psycholgische aandoening. Of een terechte aanmerking wanneer je vanuit een vaag onbehagen (dat een metafysische maar ook fysieke oorsprong kan hebben) alles afkraakt vanuit het genoegen dat het nivelleren van anderen schenkt. De ander neerhalen om op gelijk niveau te komen.
OK, ik ben niet altijd even braaf geweest hier. Maar als je vast stelt ‘it kin net’, en de wouldbe schaatser roept ‘wat ben je cynisch’ is het wat mij betreft terecht als hij door het ijs zakt.
Ben ik cynisch over de journalistiek? Niet volledig, er zijn altijd wel weer capabele lieden die verbeteren wat anderen nalaten.
Rypke,
Ik moet voor mijn studie Technische Bedrijfskunde een betoog schrijven over enig onderwerp. Na vele jaren climategate en Rypke’s stukken lezen, kun je je wel voorstellen wat het onderwerp wordt ;) Juist die dure energie. Vooral ook om de leraar te prikkelen, die tijdens de lessen binnen iedere zin het woord duurzaam, opwarming en club van Rome weet te verwerken!
Jouw stukken zijn voor mij in ieder geval een heel goede inspiratie!
Weer een mooi stuk, Rypke! Ik betrap mezelf ook regelmatig op het feit dat ik me laat wegleiden bij mijn kritische vraag door in te gaan op allerlei gelegenheidsargumenten. Zeer vermoeiend zoiets.
Wat is discussie, wat is discussievervuiling, wat valt onder emotie/geloofsovertuiging en wat is een argument? De laatste twee worden nogal eens verward zoals we hier regelmatig kunnen lezen. Zelf denk ik dat cognitieve dissonantie reductie een enorm grote rol speelt in het menselijk brein, alles overheersend zelfs.
Dat gaat je niet meevallen. Tis nog gemakkelijker om met je blote handen een aal uit een emmer snot te vissen. En uiteindelijke hebben de amateurs altijd nog als laatste argument: ‘Ja dat weet ik niet hooooor!’ Met dank aan de chefs campagne van de verschillende watermeloenbrigades.
Dat zijn dan de professionals. En gebeurt het dat zo’n Natuur en Milieu fondsenwerver zich wegens gekwetst ego in een discussie begeeft waarna hij met feiten en cijfers om de oren wordt geslagen dan blijft hij op een kwaad moment gewoon weg; zoals we hier onlangs nog hebben gezien met die Olof van der G..
De westerse mens heeft nog nooit (nou ja, sinds het begin van de ijzertijd, -1000) duurzaam geleefd. Steeds werd bos gekapt, turf gestoken, kolen gedolven, olie opgepompt in de veel hoger tempo dan moeder natuur het aanmaakt. Maar door innovaties kan de bevolking enorm groeien.
Vergelijk: er zijn (waren) plaatsen op aarde waar wel duurzaam, in harmonie met de natuur, werd geleefd. Zoals indianenstammen in de Amazone. Hun levens verwachting was 30 jaar. Een nieuwgeborene werd gedood als de vorige nog niet van de borst was. Daar wil je dus niet wezen.
Conclusie: duurzaam leven in armoede is simpel, ziekten en gebrek doen het werk. Niet duurzaam leven met velen en nog in rijkdom ook, vereist permanente innovatie.
Dat levert dus wat onzekerheid aangaande de verre toekomst.
Technische doorbraken zijn onontbeerlijk om onze welvaart te handhaven.
Het wordt tijd voor Jules Verne achtige vergezichten. Met molens en zonnepanelen gaat het niet lukken, dat blijft Hobbitstee technologie.
Er zijn veel te weinig mensen met echte debatingskills in dit land. Wordt ze ook niet geleerd. Kul-argumenterenden zijn er daarentegen des te meer. In het huidige Facebook tijdperk wordt je eenvoudigweg niet begrepen als je een mening vertolkt buiten de cliche betreden paden. Ik zei van de week op Facebook dat Brazilië een stelletje schwalbe makende jankers zijn die altijd de scheids/FIFA mee hebben met een proleet van een trainer. Wordt je weggehoond, dude get your FACTS straight. Dat krijg je dan in je gezicht geworpen en er wordt erger op de man gespeeld. Alleen omdat je een stelling poneert waar mensen met argumenten op moeten reageren. Kunnen ze niet.
“Ja dat weet ik niet hooooor!” is het veel gehoorde einde van bijna iedere klimaat/milieu discussie. Deze lieden zijn politiek verbonden met GroenRood en dan houdt het kritische zelfstandige denken op, en dan zijn harde feiten ineens “Ja dat weet ik niet hooooor!”
Ik bespeur verder een afname van het ouderwetse woord waarheidsliefde. Mensen gedragen zich ook in zakelijk verkeer pas weer integer wanneer iemand de schijnwerpers op ze zet, maar verschuilen zich daarvoor achter callcenters en internet om lachwekkend asociaal gedrag te verbloemen
Het lijkt vaak onderdeel van een door managers bedachte strategie om kosten te sparen. Ik annuleer bijvoorbeeld mijn KLM-vlucht naar Helsinki die ik boek met annuleringsverzekering. Na een maand krijg je een niet beantwoordbaar mailtje met mededeling dat je 19 euro terugkrijgt, dat is minder dan wat de annuleringsverzekering kost voor een ticket van 260 euro, waarbij men ook nog eens 25 euro ‘administratiekosten’ toucheert. Je moet er dan achteraan bellen naar een callcentre, waar het antwoord ‘ik kan niets voor u doen’al vastligt omdat de medewerker daar geen bevoegdheden of inzicht heeft, en pas als je KLM negatief in de publiciteit brengt zullen ze toegeven dat het klanten op een dergelijke wijze afschepen met een betekenisloze annuleringsverzekering 100 procent asociaal is
Eerder bij KPN gehad, waar men weigerde mijn aangetekende opzegging door te voeren, pas na publiciteit via een stuk Het Parool bonden ze in.
Ik krijg geregeld post van de Waddenvereniging, met daarin opmerkelijke mededelingen. De vereniging wil geen kolencentrale in het zicht. ‘De uitstoot van schadelijke stoffen, zoals stikstof en kwik, is slecht voor de natuur. En voor die centrale is verdieping van de vaargeul naar de Noordzee nodig, waardoor het estuarium van de Eems verder verslechtert in plaats van verbetert.’ aldus Arjan Berkhuysen. Ik zou daar wel een inhoudelijke discussie over willen zien, met cijfers en zo. Ik dacht altijd dat die gloednieuwe centrale van Essent juist een voorbeeld van een schone kolencentrale was.
Maar dan de berichtgeving over Tennet. Tennet krijgt verantwoordelijkheid voor alle infrastructuur op zee, nodig voor veel windparken. Dat heeft veel voordeel, wordt dan blij gemeld, vooral voor de natuur. Er hoeven dan immers minder geulen gegraven te worden. Tevens wordt het makkelijker om grote windparken te plannen.
Waar is de kritische opstelling ten opzichte van de grote industrie opeens gebleven? Ik krijg daar een onprettig gevoel bij.
Stikstof (N2) schadelijke stof noemen….die hebben bij Obama in de scheikundeles gezeten……
Die gasten hebben een klap van de molen gehad.