Schotse hooglander...nu diepgevroren verkrijgbaar als 10-kilo vleespakket

Schotse hooglander…nu diepgevroren verkrijgbaar als 10-kilo vleespakket

Bij natuurbeheerders en veel ecologen- ook de stadsecoloog in Amsterdam die ik met Hajo bezocht- zie je een aan lust grenzende twinkeling in de ogen wanneer ze vertellen dat weer een nieuw terrein in ‘de natuurlijke begrazing’ gaat met Schotse Hooglanders, zodat ‘het gebied OPEN blijft’. Na het uitspreken van ‘open’ golft een gelukzalige ontspanning door hun gelaatsttrekken als bij een Jehovah die over Zijn Wederkomst vertelt. Bij communicatiemiepjes van een natuurorganisatie zie je de ongecontroleerde schokgolven door het  lijfje trekken wanneer de Nieuwe Wildernis ter sprake komt van Meer Natuurlijkheid.

In 30 jaar tijd zijn de grote grazers als een exoot met invasieve eigenschappen door natuurbeheerders in vrijwel iedere uithoek van natuurland geintroduceerd met als overtreffende trap straks de bison op Schiermonnikoog. Die moet daar als megakonijn doen wat de door VHS-virus en zwerfkat kortgehouden konijntjes- ook een invasieve exoot- niet meer doen: de duinen kaal grazen zodat zandverstuiving plaatsvindt.

Falende Grazers, herbivorisch atheisme
Net als bij 100 procent natuurlijke ketchup verwachten geurbaniseerde Westerlingen allerlei wonderen van de niet-menselijke benadering van natuurterrein. De grazers zijn dan ook de Haarlemmerolie van het natuurbeheer geworden, waarbij je de gelovigen hoort mijmeren over ‘een completer systeem’  en vooral het ‘open houden’ van het gebied. We horen ecoreligieus taalgebruik dat een zweem van deskundigheid moet putten uit de onmogelijkheid het concreet te maken. In blaadjes als Animal Ecology omgord met vaktaal, zodat eeuwen bekende truisms – een gebied zonder predatieloze herbivorie overwoekert- als nieuwe ontdekking kunnen gelden. U leest het al: Er is een ongelovige versie mogelijk van het Ecovangelie van de Heilige Koe.

Het ‘integraal in de begrazing gooien’ betekent dat wéér een natuurterrein omrasterd wordt met schrikdraad, waarna er een trapveldje van pitrus, distels en meidoorn overblijft, ontdaan van broedgelegenheid voor zangvogels van ruigte als de nachtegaal en de ondergang van je orchideenveldje. Waarbij de kuddes vooral samenklonteren op voormalig landbouwgebied dat nog bulkt van de nutrienten. En zeg maar dag met je dekking voor reptielen als hagedissen en adders. Al grazend en optimaal fouragerend hapt zo’n leger lebmagen met John Lennon-uistraling ook nog wel eens een nestje eieren van een blauwe kiekendief of velduil weg als ze er niet op gaan staan.

Ik zie nog een toekomst voor natuurbeheerders die dan als jager-verzamelaar/Indiaan op een mustang of Konik rijdend achter zo’n kudde aanjagen. 100 procent natuurlijk en dus vast leidend tot ‘meer biodiversiteit’ en andere kreten met algemene overeenstemming, die bij de vraag om nauwkeuriger definities als een fata morgana voor je verdampen. Maar terwijl u dit leest krijgt u mogelijk al het gevoel: ‘wat loopt hij te zeuren’.  Inderdaad is verzet zinloos, laten wij Wu Wei doen: ons niet verzetten tegen de aard der dingen of de tijdgeest maar meebewegen. Daarover in de conclusie meer, de titel van dit blog geeft al een hint.

Typische Nieuwe Wildernis-treurnis op te klein terrein de Munnikenwaard van Staatsbosbeheer. Alleen in gebieden van OVP-formaat of groter met migratiemogelijkheid is zo'n kudde ecologisch toevoegend

Typische Nieuwe Wildernis-treurnis op te klein terrein de Munnikenwaard van Staatsbosbeheer. Alleen in gebieden van OVP-formaat of groter met migratiemogelijkheid is zo’n kudde ecologisch van toegevoegde waarde

RZ10serengetiehollandaise2

Het Grote Grazisme heeft een fanatieker aanhang met betere propaganda
Ik was in 2007 de eerste wetenschapsjournalist die eens keek: is er wel bewijs voor dat geloof in de heilige koe van Nederlandse natuurbeheerders, en waar komt dat geloof nu vandaan?  Ketterij! Na het schrijven van Falende Grazers in NRC Handelsblad ben ik met name door het anti-Frans Vera-kamp binnengehaald: de Oostvaardersplassenhaters, sommige vogelaars, boeren, jagers en buitenlui, herpetologen en floristen die wel eens meer willen zien dan pitrus en akkerdistel.De ideologie van ‘natuur die op eigen benen staat’ houdt namelijk meestal in: weg met de mensen uit de natuur, vooral de jagers die scharrelwild oogsten….Terwijl de mens in onze natuur met zijn historische kleinschalige landgebruik juist dé oorzaak was van diversiteit, en ‘natuurlijkheid’ leidt tot monotonie.

  • Feit: In natuurlijke omstandigheden met predatie, op onze breedtegraad en neerslagrijke klimaat, met onze voedselrijke grond en ook nog stikstofdepositie zijn kuddes grazers kansloos bij het open houden van grote gebieden tenzij je de dichtheden kunstmatig hoog houdt binnen rasters (waar herbivoren normaal gesproken migreren). Want vegetatie schiet als raket de grond uit. Zie nogmaals het proefschrift van Cis ten Vuure hierover. Maar bij de dichtheden nodig voor ‘open houden’ tasten ze door overbegrazing weer andere natuurwaarden aan. Die natuurwaarden zijn in Nederland meestal ontstaan door één of andere vorm van kleinschalig menselijk gebruik en dus is het logisch om niet overal met die oerkoeien op de proppen te komen. Als je die natuurwaarden wilt behouden. Wanneer je dat niet wilt of kunt, ook prima, maar beide tegelijk kan niet.

Het overal inzetten van grazers als panacee heeft echter één, of eigenlijk 2 onverslaanbare pluspunten.

  1. Schotse hooglanders, paarden en herten zijn tenminste zichtbaar, ze hebben charisma, en spreken het natuurconsumerende lekenpubliek meer aan dan die verborgen levende beestjes als vieze slangen, enge hagedissen en vergeetmeweltjes: plantjes die ze toch niet kennen of snel vergeten. Daarnaast heeft het vaak fanatieke pro-grazerskamp met Ruben Smit ook de Leni Riefenstahl van het  Nationaal Grazisme gevonden: Met zo’n professionele en artistiek tijdloze kaskraker ‘De Nieuwe Wildernis’ als ondersteuning van jouw natuurvisie kunnen de agnosten in het begrazingsgeloof wel inpakken. De vissers kunnen hun borst nat maken, nu Smit ook de Wadden te grazen neemt met zijn camera.
  2. Daarnaast: wie ergens voor is heeft alijd een streepje voor boven wie ’teugen’ is, want vóór roept associaties op met vooruit. Wie tegen is lijkt achteruit te willen, ontbeert de kritische massa lekkere wijven als groupie om sexy te zijn als groepering. ‘Dan heb ik zoiets van, iew duswel beswel, natuurlijkheid, samen, duurzaam!’, het andere ” ieuw, duswel beswel zuur, negatief, heb ik zoiets van ieeuw’. Gevoelens met voortplantingstechnische pluspunten, niet argumenten bepalen wat waar is.

If you can’t beat them: eat them!
Na 7 magere jaren sinds Falende Grazers zien we bij Staatsbosbeheer nu op Texel de bepaling op het bord opgenomen ‘in het broedseizoen geen begrazing op terrein geschikt voor blauwe kiekendief en velduil’ . Een resultaat van de discussie die mede dankzij mijn verhaal weer oplaaide. Een pyrrhus-overwinning voor ons kamp, want overal staat uitbreiding van de oerkoe op het program. Maar dankzij Sharon Dijksma, mijn grote grazertje, dat als bijzondere bison natuurland kwam binnen denderen met haar ‘natuurpact’ halen wij nu toch ons gram. Sterker nog: 10 kilogram vlees van Schotse Hooglanders.

Haar als voortvarende duurzame toekomstbestendigheid verkochte natuurvisie heeft eigenlijk één concrete gemene deler, en corrigeer mij Sharonnepon als ik er naast zit: natuurbeheerders krijgen minder geld van de overheid, want dat gaat dankzij de lobby van ‘natuurorganisaties’ (klimaatcampage Hier gesponsord door Essent) nu met miljarden euro’s tegelijk naar nutsbedrijven als Eneco onder het motto van ‘groene energie’. Dat heeft een positieve kant, die subsidiekorting. Staatsbosbeheer- de Jehovah’s getuige van het Grazisme- heeft geen geld meer en moet aanvullende inkomsten zien te vinden, zich rekkelijker opstellen naar natuurgebruikers. Verder hunkeren ze naar ‘draagvlak’, daar loopt in natuurland de mond van over nu ze de I-phonejunkie-generatie alleen in het veld kunnen bereiken door ze te bellen.

Diepgevroren scharrelwild
De positieve kant van die natuurbezuinigingen heet ‘meer geld verdienen met je natuurterrein’, een idee dat ik al in 2005 verkocht in HP de Tijd in ‘Scharrelwild’, waarna ik bij Cees Veerman op de koffie mocht komen in Den Haag. Iets van die gedachtenlijn zit nu ook in Dijksma’s beleid verpakt. Je kunt (moet) door creatief te zijn minder afhankelijk van subsidies worden als natuurbeheerder, een duurzamer exploitatie krijgen. Natuurconsumptie biedt meer dan als een leger grijze duiven met Nordic Walking-stokken naar live-natuurschilderijtjes kijken, mede mogelijk gemaakt door de boswachter van Natuurmonumenten. Die als een Bob Ross-natuurschilder met shovel als penseel bepaalt waar welk boompje en natuurdoeltype mag verrijzen.

Een manier is door het slachten van Schotse hooglanders, als wapen tegen overbegrazing. Zelf help ik Staatsbosbeheer nu af van een kostenpost, namelijk het afvoeren van overtollige (stier)kalveren van Schotse Hooglanders via een diepgevroren 10 kilopakket vlees van Schotse Hooglanders. Dat doet een als IT-manager werkende ex-bioboer nu voor ze, die van Texelse hooglanders vleespakketen maakt via stressvrije slacht in het Friese Anjum. Meuhhhhhhhhh…Dat geluid? De wraak der orchideen!

Zeehondenspek en Waddenbont voor zeiljacks, er zijn er meer dan genoeg

Zeehondenspek en Waddenbont voor zeiljacks, er zijn er meer dan genoeg

Liefde voor de natuur gaat door de maag
….
zeker bij lekenpubliek kun je zo misschien ook meer fysieke betrokkenheid bij de natuur genereren.  Ik pleitte in Scharrelwild – examentekst Havo 2008- ook voor de oogst van Texels zeehondenbont, vissers die hun UK-schip omturnen tot boot voor Noordzee-walvistochten. Dat is zijn tijd nog te ver vooruit, maar dankzij de behoefte aan ‘draagvlak’en inkomsten bij terreinbeheerders zal er steeds meer ruimte komen- ook in de maag- voor creatieve manieren van natuurbeleving en consumptie, waarbij de rekkelijken de preciezen verdringen, en waarbij de natuurgebruikers en beheerders uit ecologische hoek elkaar kunnen vinden in plaats van tegen over elkaar blijven staan. En daar was het mij uiteindelijk steeds om te doen.

Hoewel de rekkelijken natuurlijk ook fundamentalistische trekjes kennen. Alles moet overal maar kunnen, terwijl we natuurterrein in de eerste plaats voor natuurwaarde hebben: recreatie kan ook in een sporthal, op een terras of in de kroeg. Geld moet nooit voorop staan bij een initiatief in de natuur, hooguit is het een leuk extraatje. Wanneer clubs economisch afhankelijk worden van natuurbenutting krijg je al snel overbenutting. In het slechtste geval worden natuurterreinen dan wildernisvleesfarms die SBB en NM hun begroting moeten rechtgrazen, waar ze nu al steeds meer op recreatie zijn ingericht met fietspadsubsidies van de overheid: waarom wél subsidie voor asfalt in de natuur maar niet voor natuurbeheer?

Maar laten we voorlopig de zegeningen tellen. Eet smakelijk. Zeg Benno, wanneer komt mijn vleespakketje binnen?  Schotse hooglander-steak, rib eye met een hint van bijenorchis en zeldzame ruigtevogelnestjes. Mmmmmm!  We halen ons gram, tien kilogram.