In keurig aangeharkt Nederland schijnt alle ruimtelijke planning steeds meer ‘decentraal’ te moeten. Natuurbeleid kwam in handen van de Provincies, en gemeentes stoeien steeds harder naast elkaar om het kloppende hart van die zelfde regio te zijn. Zodat ieder provinciegat zijn eigen vierbaansweg en bedrijfterreintje wil om ook in de vaart der volkeren opgestoten te worden, en daar komen dan nog 1300 mega-windturbines bij met dank aan de decentrale VVD. Wie wil weten wat de logische consequentie van decentraal denken inhoudt voor het landschap kan het beste een dagje Vlaanderen meepikken.
Groene Gordel krijgt extra gaatjes
Ik bezocht de bierdriehoek tussen Antwerpen, Gent en Brussel met martelaarstad Dendermonde (in 1ste Wereld Oorlog door Duitsers gesloopt) als centrum om de essentie te vinden van het landschap, waar ’s werelds lekkerste biertjes vandaan komen als wereld biercup winnaar Karmeliet (‘Dendermonds recept’), maar ook Affligem (vernoemd naar de abdij van Affligem, ook wel Hekelgem genoemd). De Belgen ontwikkelden net als de Engelsen hun eigen ‘Green Belt’-idee, of kopieerden de Groene Gordel-naam die bij de Britten staat voor het ruimtelijk tegengaan van oprukkende verrommeling en bebouwing. Dus wat bakken ze daarvan, de grootmeesters van Ruimtelijke Wanordening – zoals Vlamingen hun eigen landschapsbeleid noemen?
Idylle: Breughelland met Palm-knol
Je kijkt als Nederlander- gewend aan scheiding tussen bebouwing en platteland- uit naar een groen doorkijkje, het groen glooiende Breughellandschap, Vlaamse natuur waarvan je foto’s zag in het strak glossy magazine van het bureau voor toerisme van Vlaams Brabant, met zo’n dikke Belgische knol. Wat toch de essentie zou moeten zijn. Daar wil je dan wat idyllische plaatjes van schieten zo van ‘kijk, dit is de streek waar die biertraditie geboren is’, de streekproduct-idylle waarmee natuurproduct-mensen adverteren: op het Karmeliet-etiket zie je een weergave. Een rustgevend agro-arcadie, met de tunnelvisie van een Nederlandse natuurfotograaf die ingekaderde verwachtingen wil waarmaken.
Maar zelfs weg van de snelweg krijg je al groene argwaan: het kon wel eens een lastige opgave worden, zo’n idylle. In gezelschap van een Vlaamse vertaler op de Grote Markt van Dendermonde dronken we ons eerst wat ecologische moed in met een Dendermondse tripel. We zaagden wat Vlaamse zaken door als de verkiezing van de nieuwe NVA-regering. En overlegden de vele overeenkomsten die Vlamingen en Hollanders naast hun taal delen. Zoals het overvolle landje en de onmogelijkheid het verder vollopen effectief te keren. Of hoe Europa ooit één kan worden als het land van haar zetel Brussel al een talenstrijd kent. In een groep van 20 Vlamingen en 2 Frans-taligen schakelt men nog steeds over op…..Frans. Om vervolgens Vlaams-nationalistisch te stemmen.
Op zoek naar de Vlaamse natuur
En dan trap je de auto aan, altijd in gezelschap van mijn terrier, christenhond en kattenhaatster Trudy, camera in de aanslag. Vanuit Dendermonde rij je door een onafgebroken agglomeratie van typische rood bakstenen lintbebouwing met ondefinieerbare ouderdom, groezelige asfaltwegen zonder boompjes die langs NL-dorpswegen gewoon zijn, met hier een daar een reparatiepleister van steen of gewoon bekuild, groezelig witte plaatsnaambordjes met roest en roet, hondenkennels, bedrijfshallen, kerken, Tavernes, hagen van mais en transportleidingen voor elektriciteit aan schuin staande hoge palen. Door plaatsjes als Buggenhout (brouwerij van Karmeliet en Kwak), hondenuitlaatbosjes, en een Vlaams berglandschap: opéén gestapelde kratjes van een drankenhandel. En op deze prachtige nazomerdag in oktober (…) veel wielrenners, of schoolkindjes op de fiets in gele signaalkleding.
De fotografische graal
We rijden door Opwijk richting Affligem, waar de 1000 jaar oude abdij staat waar ook mijn favoriete tripel werd gebrouwen: de Oude Brouwerij is nu een lokaaltje waar Affligem-liefhebbers uit Vlaanderen en toeristen het dagelijks opdrinken, met geestelijk centrum en een jeugdsoos. Je kunt op zoek naar Opwijk naar Merchem rijden en plots realiseren dat je al in Opwijk rijdt, maar gewoon nooit doorhad dat het ene dorp was opgehouden en het andere begonnen. Terwijl de schemering al begint in te vallen hebben we nog steeds niet die dikke Vlaamse Palm-knol bij lieflijk glooiend Breughellandschap had gevonden. Steeds staat er wel een gebouw, gastank, kapotte vrachtauto of een maishaag voor. Maar dan realiseer je zo plotseling, dat je op zoek naar de fotografische graal steeds met open ogen die essentie voorbij reed.
Dit –die potpourri van rode baksteen, maishagen, voortzoevende auto’s en hier en daar een hondenuitlaatbosje, de Vlaamse uitleg van de tweede hoofdwet van thermodynamica (entropie mag enkel toenemen), dit ís de essentie van de Vlaamse natuur. Net voor het donker invalt zie je dan het licht. In een reflector langs de weg spiegelde de werkelijkheid van Vlaanderen, een in metaal en glas gevangen landweg met maishaag en transportleidingen, omgeven door bebouwing, voorbijzoevende auto’s. Met een klein doorkijkje waar een hint van groen de (in mijn geval verwende) natuurrecreant een worst voorhoudt.
Zelfspot
Maar met communicatieve mensen die het lekkerste bier ter wereld kunnen brouwen. En die overal plaatsen van gezelligheid oprichten- van musea tot abdijdependances- om dat bier ook op te maken. Zeker wanneer je de met veel meer ruimte gezegende Friezen als sociaal referentiepunt neemt (…. geen wonder dat het hier dun bevolkt blijft), moet je erkennen dat die eigenschappen van Vlamingen de claustrofobie toch weer compenseren. Zoals de vertaler uit Dendermonde stelde, ‘ach, dat bier geeft ons toch iets om trots op te zijn’. De zelfspot van de Vlamingen zou ik daar ook bij willen voegen als goede eigenschap. Het is toch een plek met mensen waarvan je op één of andere manier kunt houden, dus het toerismebureau heeft niets te veel gezegd.
OK, met wat goede wil valt er wel wat van te maken hoor: de Abdij van Affligem bij avondlicht
Heerlijk poëtisch. Een genoegen om te lezen.
Van Breda naar Brussel rijden met TomTom op “vermijd snelwegen”, de file / blokkade vermijdend op de E-19, dat geeft een goed beeld van de Belgische aantrekkelijke variëteit in planologie en vrije huizenbouw. Meest bizarre huizen zijn de portiek-rijtjes-huizen, maar dan zonder het rijtje, los staand in de zoom van de weg (zo gebouwd omdat op zijramen vroeger extra belasting werd geheven), maar ook de villa’s met overdreven marmeren Grieks-romeinse zuilen en beeldengalerij in de oprit. Het laat mij glimlachen om zoveel vindingrijkheid en vrijheid. Via Grimbergen naar Diegem, waar ik 1,5 uur te laat aankwam, onder het mom dat de E19 was geblokkeerd (en ook was). Heerlijke zomerse ochtendrit was het. Proza in landschappen.
Mooi verhaal en heel herkenbaar! Na mijn alweer ruim 13 jaar in Vlaanderen wonen heb ik nog steeds mijn dilemma’s, ingegeven door de verschillen tussen Nederland en Vlaanderen. De Vlaming verstaat de kunst zichzelf niet zo serieus te nemen, het leven met een knipoog. Dat contrasteert aangenaam met de prototypisch serieuze gedreven Nederlander die zonder veel poespas (of levensvreugde) overtuigd op zijn doel af gaat. Als dat ook nog gepaard gaat met Westerse arrogantie begrip je dat de ‘Ollander’ in Vlaanderen niet zo’n bijster goed imago heeft.
Maar als je iets meer gecompliceerds moet regelen is die Nederlandse organisatiedrift wel weer prettig, je kunt ervan uit gaan dat het gebeurt. In Vlaanderen ben je vaker afhankelijk van improvisatie, waar zij dan weer goed in zijn.
De Nederlandse discussie-cultuur mis ik soms wel. En pas toen ik al enige tijd in Vlaanderen woonde realiseerde ik me hoe Nederlands dat discussiëren is. Tegelijkertijd is de Vlaamse acceptatie dat je niet overal een mening over hoeft te hebben weer aangenaam. Dat voelt als minder dwang en meer respect voor eigenwaarde.
In sommige situaties is de Nederlandse ‘recht-door-zee’ mentaliteit dan weer een voordeel wanner er teveel rond de pot gedraaid wordt. Tegelijkertijd is het probleem van de Nederlanders weer dat ze ‘recht-door-zee’ ALTIJD een goede eigenschap vinden. In sommige culturen is dat echter ronduit beledigend en werkt averechts. In internationale bijeenkomsten heb ik dat al vaker mis zien gaan, wel goed bedoeld maar argeloos en hopeloos de mist in. Dat gaat de Vlamingen met hun groter respect voor andermans eigenwaarde dan weer beter af en maakt ze succesvoller in het lobbyen. Zie eens wat België aan Europese instituten heeft binnen gehaald. Nederland heeft het Internationaal gerechtshof en haalt daarmee wereldberuchte internationale misdadigers binnen.
Tekenend is dan weer dat zowel Nederland als België belangrijke CEOs bij internationale grote bedrijven heeft. De Nederlanders scoren daarbij wellicht door hun organisatietalent, terwijl de Vlamingen het vooral van hun inlevingsvermogen moeten hebben.., geen robuuste wetenschap maar meer ‘borreltafel-filosofie’ waar misschien wel wat in zit..
Het ruimtelijk beleid is ook zo’n dilemma. Open ruimte is er nog weinig in Vlaanderen, maar daar staat tegenover dat relatief veel Vlamingen vrij en ruim kunnen wonen in een landelijke omgeving. Gemiddeld veel ruimer dan de Nederlanders, maar die hebben daarentegen het ‘groene hart’ weer mooi en open weten te houden.
De uniformiteit in de bouw in Nederland is ook zoiets. Inderdaad, je voorkomt de lelijke uitwassen die je soms in Vlaanderen ziet als iemand, op vakantie geïnspireerd door een mooie Zuid-Europese zuilengalerij, dat ook in het Vlaamse land neerpoot. En daarbij vergeet dat de omgeving, en vooral ook het klimaat(!), er bij moet passen. Dat is dan de grootschalige variant van mijn vergissing om pastis mee naar huis te nemen, die dan ineens lang zo lekker niet meer is als op dat terrasje in de Provence.
Anderzijds vind je in Vlaanderen ook juweeltjes van huizen met vondsten die alleen mogelijk zijn doordat de menselijke creativiteit zijn vrije loop heeft. In Nederland ziet de ‘welstandscommissie’ als de KGB (‘kent geen begrip’) toe op de uniformiteit en mag je soms zelfs geen dakraam in je eigen dak zetten.
Mijn ultieme horror-voorbeeld van de machtswellust van de welstands(alleen die naam al!) commissie was van een collega die door een gerenommeerde architect het dak enigszins wilde veranderen om een ‘wolfskap’ te creëren. De KGB (‘krijgt geen berouw’) commissie besliste doodleuk dat dit niet paste in het boerendorp Elden, waar nota bene zelfs nog boerderijen staan met een wolfskap. Dit diepere inzicht van de KGB (‘kom gerust bijbetalen’) was onwrikbaar ondanks verschillende pogingen, andere architect etc. Leve de Vlaamse bouw-vrijheid!
De kustlijn in België is ook nog zo’n dilemma. Vanaf zee is de Nederlandse kust met zijn Zeeuwse duinen en natuurlijke aanblik zoveel mooier dan de Vlaamse blokkendozen. Maar in België hebben velen dan weer het begeerde ‘appartementje met uitzicht op zee’, terwijl dat in Nederland voorbehouden is aan een kleine groep geluksvogels.
‘Elk voordeel hep zijn nadeel’ zei een bekend Nederlands filosoof ooit, en daar zit wel wat in.
Mijn blog over Affligem is nog maar net geschreven of De Morgen bericht over de coup van Heineken om Affligem mondiaal te verspreiden
http://www.foodlog.nl/short-news/detail/heineken-stuurt-afflichem-de-wijde-wereld-in/
Homo’s, sinds Heineken het overnam stoppen ze het heerlijke vocht in kleinere flesjes voor een hogere prijs. De tripel is en blijft goddelijk…