Bittner-contributor-articleInline

Jochen Bittner, redacteur van Die Zeit die regelmatig schrijft in de New York Times, formuleert mooier dan ooit waarom er misschien hoop gloort voor (klimaat)realisten, nu een bepaalde generatie aan het uitsterven is. Hij doet dit aan de hand van het recente overlijden (13 april jl.) van Günter Grass of beter gezegd een bezoek aan de redactie die de zelfverklaarde literaire afgod (Grass was van hetzelfde geboortejaar als onze literaire afgod Mulisch was) kort voor zijn dood aan de redactie bracht.

De grootheid aanschouwend mijmerde Bittner: “Uw generatie heeft het behoorlijk makkelijk gehad. U bent groot geworden in een tijd waarin een sterke ideologie en een vaststaand oordeel meer telden dan het harde werk om na te gaan wat er echt om ons heen gebeurt. De manier waarop je de wereld waarnam, telde meer dan de manier waarop die werkelijk was. Nu weten we dat ideologieën geen werkelijkheid zijn. Wat van intellectuelen wordt gevraagd, is geen moreel oordeel over, maar een heldere analyse van onze wereld.

Jan Pronk (1946) leeft nog. Maar toch is hij samen met Grass onderdeel van hetzelfde hardnekkige probleem dat uiteindelijk alleen een biologische oplossing kent. Max Planck zei het al: “Wetenschap schrijdt voort begrafenis na begrafenis van een toonaangevende wetenschapper”. En natuurlijk is de klimaatwetenschap vergeven van de romantische idealisten. Gelukkig is James Hansen al met pensioen maar nog niet dood. Wat zou er gebeuren als Michael Mann plotseling een fatale hartaanval krijgt? Zou het ook zo zijn met het maatschappelijk debat? Dat het maatschappelijk debat voortschrijdt begrafenis na begrafenis van de iconische figuren? Of zou een pensioen zoals in het geval van een Pronk en Winsemius genoeg kunnen zijn? Wanneer gaat Nijpels met pensioen? En een Wouter van Dieren?

grass_ss

Hierrr de bron in de New York Times en het is aan de onvolprezen Volkskrant te danken dat ik dit pareltje heb kunnen opduikelen (zie blendle).