Screen Shot 2015-05-19 at 15.02.29

De Volkskrant voert een misleidende claim op van het IMF: er zouden 4,6 biljoen euro aan subsidies voor fossiele brandstof worden uitgegeven mondiaal. Dat is bijna 10 maal meer dan wat het IEA berekende (548 miljard dollar), laten we die vertienvoudiging het COP Parijs-klimaatconferentie-effect noemen. Dat komt doordat ze allerlei hypothetische gezondheidsschade meerekenen van fossiel brandstofverbruik.

En verzuimen om de gezondheidsschade mee te rekenen, die miljoenen mensen in Afrika lijden door NIET op fossiele brandstof te koken maar een muffig houtvuurtje, met ontbossing tot gevolg: doordat ze geen toegang tot alternatieven hebben.

Ik mis bij de Volkskrant – een ‘kwaliteitskrant’ (=politiek correct) dus de context: de echte subsidies- directe staatssteun op verbruik- worden vrijwel allemaal in ontwikkelingslanden besteed uit politieke klantenbinding richting ‘het volk’.

Neem alleen al Venezuela dat per jaar 25 miljard euro belastinggeld besteedt om olie en benzine kuntmatig goedkoop te houden voor de bevolking. Dat doen ze bij wijze van politieke klantenbinding. Vergelijkbare praktijken zien we ook in Iran, dat 84 miljard euro per jaar besteedt.

Zoals Bjorn Lomborg al stelt: schaf die subsidies af, want ze zijn een enorme aanslag op het budget van die landen, bij Iran zelfs 23 procent van het BBP. Met steeds goedkopere olie is de noodzaak voor subsidies steeds kleiner. De arme bevolking kan het steeds beter betalen en heeft meer behoefte aan beter onderwijs, schoon drinkwater. Oftewel, de Volkskrant houdt u weer eens voor de gek.

Bij ons subsidieert de olie-industrie vooral de staat

Bij ons subsidieert de olie-industrie vooral de staat

In ons land is het natuurlijk net andersom. Het zijn het fossiele brandstoffen die de regering subsidiëren, zoals via aardgasbaten (Gasterra 51 procent staatsaandeel). En wanneer u tankt bij de pomp gaat ongeveer 70 procent van uw geld direct richting de staat. Waar men hier over ‘subsidies’ spreekt voor fossiele brandstoffen betreft dit hooguit gunstiger belastingtarieven voor grootverbruikers (industrie), die in absolute zin al veel betalen.