RZ15.Wadden (3)

Op vernietigende wijze bericht het Britse medisch-wetenschappelijke toptijdschrift The Lancet dat de moderne wetenschap dood is door scoringsdrift en de behoefte een populair verhaaltje te verkopen. ‘De helft van wat in de wetenschappelijke literatuur terecht komt is onwaar’ zo schrijven zij. Aanleiding is het Symposium on the reproducability and reliability of Biomedical Research afgelopen maand. Daar presenteerde de Biological Sciences Research Council onderzoek  naar onderzoekspraktijken. Zij oordelen verwoestend dat ‘slechte onderzoeksmethodes de gewenste resultaten krijgen’.

The apparent endemicity of bad research behaviour is alarming. In their quest for telling a compelling story, scientists too often sculpt data to fit their preferred theory of the world. Or they retrofit hypotheses to fit their data. Journal editors deserve their fair share of criticism too. We aid and abet the worst behaviours. Our acquiescence to the impact factor fuels an unhealthy competition to win a place in a select few journals.

Our love of “significance” pollutes the literature with many a statistical fairy-tale. We reject important confirmations. Journals are not the only miscreants. Universities are in a perpetual struggle for money and talent, endpoints that foster reductive metrics, such as high-impact publication. National assessment procedures, such as the Research Excellence Framework, incentivise bad practices. And individual scientists, including their most senior leaders, do little to alter a research culture that occasionally veers close to misconduct.

Screen Shot 2015-05-29 at 08.26.48Dramatisch verhaaltje vertellen voor onderzoeksgeld
Het symposium spitste zich toe op biomedisch onderzoek, maar zou bij milieugerelateerd onderzoek volgens mij dramatischer uitpakken.

Het viel mij al op toen ik research deed voor hoofdstuk 6 in het boek van Marcel ‘De Staat van het Klimaat’ naar ‘oceaanverzuring’, die ramp die het leven in zee zou verwoesten door CO2, het backup-plan van de milieubeweging voor als de aarde niet meer wil opwarmen. De onderzoekers die hun reputatie daarmee opbouwden, en zo het wereldje domineren (Joanie Kleypass, Ulf Riesebell, Carol Turley, Oeve Hoegh Gouldberg, Richard Feeley) dompelen wat schelpdieren of koraal plots onder in water met een drievoud opgelost CO2, kijken even 3 weken en roepen vervolgens: zie je wel, alle kalkhoudende organismen verliezen hun bescherming in 2050 tenzij we onze levensstijl veranderen. 

Dit soort studies domineren de ‘impact van oceaanverzuring’-literatuur waardoor het lijkt alsof een nooit vertoonde ramp zich zal manifesteren. Omdat er veel studies met deze methode de zelfde resultaten geven(veel bagger). Terwijl het biologische onderzoek hier nog nat achter de oren is. De meeste studies – meer dan 80 procent- zijn pas na 2010 gedaan. Er is wel veel onderzoeksgeld mee gemoeid. EPOCA, het Europese onderzoeksprogramma behelst 30 miljoen euro, en wilde afgelopen jaar verlenging.

Kritisch zijn brengt geld in gevaar
Maar met zulke studies negeer je de belangrijkste factor: aanpassing van het leven aan verandering. Zie hoe de krijtrotsen bij Dover en op Rugen vol calcificerende organismen ontstonden bij een veelvoud CO2, hoe de oceaan in de CO2-rijke Jura bulkte van koraal, waarvan je de afzettingen in Beieren in de rotsen ziet.  Blijkbaar is meer CO2 an sich geen ramp, eerder het tegendeel. Het zou de snelheid van verandering moeten zijn, maar daarover is geen enkele duidelijkheid in het nu.

Sterker nog, in de natuur bleken koraalriffen zich op diverse plekken juist uit te breiden, ook bij die ’30 procent zuurdere zee’ van oceaan-alarmisten. Alle studies die wat langer lopen in de echte wereld geven vervolgens veel minder platte resultaten.

Nadat ik deze zeepbel doorprikte voor een artikel voor EOS en Hein de Baar van het NIOZ citeerde over Carol Turley (‘dat mens is gek’), haalde het NIOZ direct hun jurist van stal: want het onderzoeksgeld mocht niet in gevaar komen, hij hitste Richard Zeebe tegen mij op. Maar Hein de Baar: je hebt dat gezegd. Turley van de Universiteit van Plymouth is prominent alarmist binnen klimaatpanel IPCC, zij schrijft de oceaanzuur-rapporten voor journaille en politiek. Zij zit op de pot met geld, en dus durft men niet openlijk kritisch te zijn.

Zwam Lindeboom

Zwam Lindeboom, geen zelfreinigend vermogen bij wetenschappers bij politiek correcte verhaaltjes verkopen

Een zelfde bij de totaal waardeloze ‘1 miljoen soorten sterven uit door klimaatverandering’-studie van Chris Thomas, die men maar blijft citeren ondanks foutieve methodiek. Is hij weerlegd, nee, dan is de boodschap nog goed en gaat het om de communicatieve waarde.

Men heeft alarmerende verhaaltjes nodig om geld te krijgen. Ook het Arctisch Centrum van de RUG haalde met gejammer over ‘de klimaatverandering’ zo weer 2 miljoen euro onderzoekssubsidies binnen. Zie ook hoe de RUG riep dat ijsberen ganzen-eieren zouden eten dankzij honger door ‘smeltend zeeijs’. Wat t0tale flauwekul is, ze eten al ganzenei zolang ze op deze planeet ijsbeer zijn. Maar de 2 miljoen Europese subsidies waren even later weer binnen.

Klimaatrampen, verzurende oceanen, zure regen, stervende bossen, het zijn kippen met gouden eieren. Ieder intro van een milieustudie bewijst dan ook standaard tribuut aan de ernst van ‘de klimaatverandering en CO2 als enige oorzaak’. En wie deze slacht mag niet meer meedoen, critici zijn niet welkom. Meteen toen ik ganzenbioloog Maarten Loonen terechtwees op onzin op een terrein waar hij niets van weet, de visserij, bitste hij dan ook toe ‘haha jij anti-klimaatveranderinggekkie’.

Typerend voor de intellectueel rotte mentaliteit ter academie anno nu, waarin mensen als Han Lindeboom zelfs hoogleraar kunnen zijn.