Op 23 juli diende ik een WOB-verzoek in bij Keimpe Wieringa van het PBL om de berekeningen los te krijgen achter de bewering dat Nederland de zwakke broeder van de Europese ecoklas zou zijn, met haar 15 procent ‘oorspronkelijke biodiversiteit’ die sinds 1700 over zou zijn. De WOB-termijn voor milieu-informatie van 2 weken is nu verstreken, en dus moeten wij naar de rechter om ze los te krijgen. Wie helpt ons mee via een bijdrage van geld of juridische ervaring op bestuurlijk vlak? Zie hieronder voor nadere uitleg en mail mij of Marcel Crok.

Wij maken ons populair bij PBL en RIVM want Marcel onderzoekt met onze mentor, de chemicus Jaap Hanekamp (Roosevelt Academy) ook de onderbouwing van stikstof-wetgeving, na crowdfunding via de Nederlandse Bond van Melkveehouders. Op welke data zijn beweringen/modelberekeningen over kritische depositie gebaseerd? Ook zo’n moeras van valse concreetheid. Ons natuuronderzoek is mogelijk dankzij donaties via de ANBI-stichting achter Climategate.nl. Wij zijn 100 procent onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeksjournalisten.

Valse wetenschap
Die ’15 procent biodiversiteit over’-modelberekening is de meest geciteerde bewering over onze natuur, gisteren nog weer in De Correspondent, dat Neerlands hoop in journalistiek gezien bange dagen zou zijn. Het milieu-negativisme van PBL past in de typische traditie van ‘hou het volk bang en dom’ waarmee de milieubureaucratie (en iedere macht van de laatste millennia) zichzelf een positie verovert.

In dit geval dus van het instituut dat volgens de Natuurbeschermingswet de partij is die de minister jaarlijks moet informeren over de staat van onze natuur. Wij onderzoeken de totstandkoming van onderstaande grafiek, waarbij ‘biodiversiteit’ is berekend met 2 methodes, waarvan het Planbureau beweert dat ze allebeide de zelfde ‘biodiversiteit’ produceren die ze ‘Mean Species Abundance’ noemen. Deze methode wordt alleen in Nederland gebruikt en is door het PBL bedacht.

Het PBL doet wel haar best de indruk te wekken dat MSA internationaal gebruikt wordt, maar dat klopt niet. Een wetenschappelijke graadmeter die wel gangbaar is voor biodiversiteit is ‘soortenrijkdom’ en aantallen per soort. (abundance) Wij (Marcel en ik) maakten al een eerste deel over Biodiversiteit, de mondiale: het rapport Biodiversiteitscrisis, Massauitsterven of Massahysterie? Dit onderzoek gaat over de Nederlandse component, en wetenschappelijke onderbouwing van ons natuurbeleid dat vele miljarden euro’s kostte.

Nieuwe mantra: we komen van ver, maar nu langzaam herstel
Het PBL garandeert ons met haar rekenmethode- die nergens op reproduceerbare wijze is gepubliceerd- dus het slechtste resultaat van Europa, als wij het PBL, WNF en Natuurmonumenten mogen geloven. Na aantreden van Sharon Dijksma veranderde de toonzetting.

De mantra die de beleidsbureaucratie nu wil uitdragen is: wat komen we van ver, maar DANKZIJ HET BELEID gaat het nu weer ietsje beter. Zie de plotse knik in de vrije val in de grafiek in 1990. Terwijl als er al iets goed gaat in de natuur, dit vooral dankzij autonome trends plaatsvindt als bosveroudering en klimaatopwarming. Juist de soorten waarvoor het meest intensieve beleid werd gevoerd met tientallen miljoenen euro’s subsidies voor agrarisch natuurbeheer- de weidevogels- blijven het hardste achteruit gaan ten opzichte van 1990. Dat meldde het CBS ook gisteren nogmaals.De grafiek van ons onderzoek. Het PBL gebruikt hier 2 verschillende rekenmethodes door elkaar voor het gewenste resultaat

De grafiek van ons onderzoek. Het PBL gebruikt hier 2 verschillende rekenmethodes (Globio en Natuurwaarde) door elkaar voor het gewenste resultaat

Negativistische misleiding: verwarren milieudruk met soortenrijkdom/voorkomen soorten
Dat getal -15 procent sinds 1700- is berekend met het computermodel Globio, en is op zijn best een grove indicatie van toegenomen milieu- en ruimtedruk op landelijke schaal. Ook voelt iedereen wel aan dat Dick Turpin en zijn struikrovers uit het jaar 1700 anno nu andere bosjes zouden moeten kiezen voor hun hinderlaag. Ook Ot en Sien zijn verdwenen. Maar het zegt niets over de ontwikkeling van onze op landelijke schaal gemeten soortenrijkdom.

Zie de spectaculaire toename van soorten in Nederland in afgelopen eeuw, de relatieve soortenrijkdom van Nederland ten opzichte van andere landen, en ook de aantallen van diverse soorten. Globio geeft op zijn best een indicatie van toegenomen milieudruk, maar milieudruk en soortenrijkdom zijn twee verschillende dingen. Er is geen 1 op 1 relatie tussen afwezigheid van mensen en soortenrijkdom: vrijwel alle soorten in Nederland zijn cultuurvolgers, en natuurbescherming in NL is vooral cultuurbescherming.

Het grappigste voorbeeld is wel de Lauwersmeer. Hoewel de afsluiting van de zeearm eind jaren ’60 aanvankelijk sterfte gaf van zeevis en soortendaling, is het nu als zoetwatermoeras en delta een vele malen soortenrijker gebied met een vele malen grotere landschappelijke variatie. Soorten als de paling gingen wel ‘ernstig bedreigd’ heten volgens IUCN, mede dankzij dit soort ingrepen.

Het PBL suggereert dat milieudruk en biodiversiteit het zelfde is, door de Globio-berekeningen te presenteren in 1 grafiek samen met een andere indicator Natuurwaarde 2.0. Die indicator rekent wel met een selectie van soorten, en hun aantalsontwikkeling sinds 1950, maar ook ten opzichte van 1900 of zelfs 1860 (bij habitat open duin). Kortom, allerlei referenties, maar geen 1700.

Nu willen ze ons WEL die ladingen soortindexen en data geven die volgens het PBL  bij het WOT liggen in Wageningen. En daar moesten wij dan maar op wachten, omdat het WOT met vakantie is. Dat wordt een ondoorzichtige potpourri van indexen, data en onbegrijpelijke computermodellen als Associa die weer een eigen uitleg nodig hebben. En dan kan het PBL na ons 6 weken te laten wachten weer gerust zijn: daar moeten ze weer maanden zoet mee zijn. En kunnen ze ondertussen mooi hun communicatieplan optuigen, om ons onderzoek te bedelven onder een bak PR: want ja, wie gelooft ons nou versus ‘het gezaghebbende PBL’.

Het eerste deel van ons onderzoek, te downloaden via de website van Stichting Milieu, Wetenschap en Beleid www.mwenb.nl

Het eerste deel van ons onderzoek, te downloaden via de website van Stichting Milieu, Wetenschap en Beleid www.mwenb.nl

PBL stuurt ons steeds het bos in: dwangsom nodig
Na ettelijke malen bedenker Rob Alkemade te vragen stuurde hij ons steeds het bos in naar algemene methodologische uitleg, die we al lang begrijpen. Het Planbureau verzon vervolgens dat ze wel 6 weken de tijd hadden om op ons verzoek te reageren. In de wet staat voor milieu-informatie 2 weken. Vervolgens verzinnen ze een excuus dat ze ons verzoek kunnen verdagen met 6 weken. Maar waar in de wet staat dat vakantie van medewerkers buiten het geWOBte instituut een excuus zijn om te verdagen? Precies, ook dat is een verzinsel. Alkemade kwam maandag opnieuw terug van vakantie. Wij moeten dus rechterlijke dwang toepassen en de dwangsom van maximaal 1260 euro uit de kast halen.

 

Een nieuw mediaslachtoffer van het PBL: de Correspondent glijdt vol uit in hun bananenschil

Daar is ie weer. Een nieuw mediaslachtoffer van het PBL: de Correspondent glijdt vol uit in hun bananenschil en die van WNF-zwetskous Johan van de G. De sociale autoriteit die redacteur Vanheste hen wil toekennen, is voor hem het zelfde als ‘dit is waar’.

Bij De Correspondent is iets ‘waar’ als de autoriteit van de afzender goed voelt
Gisteren citeerde Thomas Vanheste van de Correspondent het weer, in een artikel zonder 1 feitelijke juistheid: Leve de Europese Natuur, geprezen zij de Europese Unie. Vanheste’s vermogen om origineel te willen zijn werd slechts overtroffen door volmaakte afwezigheid van iedere biologische kennis. Hij beweert hier dat dankzij ‘Europa’ nu meer beren en wolven in Europa voorkomen. Vanheste had het boekje Wijsgeer in het Wild van WNF-directeur Johan van de G. gelezen en laat zich in zijn verhaal door het WNF leiden: het WNF is 1 van de partijen die de ’15 procent/85 procent weg’-bewering van het PBL te pas en onpas citeert voor campagne-doelen.

Dat de EU iets met natuurherstel van doen heeft is op zijn best korter dan kort door de bocht, tenminste: Natura 2000 heeft daar niets mee van doen. Er migreren beren en wolven uit Rusland naar Finland, de Duitse wolven die aan onze grens morrelen komen uit Polen na de val van het IJzeren Gordijn.  In Roemenie is de vermoorde dictator Ceaucescu’s voorliefde voor de berenjacht een oorzaak voor kunstmatig hoge aantallen beren dankzij het massaal bijvoederen. En bovenal, de zelfde toenames zien we ook in de Verenigde Staten, waar de ‘conservation’-movement ook als eerste begon. Voor de duidelijkheid, de VS ligt niet in de EU.

Bern Conventie: ook voor landen buiten de EU
Wel zijn er nu beschermingswetten voor soorten, al sinds de in 1982 aangenomen Bern Conventie die juridisch bindend is. Die conventie valt onder de Raad van Europa en omvat nu een ambtelijk vergaderbureau, dat jaarlijks nog 6 ton euro subsidie uitgeeft aan reizen en dineren. Die conventie geldt ook voor landen buiten de EU, en is dus geen exclusief Brusselse verworvenheid. En zo’n lijst van beschermde diersoorten is bepaald niet uniek voor Europa, en sinds de Vogelwet van 1936 mocht je in Nederland toch al geen soorten afknallen buiten de wildlijst of ‘schadelijk gedierte’. En met name Wetlands zijn beter beschermd dankzij de Ramsar-conventie in Iran. Woeste gronden bij Duurswoude, uitgeboerde voormalige ontginningen die werden verlaten

Woeste gronden bij Duurswoude, uitgeboerde voormalige ontginningen die werden verlaten

Nieuwe journalistiek: Wij vinden je niet leuk genoeg, dus is het niet waar wat je zegt
Waar grofwild nu kan toenemen heeft dat dus vooral- naast jachtbeperking en het uitblijven van vervolging- te maken met autonome trends. Die trends volgen direct en indirect uit demografische veranderingen die de Industriele Revolutie op gang bracht zoals welvaartsgroei, de toepassing van kunstmest, gewasbescherming. Dorpen die worden verlaten, verwildering van landbouwgrond en intensivering van de betere gronden. Iedereen met een huisje in Frankrijk is onderdeel van zo’n autonome trend. Daarnaast zijn diverse succesvolle herintroducties uitgevoerd, zoals met de lynx in de Jura.

Europa is juist 1 van de grootste bedreigingen van de natuurlijke diversiteit met al haar landbouwsubsidies en het voor vogels, vleermuizen en landschap destructieve klimaatbeleid.

De arme Vanheste gaat vervolgens Van de Gronden citeren, met beweringen over toegenomen verzuring vermesting en verdroging door ‘de intensieve landbouw’ en ‘onze enorme veestapel’ en hoe dat allerlei symptomen zouden zijn van onze afvalligheid van de Groene Kerk. Feit: de vermesting halveerde sinds 1987, het aantal koeien nam met 1,5 miljoen af.

Ik ken de adjunct-hoofdredacteur van de Correspondent – een filosoof- en heb ‘m er op gewezen. Maar het zijn typische alfa’s. Als ze je geen sociale autoriteit willen toekennen, is dat voor een alfa het zelfde als ‘niet waar, laat maar lullen, wij zijn wel goed omdat wel 30.000 mensen ons leuk vinden’.  Wat jij zegt kan niet waar zijn, want ik vind je niet leuk genoeg. Dat is dan de hoop van de journalistiek.