Het konijn, een exoot die zich hier in de Warme Middeleeuwen vestigde. Omdat mensen hem uitzetten voor vlees en vacht

Het konijn, een exoot uit Spanje die zich hier in de Warme Middeleeuwen vestigde. Omdat mensen hem uitzetten voor vlees en vacht

Klimaathoogleraar Pier Vellinga blijkt net als de Paus en PBL nog steeds te geloven in het natuurlijk evenwicht dat zou bestaan en ‘in de war’ raakt wanneer verandering met een mogelijke menselijke component mede oorzaak is. Dat valt op te maken uit het deel van het door ons uitgeschreven NTR radio-interview waar hij uitglijdt over de ecologie van klimaatopwarming. In het voor dagblad Trouw bedoelde stuk ‘Meer natuurlijk is minder menselijk’  schreef ik al over het daarmee verwante marketing-sentiment van 100 procent natuurlijk als 100 procent goed. Dat 100 procent natuurlijk staat ook op mijn pak Arla Biologische melk als aanbeveling, als teken van ‘zuiverheid’.

interviewster:Wat hoort daar nog meer bij, bij verandering van het klimaat?

PV: Nou heftiger buien en zwaardere droogtes want het verdampt dan ook meer als het warmer is en daarnaast gaat die natuur aan de wandel.(1) We zien in Nederland ook al, of in Europa, dat er veel meer invasieve soorten, dus we krijgen steeds meer kostgangers, vreemde soorten.(2) Op de Noordzee zie je ook vissen die uit het Zuiden komen.(3) Dus die natuur die moet zich aanpassen en dat zie je door nieuwe soorten die hier naartoe komen. Daar zijn heleboel leuke soorten bij maar er zijn bijvoorbeeld ook bij, die knoetjes, die een paar jaar geleden blauwtong veroorzaakten. Die gedijen ook veel beter in een warmer klimaat. (4)Dus die ecosystemen raken in de war.(5) Dat kunnen we eigenlijk niet zo goed voorspellen wat dat met zich mee brengt.

 

Nijlgans, exoot uit Noord Afrika. Vestigde zich door ontsnapping uit watervogelcollecties

Nijlgans, exoot uit Noord Afrika. Vestigde zich door ontsnapping uit watervogelcollecties

De Fact Check

  • 1+5: De natuur die aan de wandel gaat, uitspraak 1 is verwant aan uitspraak 5 van ecosystemen in de war. Het veronderstelt dat er dus een situatie is waarbij de natuur niet verandert/wandelt , maar in een statisch en gelukzalig ideaal verkeert. Soorten leven dan in een exact statisch evenwicht met de daar heersende milieu-omstandigheden voordat die dekselse mens arriveert. Dit hardnekkige anti-Darwiniaanse idee is in strijd met de wetenschappelijke ecologie, het leunt op het achterhaalde Balance of Nature Concept, dat haar wortels heeft bij Plato, terwijl de natuur meer Heraclitus is: alles stroomt, dus de Flux van de natuur is een betere metafoor dan de populaire balans-metafoor. De natuur wandelt altijd. De Waddenzee ontstond in de 12de en 13de eeuw door stormvloeden, trad er afgelopen eeuw een vergelijkbaar rigoureuze ecologische verandering in Nederland op?
  • 2. Er zijn al voor 1980- dus voordat Nederland haar klimaatsprong beleefde- vele exoten bij gekomen. Bij vogels meestal doordat ze uit watervogel-collecties ontsnapten. De nijlgans is daarvan een succesvol en invasief voorbeeld, de Casarca, de Canadese gans, de prachtige Mandarijneend. Vele exoten burgerden al in de 19de eeuw in en werden onmisbare voedselbron voor watervogels, zoals de uit de Kaspische zee afkomstige driehoeksmossel. De vestiging van deze exoot kan een oorzaak zijn geweest, dat de noordelijker broedende kuifeend zich in de jaren ’50 vorige eeuw in NL vestigde. De verspreiding van exoten die schadelijk zijn, als de tijgermug, het komt volledig door transport met lucky Bamboo en globalisering, maar heeft met klimaatopwarming niets van doen. Ook al beweert het Ministerie van I&M van wel. Maar de natuur luistert niet naar ambtenaren.
  • 3. Het is logisch dat bij warmere omstandigheden ook meer zuidelijke soorten de Nederlandse wateren kunnen vinden, de zeebaars is daar een voorbeeld van. In de warme periode tussen 1900 en 1940 dook deze ook meer op, dan in de koudere jaren ’60. Dat is geen ziektesymptoom van een ecosysteem ‘aan de wandel’ maar gewoon het opportunisme van de natuur.Ik besprak al voorbeelden als de hazelaar die 6000 jaar geleden bij de toenmalige opwarming tot in Finland voorkwam, maar zich daarna terugtrok. We hebben hier ook vele vogelsoorten die hier aan de uiterste Noordrand van hun verspreiding voorkomen, zoals de hop, een roze kuifkaketoe. Die doet het slecht bij koude natte- typisch Hollandse zomers- maar bij warme zomers broedt hij hier weer. Klimaatopwarming is zeer gunstig voor vleermuis-soorten, die daardoor van de Rode Lijst verdwenen.
  • Maar het is onzin om te beweren dat alleen zuidelijke soorten gedijen en dat noordelijke soorten het hazenpad kiezen. De blauwvintonijn is bijvoorbeeld geen goed voorbeeld. Die kwam hier voor overbevissing van de oostelijke populatie veel vaker voor de kust tot in de koude jaren ’60. Dan zwemt hij met de warme Golfstroom naar het Noorden om daar te jagen, met wat strictere quota voor de oostelijke populatie kunnen we hier weer meer blauwvin-tonijnen zien. De als koudwatervis bekend staande kabeljauw profiteerde in de Zuidelijke Noordzee van de fosfaatbemesting, maar verdween weer toen de bevissing door ging terwijl de voedselbasis wegviel. Echter, de populatie in de Zuidelijke Noordzee lijkt zich sinds 2006 weer sneller te herstellen dan gedacht. Terwijl die zee dus 2 graden warmer zou zijn volgens Pier Vellinga, is een ‘koudwatervis’ weer aan zijn comeback bezig dankzij stricte quota. We berichten verder al over het klimaatsimplisme van de Klimaatatlas, alsof moeten vogelsoorten naar het noorden vluchten op zoek naar voldoende kou, waarmee ze dan in evenwicht zouden gaan leven. We kregen afgelopen eeuw juist veel noordelijke soorten er bij, de arctische brandgans, eidereend, brilduiker zijn daar enkele voorbeelden van.
  • 4. De knut is dat venijnige moerasmugje, dat overal in vochtige biotopen opduikt met ondersoorten van Afrika tot Scandinavie. Wie in West Schotland in de Highlands werkte weet hoe venijnig ze als wolken om je heen kunnen hangen. In vroeger eeuwen straften Schotse clans mensen, door ze bij windstil weer naakt bloot te stellen aan deze wolken. In het Naardermeer bij de excursies werden knutjes eind mei, begin juni bij windstil weer een ware plaag voor de gasten. Het is kortom onzin, dat er nu meer knutten voorkomen dankzij klimaatopwarming. En de knut zelf veroorzaakt geen blauwtong, dat doet een in 1943 uit Afrika overgewaaid blauwtong-virus, dat via het Midden Oosten haar opmars maakt in Europa. In Zuid Europa hebben ze last van een andere streng (type 6) van dat virus, dan wij(type 8). Het dook hier voor het eerst op in 2006, en verspreidt zich sindsdien door Duitsland en Scandinavie. AIDS kwam ook uit Afrika sinds de jaren ’80, maar kwam dat ook door opwarming van de aarde?

Pier Vellinga is directeur van de Waddenacademie. (….) Wat zegt dat over die academie als ze hem tot directeur maken?