Gisteravond gaf hoogleraar journalistiek Dan Fagin van New York University een toplezing over de toekomst van de wetenschapsjournalistiek, in Theater aan het Spui. Het Rathenau-instituut was organisator. Niet alleen bevestigde hij het geblunder en kuddegedrag van oude media EN de neiging tot overdrijving en alarmisme. Hij gaf 3 nieuwe perspectieven, over de nieuwe rol die een wetenschapsjournalist op het snelle internationale web kan innemen.
1. gezonde naming en shaming
Reputational accountability was daarbij de eerste eigenschap. Wanneer iemand in media of wetenschap feitelijke blunders maakt, kan je deze daar publiekelijk sneller op aanspreken. Dat is wat wij ook doen ten aanzien van de oude media als de NOS met hun flaters op het gebied van klimaat, milieu en energie. Of ten aanzien van overheidsinstituten die wetenschap gebruiken van diverse agenda’s. Wat ons betreft is dat alleen maar goed: niet langer kunnen mensen zich achter de historisch gegroeide autoriteit van een instituut verschuilen, die vaak façades zijn van intellectuele gemakzucht en onkunde.
De schaduwkant daarvan is natuurlijk heksenjacht en karaktermoord.
2. Ontkoppeling met institutionele autoriteit
Daarnaast kan het volgens hem goed zijn dat journalisten zijn losgekoppeld van de oude media-instituten met hun advertentie-gebaseerde verdienmodel. Zelf ziet hij veel heil in stichtingen die journalisten ondersteunen, terwijl hij huiverig is voor overheidsfinanciering van de journalistiek. Ook dat klonk als muziek in de oren, zonder de steun van stichtingen en lezers kon ik niet dagelijks dit werk doen, en had ik bijvoorbeeld het wetenschappelijk bedrog van het Planbureau voor de Leefomgeving niet kunnen ontrafelen. Dus ook daar doet Climategate.nl wat Fagin min of meer bepleit, met vallen en opstaan vanzelfsprekend.
De schaduwkant daarvan is advocacy-journalism, dus dat special interest de boodschap dicteert. Maar dat heb je bij oude media even goed, ook wanneer de overheid initatieven financiert, ook wanneer de journalist meent niet beïnvloed te worden (omdat die zelf dat niet ziet, of denkt volgens de cliche-tegenstelling publiek versus privaat of publiek versus commercieel) Immers, het klimaatalarmisme en het gehuil van de NOS bij iedere smeltende ijsbeer is een typisch ‘links’ speeltje, een verlengstuk van diverse agenda’s en lobby. En de oude media laten vaak iedere kritische zin vallen als iets in hun linkse straatje past. Zie ook hoe de (algemene redactie van) de Volkskrant zich als straatprostituee door Greenpeace liet gebruiken, tot ergernis van de wetenschapsjournalisten die beter weten.
Alarmisme bestaat om druk op de overheid te zetten, om tussen het mijnenveld van meningen de hardste knal te geven. En de overheid is het instrument waarmee ‘links’ haar agenda door wil duwen van maakbaarheid, nu dus het maakbare klimaat.
3. Bediening specifieke doelgroepen met publiek belang
En als derde noemde hij de mogelijkheid die de openheid van informatie van het web geeft: de mediaconsument kan zelf zijn favoriete hangouts kiezen van experts die voor zijn interessegebied waarde toevoegen. Als positief voorbeeld noemde hij Retraction Watch, het blog dat bijhoudt welke wetenschappelijke studies door methodologische fouten of gesjoemel niet gepubliceerd hadden mogen worden.
Dat is bijzonder actueel. Als voorbeeld werd genoemd hoe 80 procent van de sociaal psychologische bevindingen niet repliceerbaar is. Wij berichten al over de hype van Oceaanverzuring, waarbij 90 procent van de studies methodologische fouten bevat en niet repliceerbaar was dankzij foutieve opzet van experimenten. Of neem het commentaar in de Lancet waaruit bleek dat dankzij de publicatiedruk en profileringsdrang de standaarden van bio(medische)wetenschap al tot beneden nulpunt zijn gezonken.
Een gadgetmeisje en algemene journalistjes in discussiepanel over wetenschapsjournalistiek?
Lof voor Rathenau dat ze Fagin uitnodigden. En hoe huiveringwekkend het contrast toen een ondraaglijk lichte NRC-leukeverhalenschrijfster wat open deuren mocht intrappen en gemeenplaatsen mocht plattreden. Een gemiste kans want waar Fagin met zijn expertise juist het gebabbel wilde vermijden over of je nu met twitter moet meebabbelen of instagram ieuw duswel beswel hallo hihihihi, verzande zo een deel van de discussie in de ondraaglijke lichtheid van het moderne NRC Damesblad. In onderlinge mailcorrespondentie met een journalist van de concurrent van NRC viel de term ‘gadgetmeisje’ die ik u niet wil onthouden. Spijker op zijn kop.
Dus dat u mij nu niet gaat bekogelen met allerlei glazen plafonds en isme’s, van onverdachte kwaliteitsbron kwam de zelfde analyse.
Met de keuze voor zo’n tweede spreker geeft het Rathenau-instituut al aan; wij hechten geen waarde aan wetenschapsjournalistiek. Dat zette ook de toon voor de rest van de middag, terwijl de bron van kennis en ervaring uit New York, Dan Fagin onbenut bleef.
Een belangrijk punt is de discriminatie van wetenschapsjournalistiek als zijnde ‘niet belangrijk’. Iemand van de Correspondent zat in het discussiepanel en iemand van Yournalism. Lovenswaardige initiatieven qua verdienmodel en journalistiek experiment. Maar continue inhoudelijk blunderend omdat ze niet de kennis in huis hebben om zin van onzin te scheiden. En ook menen dat zelf niet te hoeven. We zien hier de superioriteitsclaim van de helikopterview aan het werk.
Algemene journalisten menen dat iedere visie maar een mening is waar zij in alle verhevenheid dan boven kunnen vliegen. Een beetje als een manager van informatie, zo vele mensen, zo vele meningen en DE waarheid bestaat niet. De werkelijkheid is niet zwart-wit maar vijftig tinten grijs.
Zo komt de insteek van een verhaal en conclusie ook altijd bij de mainstream-opinie terecht of het politieke gevoel van de journalist. Het NRC-meisje kwam dan ook meteen met gebabbel over ‘het opraken van fossiele brandstoffen’ als ‘ooh ejj zijn nog sooooo veeel verhalen beswel duswel om te schrijven’.
Zucht…
De waarheidsdemocratie die iedereen bevoegd maakt
Wanneer je door je ondraaglijke lichtheid in je helikopter zo ver boven de materie zweeft, heb je geen flauw idee meer wat daar beneden beweegt, en toch kun je jezelf onaantastbaar en zelfs verheven wanen. Het meiske had zelfs de opmerking ‘ik hoef dat niet, want de peer review bepaalt dat toch duswelbeswel hihi’. Zo wordt de claim dat je het overzicht bewaart tussen alle meningen, de superioriteitsclaim van de helikopterview een excuus voor intellectuele luiheid en het maskeren van inhoudelijke incompetentie.
En zo kan iemand met de pretentie van objectiviteit gewoon een verlengstuk zijn van gevestigde propaganda.
Maar de natuurwetenschapsjournalist weet dat bij technische kwesties waarheid WEL bestaat. Waarheid is in wetenschap waar het bewijs naartoe wijst, niet wat de meeste stemmen vinden. En juist bij technische onderwerpen kunnen die details er toe doen die ook het totale overzichtsplaatje radicaal omkeren. Ook al zijn er nog zoveel meningen en autoriteiten die roepen van niet. Waarheid bestaat niet bij meerderheid van stemmen in de natuur.
Dat is kortom de kloof tussen algemene journalistiek en wetenschapsjournalistiek, tussen alfa en beta. Tussen het beoordelen van informatie op autoriteit en sociale overwegingen, en op inhoudelijke en technische merites.
Een gezondere mix zou een uitkomst kunnen zijn?
Ik ben een Nerd tot in het diepst van mijn gedachten en kan daardoor uit oog verliezen dat gelijk hebben en krijgen twee verschillende werelden zijn. Je kunt daardoor te hard op je aambeeld blijven hameren en vrij hard overkomen. De sociale realiteit is OOK een realiteit, en bij complexe zaken als klimaat, energie, ecologie spelen al die realiteiten OOK een rol. Veruit de meeste mensen baseren hun wereldbeeld op een cocktail van sociale processen. Dat willen negeren heeft ook zijn eigen vorm van domheid. Zo kun je dus zelfs tot op zekere hoogte de kapitaalvernietiging van windenergie als iets positiefs zien, al was het maar om via geldverspilling en probeersels aantoonbaar maken DAT het geen alternatief is.
En zoals de Correspondent braaf het PBL overschrijven dat ‘we van ver komen en de laagste biodiversiteit van Europa hadden, 15 procent van een oorspronkelijke biodiversiteit’, gewoon omdat je gevoel zegt dat dit wel aannemelijk klinkt en je vindt dat je als informatie-manager alle meningen die goed voelen maar voor het voetlicht moet brengen. Meehelpen het op de agenda te houden, al die brave PBL-ambtenaren hun broodwinning gunnen. Heel nobel.
Toch wringt daar wat mij betreft iets, omdat ik geen politicus of communicatie-manager ben maar journalist. Na de borrel bleef het gevoel hangen dat ook het Rathenau dankzij haar panelkeuze en het NRC-gadgetmeisje als 2de spreker geen hoge pet op heeft van de toegevoegde waarde van WETENSCHAPjournalistiek.
Hun promofilmpje met ijsschots-alarmisme van de NOS en begeleidende stem ‘onafhankelijke media blaballba’ bevestigt dat donkerdiepzwarte vermoeden. Het onderstreepte het grootste probleem dat propaganda heet, dankzij het onbenul van mainstream-journo’s. Wie niets weet laat zich meeslepen als dat maar goed voelt. En gaat wetenschap niet om weten?
was het gadget-meisje er niet gewoon om publiek te trekken? Haar achterban etc..?
Maar wie was nou die NRC-leukeverhalenschrijfster? Haar naam kan ik ook bij Rathenau niet vinden.
Ik heb de naam expres niet genoemd anders heet het weer dat ik op de persoon zou spelen.