De EU hamert er steeds weer op dat er een bindend klimaat-akkoord moet komen in Parijs, maar wat betekent dat eigenlijk? Het klinkt daadkrachtig maar uit persoonlijke ervaring met twee VN Conventies weet ik dat de werkelijkheid boterzacht is. De VN is vooral papier en er is een erg lange en kostbare weg naar de praktijk.

Ik meldde over de Stockholm Conventie(SC) over ‘POPs’ hier al dat de wetenschap in die Conventie zwaar gepolitiseerd is en dat de finale besluitvorming op de COP vooral een ‘macht-en-geld’ onderhandeling is. De ontwikkelingslanden, inclusief India en China, zeggen daar braaf: ‘Ja EU, we zullen jullie goede voorbeeld volgen maar daar hebben we geld voor nodig’. De finale deal in de SC COP wordt dan meestal in de late uurtjes –zonder vertaling- afgedwongen met financiële toezeggingen.

Dat is een standaard VN patroon, je ziet het ook nu weer in de UNFCC in Parijs. We naderen het einde van de COP en ja hoor, gisteren zei het radio nieuws: ‘er is een voorstel op papier, maar de financiering is nog onduidelijk’. Het finale gesteggel over geld gaat nu beginnen, precies op schema! Finale ‘deal’ volgt dan in de late uurtjes van de komende dagen na nachten vergaderen, let maar op. En dat akkoord zal ook wel ‘bindend’ zijn want dat is een onderhandelingsdoel van de EU. Maar betekent dat ook iets in de praktijk?

Nuttige kennisuitwisseling kan ook
Overigens gebeuren er ook goede dingen dankzij de Stockholm Conventie, maar dan op het gebied van kennisuitwisseling en kennis opbouwen van ontwikkelingslanden. Wat mij betreft is het een goede zaak dat Europa zijn kennis en ervaring met chemische stoffen deelt met minder ontwikkelde landen, daar zijn tenslotte spectaculaire resultaten mee behaald. En die uitwisseling gebeurt ook. Monitoring van stoffen in het milieu is de basis van alle kennis om milieuvervuiling te meten: ‘is er een probleem?’ en zo ja, ‘hoe groot is dat probleem?’. Uitwisseling over goed milieu-onderzoek en goede laboratorium praktijken helpen daarbij.

Uitwisseling van kennis en ervaring op VN niveau kan werken. Maar wat mij betreft gaat het mis zo gauw de EU, als zelf-verklaard verlicht continent en voorloper op milieugebied, zijn beleid aan anderen verplichtend wil opleggen. Dat breekt in in de soevereiniteit van andere landen: neo-kolonialisme. Landen als China of India spelen de onderhandelingen handig mee en doen ondertussen toch precies wat ze zelf willen. En arme landen ruiken geld en laten zich gewillig omkopen.

Maar wat betekent het als een VN akkoord ‘bindend’ is? Wat betekent bijvoorbeeld het toevoegen van een stof aan de Stockholm Conventie in de praktijk? In eerste instantie nog niets. De VN heeft geen juridische macht, daarvoor zullen de ‘Parties’ (ondertekenende landen) de afspraken moeten vastleggen in nationale wetgeving. Dat is een lang(zaam) proces en verschilt van land tot land en bovendien zijn er vaak nog ‘opt out’ clausules wat betekent dat een land kan besluiten een bepaalde stof niet in de nationale zwarte lijst op te nemen. Maar stel dat deze stappen opgevolgd worden, dan is er wetgeving maar gebeurt er nog steeds niets in de praktijk.

De NIPs zijn vaak nep
Die praktijk moet dan volgen via zogenaamde NIPs, ‘National Implementation Plans’. Deze plannen zouden details moeten geven of de stof geproduceerd en/of gebruikt wordt in het land, voor welke toepassingen, of deze emissies naar het milieu geven, etc. Maar zoals ik al schreef is vaak niet eens bekend of bepaalde stoffen in een land nog gebruikt worden, laat staan dat deze NIPs toereikend zijn om tot uitvoering, vaststelling van een probleem en oplossing te komen. Dat is de verantwoordelijkheid van het land en wat kan de VN doen als er niets gebeurt? Heel weinig. ‘Compliance’ (naleving) is een ondergeschoven kindje in de SC en ook altijd een financiële discussie. ‘Geef ons meer geld dan doen we het’. De SC is dus ‘bindend’ maar vooral op papier.

De andere Conventie die ik uit eigen ervaring ken is de Minamata Conventie die het gebruik en emissies van kwik wereldwijd moet reguleren. Dat is ook een Conventie die voor de EU ‘legally binding’ moest zijn, en zo geschiedde. Maar de praktijk?

De duivelse details
Ook hier zit de duivel in de details. De Conventie is weliswaar bindend, maar er zijn in de Conventie twee soorten aanpak. Bepaalde gebruiken van kwik vallen onder het deel ‘verplicht uitfaseren’, maar dat zijn er slechts 2 toepassingen die in de praktijk al uitfaseren of uitgefaseerd zijn. De Conventie voegt daar weinig aan toe. De echte problematische toepassingen zijn een bepaalde (ouderwetse) manier om PVC te maken die bijna uitsluitend nog in China wordt toegepast. Die methode (via carbid) is gunstig is als je kolen hebt. Een tweede grote bron van kwik zijn kolencentrales omdat kolenverbranding tot diffuse kwikemissies leidt. En daarvan worden er op dit moment vele in de wereld gebouwd, vooral ook in China.

Deze twee belangrijke bronnen vallen niet onder uitfaseren’ in de Conventie maar onder ‘restricties’. Daar staan dus ‘verplichtingen’ genoemd die verwoord zijn als: ‘landen zijn verplicht emissies zoveel mogelijk te verminderen’ of ‘landen zijn verplicht alternatieven te ontwikkelen’. Dat betekent natuurlijk niets. In jargon: het bindende is geen resultaat-verplichting maar een inspannings-verplichting’. Met andere woorden, de verplichting is ‘goed je best doen’. China heeft dat slim onderhandeld en kan zelfs financiële steun claimen. Ondertussen kunnen ze doen wat ze willen en zal de Conventie hun economische plannen geen strobreed in de weg leggen.

De Conventie is voor die écht vervuilende activiteiten volkomen tandeloos maar wel ‘wettelijk bindend’!