Jeroen achtergrond ERO 2

Jeroen Hetzler.

Bij alle discussies vóór of tegen hernieuwbare energie, fossiele brandstoffen en kernenergie maken onbekendheid met de materie en misverstanden, maar ook desinformatie en eigenbelang dat feit en fictie niet meer van elkaar zijn te onderscheiden. Dit frustreert niet alleen het debat, maar, wat veel erger is, voorlichting aan de kiezer en politieke besluitvorming in dezen. Voorbeelden zijn enerzijds kernenergie, kolen en schaliegas, in soms ontluisterende gedemoniseerde zin, anderzijds hernieuwbare energie in veelal voorgetrokken zin. Deze gang van zaken wekt niet alleen polarisatie in de hand, maar belemmert ook, zoals al opgemerkt, politieke besluitvorming. Juist om correcte besluitvorming draait het, omdat het langetermijnpolitiek betreft die generaties kan doorwerken. Juist dit nu wordt verstaan onder duurzaamheid. Wat heel iets anders is dan hernieuwbaar. Er is gegronde reden om te stellen dat het huidige politieke beleid op onjuiste feiten, zeg maar fictie, berust.

Allereerst is daar de hockeystick–grafiek van Michael Mann, die een cruciale rol speelde voor de totstandkoming van wereldwijde afspraken over terugdringing van menselijke CO2-emissie. Zoals bekend, bleek deze grafiek te berusten op manipulatie, zodat men kan vaststellen dat de emissiedoelstellingen niet op feiten berusten, maar op fictie.

Ten tweede is daar het uitblijven van opwarming na 1998 ondanks fors gestegen menselijke CO2-emissie. In wetenschappelijke termen is hiermee het verband tussen menselijke CO2-emissie en temperatuurstijging op losse schroeven komen te staan. Ook dit bepaald niet onbelangrijke gegeven is niet terug te vinden in de politieke besluitvorming in de vorm van tenminste enige terughoudendheid. Opeens geldt het voorzorgprincipe niet meer. Meten met twee maten heet dit.

Ten derde spelen aan beide zijden eigenbelangen mee. Immers, voorstanders van hernieuwbaar hebben evengoed grote materiële belangen zoals subsidie, betalende leden en donateurs en inkomsten uit hun eigen duurzaamheidsbedrijven of consultancybureaus inzake bijvoorbeeld transitie. Voorstanders van hernieuwbaar zijn daarom evenmin onafhankelijk.

Tot slot is daar de polarisatie. Deze is vanaf het allereerste begin door de milieubewegingen met veel verve beleden en geëvangeliseerd. Angst zaaien, betrokkenen in een kwaad daglicht stellen, feiten verdraaien of negeren, misleidend suggestieve retoriek en manipulatie. Het voornoemde boek van Remco de Boer over de Boxtelse Schaliegaszaak onthult een verontrustend beeld dat zich goed laat vergelijken met het boek ‘Dat kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk.

Dit alles roept de vraag op: wie maakt hier nu eigenlijk in dit land de dienst uit? De kiezer en diens volksvertegenwoordigers? Het antwoord moge duidelijk zijn. De kiezer is van de wieg tot het graf door de milieubeweging geïndoctrineerd met verzonnen doemscenario’s, valselijk voorgelicht en gehersenspoeld. Een kleine groep politici werkt hier actief mee aan vanwege hun ideologie. Veel andere volksvertegenwoordigers zijn hierdoor kopschuw gemaakt voor stemmenverlies of vielen door hun gebrek aan kennis gemakkelijke ten prooi aan diezelfde manipulatie. Ergo: de milieubeweging maakt in dit land de dienst uit zoals de iconische octopus die tot in alle geledingen van onze democratie haar tentakels heeft uitgestrekt.

Welke feiten probeert de milieubeweging te verdoezelen? Van welke feiten worden politici onkundig gehouden, laat staan de kiezer? Onder vele zijn deze twee feiten, vermogensdichtheid en Energy return on energy invested, de pijlers die onze maatschappij en die van de generaties na ons moeten schragen. Betaalbare energie, want hier komt het namelijk op neer, is de achilleshiel van elke ontwikkelde beschaving. Door de kiezer op valse gronden te bewegen voor onbetaalbare energie te kiezen, zonder dat deze beseft waarvoor hij eigenlijk kiest, zal onze ontwikkelde beschaving te gronde gaan. Dit is het doel van de milieubeweging die immers de mens als primaire vijand van moeder aarde ziet. Een ‘democratische’ keuze dus voor de eigen Untergang.

En het overgrote deel van de volksvertegenwoordigers zitten er bij en kijken er naar, omdat ze niets van de materie begrijpen. Het doet mij denken aan wat Luyendijk met zo veel woorden schreef: ‘toen in het vliegtuig enige commotie ontstond doordat een motor in brand stond, probeerde het cabinepersoneel de rust te herstellen. Toen ik de deur van de cockpit opende bleek daar niemand aanwezig.’

Ongeveer zo is het nu gesteld. De overheid is de regie volledig kwijtgeraakt, feitelijk afwezig, terwijl de milieubeweging veilig op de grond toeziet hoe onze maatschappij de eigen ondergang tegemoet vliegt. Onkunde, luiheid, mossels in het pak gestoken, lafaards die zich door de bluf en valse retoriek van de milieubeweging uit evenwicht laten brengen, o zo bang voor de door de milieubeweging afgerichte kiezer. Laten we maar eens naar de basis gaan van Vermogensdichtheid en EROI. Wat houden deze begrippen in en wat betekenen ze voor onze maatschappij? Allereerst vermogensdichtheid.

Vermogensdichtheid
Vermogensdichtheid is het vermogen van een energiebron per liter, kg of kubieke meter. Om echter een vergelijking tussen de diverse bronnen mogelijk te maken, is een tabel opgesteld voor prestatie in Watt per vierkante meter. Hierbij moet men denken aan het oppervlaktebeslag van een elektriciteitscentrale (kern, kolen of gas), windturbines, zonnepanelen en bossen of akkers (biomassa). Dit leidt tot het volgende overzicht:

Jeroen 1 Knipsel

Bronnen: hier, hier en hier.

Borssele komt op 3.100 W/m2

Bron hier.

Dit is wel een algemeen overzicht om de grootheden vergelijkbaar te houden. Rekening is bijvoorbeeld wel gehouden met looppaden tussen de zonnepanelen in zonneparken of dat een kolenmijn vlakbij of ver van de centrale ligt. Geen rekening is gehouden met de vereiste afstand van windparken tot woningen e.d. of met een veiligheidszône rond een kerncentrale, omdat hier zeer grote variatie in is. Hoogspannings–  of pijpleidingen zijn om dezelfde reden evenmin meegenomen. Voor een kerncentrale is het hele terrein inclusief de opslag van het afval meegenomen in het oppervlaktebeslag.

Deze fysische eigenschappen, naast weersafhankelijkheid van wind en zon, hebben niet alleen ingrijpende gevolgen voor de toepassing, maar ook voor de welvaart. Men hoeft maar te kijken naar de ontwikkeling van elke maatschappij van biomassa (hout), via windmolens, steenkolen, olie, gas en kernenergie naar wat deze nu is.

Tot wat dit alles leidt is hieronder toegelicht.

EROI
Een richtsnoer voor de maatschappelijke gevolgen van de keuze van een energiebron of -mix is het begrip EROI. Dit begrip, energy return on energy invested, behelst de verhouding tussen geproduceerde en benodigde energie. Een eenvoudig voorbeeld is een eidereend die niet langer zal duiken om zijn voedsel te bemachtigen wanneer hij meer energie verbrandt door de duik dan het op de zeebodem opgedoken voedsel hem verschaft. Onze maatschappij als complex organisme werkt volgens ditzelfde principe. Bovendien is er meer energie nodig naarmate de complexiteit toeneemt.

Grafisch laat zich dit als volgt weergeven:
EROI morganesfig1

De verticale schaal geeft de verhouding weer tussen bijvoorbeeld de energie die een centrale opbrengt gedurende zijn leven en de energie die het gekost heeft om deze centrale te bouwen en in stand te houden. Het begrip ‘buffered’ houdt de opslag van energie in, zoals elektriciteit in accu’s of het stuwmeer van een waterkrachtcentrale. Gas, kolen, biomassa en kernbrandstof zijn zelf opgeslagen energieproductievoorraden waaruit energie vrijgemaakt kan worden door verbranding of kernsplijting. De aanduiding E-66 bij wind heeft betrekking op een veelgebruikt type windturbine. CCGT betekent combined cycle gasturbine en wordt STEG-installatie genoemd – een combinatie van stoom en gas. De restwarmte van een gasturbine wordt gebruikt om stoom te maken en hiermee een stoomturbine aan te drijven. Solar CSP tot slot, is een zonnecentrale waar zonlicht d.m.v. spiegels wordt geconcentreerd waardoor genoeg warmte wordt opgewekt om (meestal) een stoomturbine aan te drijven.

Bronnen met een lage vermogensdichtheid als wind- en zonne-energie en biomassa zijn niet in staat onze maatschappij in stand te houden. De economical threshold in de figuur is het minimaal vereiste niveau. Zowel wind- als zonne–energie vereisen opslag van de ermee geproduceerde stroom. Opslag echter van een dergelijke omvang vereist dusdanige hoeveelheden energie dat de betreffende bron onder de economical threshold komt en derhalve de Westerse beschaving in haar voortbestaan bedreigt.

Deze twee begrippen, vermogensdichtheid en EROI vormen de sleutel tot een beter begrip van de energiebronnen die ter beschikking staan om onze maatschappij verder te ontwikkelen op de weg naar werkelijke duurzaamheid. Zie hier en hier.

Politici die zich met succes willen weren tegen de desinformatie van de milieubeweging, zouden deze twee begrippen goed tot zich moeten laten doordringen. De milieubeweging verzwijgt immers het probleem van opslag dat onlosmakelijk verbonden is met hernieuwbare energie (zon en wind). Ook verzwijgt de milieubeweging de maatschappelijk vernietigende kosten die onlosmakelijk verbonden zijn aan hernieuwbare energietoepassing. De gevolgen van de inferieure vermogensdichtheid van hernieuwbaar vertalen zich dan ook in de bijdrage aan de totale energieproductie en –consumptie van bijvoorbeeld gidsland Denemarken. Het gaat om luttele (tienden van) procenten. Het is een interactief stroomschema. Door op de lijnen te staan zijn de waarden te vinden. Linksboven staat het totaal; alles in Mtoe. Voor 2011 waren deze:

Jeroen 2 Knipsel

Bron hier.

Voor 2013 verschilt dit niet substantieel. Als we het hebben over energie, dan geldt dit voor alle energie, waar elektriciteit maar een beperkt deel van uitmaakt. Noorwegen verrast wat de prestaties van wind en zonne-energie betreft, namelijk vrijwel 0. Bron hier.

Dit is een heel ander verhaal dan de suggestieve uitspraak van het NOS-journaal op 18 januari over 66% in Noorwegen. Witte steenkool heet dat. Nogal kunst. Wederom kritiekloze en stelselmatige verzaking van de journalistieke objectiviteit/verificatie is ook één van de eclatante successen van de milieubeweging.

Gidslanden, Scandinavië, zoals het NOS-journaal suggereert? Dan is toch wel leerzaam te constateren dat de investeringen in hernieuwbaar daar niet onaanzienlijk teruglopen. Zie hier.

Daarom zijn objectieve feiten zo belangrijk.

 

Bron hier.