De initiatiefnemers van het Windpark zijn Nuon (en vennoten), ECN en Windcollectief Wieringermeer, die onder de naam Windkracht Wieringermeer nauw samenwerken met de gemeente Hollands Kroon, de provincie Noord-Holland en het Rijk.

Het plan voorziet in het plaatsen van 99 nieuwe windmolens, waarbij solitair staande windmolens ook vernieuwd zullen worden.

Op 4 mei 2016 is de Raad van State akkoord gegaan met het starten van de aanbestedingsprocedure. Volgens de Raad van State waren er door 40 bedrijven en omwonenden bezwaren ingediend. De afdeling Bestuursrechtspraak heeft alle bezwaren ongegrond verklaard. Merkwaardig is, dat de “Stichting Omwonenden Windturbines Wieringermeer” melding maakt van 1100 omwonenden, die een petitie tegen het windplan Wieringermeer hebben ondertekend.

Het kost ongeveer 12 eurocent per kWh om elektriciteit uit wind te maken. De marktprijs voor elektriciteit ligt op dit moment op 4 cent per kWh. De overheid (de burger dus!) overbrugt het verschil tussen kostprijs en marktprijs met subsidie.

Initiatiefnemer “Windkracht Wieringermeer” start in 2017 met de bouw van het park met windmolens van 3 à 4 MW en 5 MW. Op dit moment is nog niet precies bekend hoeveel van elke soort molens (3, 4 of 5 MW) geplaatst worden.

Het totaal opgestelde vermogen zal 300 à 400 MW bedragen en het park zal elektriciteit leveren aan 280.000 huishoudens. Een misleidende voorstelling van zaken!

Volgens het Energieakkoord is er met een windmolenpark een beschikbaar vermogen van 32% haalbaar. In de praktijk blijkt dat een rendement van 18% (cijfer van Essent) reëler is. Het werkelijk beschikbaar vermogen zal derhalve geen 300 à 400 MW zijn, maar hoogstens 54 à 72 MW. En dan te weten, dat de kerncentrale Borssele een beschikbaar vermogen heeft van 406 MW.

Bij een beschikbaar vermogen van 72 MW kan er 72.000.000 x 8766 = 631.000.000.000 kWh geleverd worden (8766 = aantal uren per jaar). Uitgaande van een verbruik van 3500 kWh per jaar per huishouden kunnen er 631.000.000.000/3500 = 180.000 huishoudens van stroom bediend worden en geen 280.000 zoals “Windkracht Wieringermeer” verkondigt. Daar komt nog bij, dat de meeste huishoudens ’s nachts veel minder stroom afnemen en windmolens zijn qua productie (of je moet ze uitzetten) niet regelbaar zoals conventionele centrales. Dit betekent, dat er grote verschillen kunnen zijn tussen aanbod en vraag en dat is dus met windmolens niet te regelen.

De Overheid is van mening dat dit windpark een belangrijke rol speelt bij het behalen van de doelstelling uit het Energieakkoord van 2013 om in 2020 14% van alle energie duurzaam op te wekken. Ook dit is een misleidende voorstelling van zaken!

Van het totale energieverbruik in Nederland wordt 20% ingezet voor het opwekken van elektriciteit. Windmolens produceren alleen maar elektriciteit en leveren geen bijdrage aan de vervanging van fossiele brandstoffen voor de transportsector, verwarming en productie van grondstoffen, de overige 80% van ons energieverbruik.

Het Energieakkoord van 14% omschakeling op duurzame energie heeft dus alleen maar betrekking op de 20% elektriciteitsopwekking en dat betekent, dat in 2020 slechts 14/100 x 20% = 2,8% door duurzaam vervangen zal zijn.  Maar daarmee is wel het Nederlandse landschap en een zichtbaar deel van de Noordzee overwoekerd met windturbines!

Door het bureau Pondera Consult te Hengelo is op 30 juni 2014 onder projectnummer 713057 een 301 pagina tellend Milieueffectrapport uitgebracht.
Milieueffectrapportage: door de overheid verplichte beschrijving van de waarschijnlijke gevolgen voor het milieu van een voorgenomen project. De volgende onderwerpen zijn in dit onderzoek aan de orde geweest: geluid, slagschaduw, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie, landschap, waterhuishouding en bodem, veiligheid, ruimtegebruik, elektriciteitsopbrengst, vermeden CO2-emissies.

Aan een aantal aspecten is geen of onvoldoende aandacht besteed:

a. Afstand tot woningen. De Overheid hanteert een afstand van 400 m. De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NL VOW) is van mening, dat een afstand moet worden aangehouden van 2 km. Het bezwaarschrift van de heer J.D. wonende op 500 m afstand is ongegrond verklaard.

b. Laag-frequent geluid. NL VOW waarschuwt voor laag-frequent geluid, dat door het menselijk gehoororgaan wordt ervaren als een trilling of zware bromtoon. Gebleken is, dat hier gezondheidsklachten uit voortkomen. Hier is geen of onvoldoende aandacht aan besteed.

c. Elektromagnetische straling. Windturbines zenden elektromagnetische straling uit, welke bij langdurige blootstelling gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. In hoeverre kinderen hieraan blootgesteld kunnen worden (scholen en kinderdagverblijven) is niet onderzocht.

d. Gezondheidsproblemen bij de productie van onderdelen voor windmolens. Voor de productie van de magneten in de windturbines is het kostbare en moeilijk te winnen aardmetaal Neodymium nodig. In Baotou (China) moet Neodymium gescheiden worden van Uranium en Thorium. Samen met andere giftige chemicaliën wordt dit in bassins en meren gedumpt. Grondwater wordt besmet en de lucht bevat hoge concentraties giftige stoffen. Een ernstige aantasting van het milieu! De bouw van de in het energieakkoord genoemde windturbines kost aan honderden Chinese arbeiders het leven en maakt duizenden mensen ernstig ziek. Er heeft geen rapportage plaats gevonden naar de impact van de winning van Neodymium. De Nederlandse overheid heeft derhalve geen actie genomen om dit probleem aan de kaak te stellen. De zorg voor het milieu houdt niet op bij de grens.

Zie artikel van de Groene Rekenkamer Nov. 2013: “Windenergie in Nederland“.

e. Invloed op het klimaat. Parken met windturbines met een hoogte van 100 m of meer hebben de volgende effecten op ons klimaat:

1. Als gevolg van het draaien van de wieken worden hogere en lagere luchtlagen gemengd. Er zijn tussen deze twee lagen verschillen in temperatuur alsook verschillen in vochtgehalte. Warme lucht bevat  meer vocht en als deze lucht met koude lucht wordt gemengd dan ontstaat mist. Deze mist kan zich over een afstand van 100 km uitstrekken en kan de oorzaak zijn van zware neerslag.

2. Hogere luchtlagen hebben een hogere potentiële energie. Het naar beneden sleuren van deze lucht resulteert in een temperatuurstijging op grondniveau.

3. Windturbines voor onze kust “stelen” wind, waardoor in de winter minder warme lucht van zee wordt aangevoerd en dat kan leiden tot koudere winters met meer sneeuw. Reeds vanaf 2011 is hiervan melding gemaakt in de wetenschappelijke literatuur. Zeer in het oog springend was het artikel in “Nature Climate Change” van 29 april 2012: “Impacts of windfarms on land surface temperature”. De Groene Rekenkamer heeft in 2012 het artikel “De invloed van windmolens op ons klimaat” op de website van Climategate geplaatst. In de milieueffectrapportage van Pondera is over dit onderwerp niets te vinden.

Het zou beter zijn als onze minister van Economische Zaken samen met zijn Departement als een Don Quichot de windmolens gaat bestrijden. De reden om windmolens te plaatsen om emissie van CO2 te verminderen is al lang achterhaald. Zie hier.

Zijn uitspraak over het windmolenpark Wieringermeer getuigt niet van een Don Quichot aanpak:

Met de bouw van dit windpark wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het opwekken van meer duurzame energie in Nederland. Bovendien is de manier waarop initiatiefnemers, gemeente en provincie vanaf het begin de omgeving bij de planvorming hebben betrokken lovenswaardig. Omwonenden krijgen verschillende mogelijkheden om mee te doen en mee te profiteren van de komst van het windpark. We zullen samen de schouders eronder moeten zetten om ervoor te zorgen dat ons land in de toekomst duurzame energie heeft en dat is precies wat hier in Wieringermeer wordt gedaan.

Voor Nederland is er slechts één oplossing, die soelaas biedt: investeer in veilige gesmolten zout kerncentrales”!

Zie hier.