Fred Goldberg

Na 1000 plus ‘postings’ van mijn co-auteurs en mij, aanvankelijk op ‘De Dagelijkse Standaard’ en vervolgens ‘Climategate.nl’, zijn de meeste relevante thema’s van het klimaatdebat wel de revue gepasseerd. Maar het is toch goed om af en toe de zaken nog eens op een rijtje te zetten – ook om de nieuwkomers een overzicht te geven van de actuele stand van de discussie.

De Zweedse klimaatscepticus, Fred Goldberg, en initiatiefnemer van de eerste klimaatkritische conferentie in Europa, in Stockholm, in september tien jaar geleden, heeft onlangs een voordracht gehouden in het ‘Andrew Breitbart Freedom Center’, waarin de belangrijkste discussiepunten aan de orde kwamen. Ik pik er een aantal krenten uit.

Goldberg begint met een overzicht van de klimaatgeschiedenis, aan de hand van temperatuurmetingen gedurende een periode van 420.000 jaar, op basis van de ijsboring van Vostok (Antarctica). Deze laten een aantal ijstijden zien, afgewisseld door zogenoemde interglacialen. Vroegere interglacialen blijken allemaal warmer te zijn geweest dan de huidige. En over de laatste 4000 jaar blijken er drie perioden te zijn geweest die warmer waren dan de huidige. Van 1940 – 1977 was er afkoeling. Klimatologen verwachtten toen een ‘big freeze’.

Goldberg wijst er op dat de opwarming plaatsvond in een periode dat het aantal oppervlakte meetstations, dat werd gebruikt voor de berekening van de gemiddelde wereldtemperatuur, dramatisch daalde. Door de ineenstorting van de Sovjet-Unie viel een groot aantal meetstations in koudere streken uit, waardoor de balans tussen koude en warme stations werd verstoord.

Goldberg1

Hoe nauwkeurig zijn de meetstations?

90% van de meetstations zijn op land, maar slechts 30% van het aardoppervlak is land. Dan is er het stadseffect. Door groei van de steden, die een paar graden warmer zijn dan het platteland, ontstond er een opwaartse vertekening in de metingen van meetstations aldaar. Voorts staan vele meetstations op locaties die niet geschikt zijn, bijvoorbeeld omdat zij te dicht bij gebouwen en/of warmtebronnen staan. 54 % van de meetstations staan op vliegvelden – soms dicht bij startbanen, waar de uitlaatgassen van de motoren van vliegtuigen de metingen beïnvloeden. Ook de manipulatie van ruwe temperatuurdata draagt bij aan de onnauwkeurigheid.

Voorts laat hij de afwijkingen zien van de uitkomst van klimaatmodellen en werkelijke temperatuurmetingen, die in de afgelopen jaren een toenemende divergentie laten zien. Dit staat in schril contrast met uitspraken van het VN-klimaatpanel (IPCC), dat toenemende zekerheid claimt wat betreft de invloed van de menselijke uitstoot van CO2 op de (afwezige) opwarming.

Wat betreft klimaatmodellen wijst Goldberg op het feit dat het klimaatsysteem, chaotisch is en dus niet kan worden gemodelleerd. Bovendien zijn de huidige modellen niet gevalideerd.

Ondanks het feit dat de menselijke emissies van CO2 de afgelopen tientallen jaren fors zijn toegenomen, is de temperatuur in diezelfde periode grosso modo gelijk gebleven.

Goldberg vervolgt met een uitleg over de eigenschappen van broeikasgassen. De atmosfeer bevat 400 ppm CO2. Maar deze bevat ook 30.000 ppm waterdamp. Dat betekent dat waterdamp voor 95% verantwoordelijk is voor het broeikaseffect. CO2 is verantwoordelijk voor 1,5% of minder van het broeikaseffect. Dus de invloed van CO2 is onbeduidend.

Vervolgens behandelt hij de koolstofcyclus.

De totale hoeveelheid van menselijke emissies van CO2, 33 miljard ton, wordt geabsorbeerd door de oceanen en biomassa … in 15 dagen.

Het broeikaseffect van CO2 is 1,5%, zoals eerdere vermeld. Het menselijk aandeel daarvan is 4%. Dat betekent dat de mens verantwoordelijk is voor 0,06 % van het broeikaseffect. Dat is zó klein dat het niet meetbaar is.

Warmt de atmosfeer op door de menselijke uitstoot van CO2? Goldberg: natuurlijk niet! Aan de hand van een aantal grafieken toont Goldberg dat er geen correlatie is tussen het temperatuurverloop en de menselijke emissie van CO2. Dit kan deels worden verklaard door het verzadigingseffect. Een toenemende concentratie van CO2 in de atmosfeer heeft een steeds geringer effect op de temperatuur. Dus niets om ons zorgen over te maken.

Volgens Goldberg is de toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer van 290 tot 400 ppm in de 20ste eeuw het gevolg van ‘uitgassing’ van de opwarmende oceanen na het einde van de Kleine IJstijd (ong. 1850).

Vervolgens toont hij een grafiek die een opmerkelijke correlatie laat zien tussen het aantal zonnevlekken en de oppervlaktetemperatuur van de oceanen. En als de oppervlaktetemperatuur van de oceanen stijgt, komt er CO2 vrij.

Op een volgende grafiek toont hij dat er geen correlatie is tussen de menselijke emissie van CO2 en de CO2-concentratie in de atmosfeer. Er is daarentegen wel een sterke correlatie tussen temperatuurverandering en veranderingen in de CO2-concentratie in de atmosfeer. De invloed van de El Ninos en La Ninas zijn duidelijk zichtbaar.

Golberg2Knipsel

Ook wijst hij op de invloed van de PDO (Pacific Decadal Oscillation). Volgens Goldberg wordt de recente klimaatverandering primair veroorzaakt door de PDO.

Goldberg3Knipsel

Wat beïnvloedt klimaatverandering?

Volgens Goldberg: Veranderingen in zonneactiviteit die de magnetosfeer beïnvloedt (Svensmark-hypothese). Deze beïnvloedt de inkomende kosmische straling. De magnetische straling van de zon tempert de kosmische straling die de aarde bereikt. Op haar beurt beïnvloed deze de wolkenvorming. Meer kosmische straling, meer wolkenvorming en afkoeling, en omgekeerd, minder kosmische straling, minder wolkenvorming en opwarming. Secundaire effecten: oceaanstromingen, PDO, El Nino en La Nina.

Wat betreft de toekomst verwacht Goldberg afkoeling, waarbij hij zich aansluit bij de analyse van Habibullo Abdusamatov (Petersburg) op basis van veranderingen in de zonnecyclus. Hij verwacht een koelere periode van 20 – 30 jaar, met schadelijke gevolgen voor de mensheid, in het bijzonder als gevolg van een verminderde voedselproductie.

Kan de mens het klimaat beïnvloeden? Goldberg: ‘Oordeel zelf.’

Goldberg4 Knipsel

De voordracht is gelardeerd met grappige anekdotes van Fred’s altercaties met aanhangers van de menselijke broeikashypothese.

De video van de voordracht is hier te vinden.

Wat iedere politicus zou moeten weten!

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.