Aante Nicolai, Rijkswaterstaat, je ziet het niet maar hij draagt hier een dubbele pet

Aante Nicolai, Rijkswaterstaat, je ziet het niet, maar hij draagt hier een dubbele pet

Aante Nicolai van Rijkswaterstaat is belangenverstrengeld als verantwoordelijke voor het Beheerplan Natura 2000 voor de Waddenzee, dat in de maak is. Rijkswaterstaat bepaalt net als bij de Noordzeekustzone (Hans Lammers) het beheerplan voor dat gebied, waarbij ze (waarschijnlijk) visserij gaan ‘zoneren’ vanwege  ‘bodemberoering’.

Ze keuren dus het eigen ecologische vlees bij opstellen van beleidskaders voor de komende 10 jaar. Terwijl Rijkswaterstaat tegelijk een negatieve bewezen (lokale) invloed heeft op de aanwezigheid van schelpdierbanken door vooroeversuppleties. Het Riacon-onderzoek van Dalfsen en Essink waarschuwde daar in de jaren ’90 al voor (blz 23).

A more serious risk of shoreface nourishment relates to diving ducks, such as the common scoter (Melanitta nigra). These birds are known to feed especially on banks of the bivalve Spisula sp. Therefore, any shoreface nourishment that buries banks of these bivalves under a body of sand will during the following winters affect the food resources of these ducks

Die suppleties voerde Rijkswaterstaat vanaf afgelopen decennium op in intensiteit. Die verstikken de lokaal aanwezige schelpdierbanken, met effecten tot 3 jaar lang. Dat bevestigt het rapport Onder het Zand Beland van Stichting Anemoon uit 2009 dat Aante Nicolai mij toezond. Dus het mechanisme was al bekend bij het VIBEG-proces.

Toen schoof Nicolai zijn belangenverstrengelde collega Hans Lammers met belangenverstrengelde Ton IJlstra (Ministerie van EZ, projectleider Tweede Maasvlakte EN Natura 2000-projectleider NZ-Kustzone) het verdwijnen van grote Spisula-schelpenbanken – en daarop fouragerende zwarte zee-eenden- in de schoenen van garnalenvisserij. Opnieuw ontbreekt bij het Wad nu een onafhankelijke scheidsrechter.

Anemoon onderschrijft de Rypothese op blz 29 en blz 48

Anemoon onderschrijft de Rypothese op blz 29 en blz 48


Anemoon bevestigt de Rypothese

Het door Nicolai nu toegezonden rapport van Anemoon bevestigt de hier op Climategate.nl (4 september 2014) behandelde Rypothese. Die droeg ik 2 jaar geleden al aan als woordvoerder ecologie voor kustvissers bij de Raad van State. Die Rypothese legde ik ook de StAB voor in mei 2014, toen de juridische slag om de Noordzeekustzone losbarstte.

  • Rijkswaterstaat schept met haar zandsuppleties ideale condities voor de invasieve exoot Amerikaanse zwaardschede. En die exoot helpt de aanwezige Spisula subtruncata- voedselbron van zwarte zee-eenden- verdringen volgens klassieke invasie-biologie. Wij lezen op blz 29:

De Amerikaanse zwaardschede heeft hoogstwaarschijnlijk mede bijgedragen aan een afname van de andere tweekleppigen. Het massale voorkomen van deze soort in de kustzone (soms vele honderden exemplaren per vierkante meter) belemmert vrijwel zeker het broedvalsettlement van de andere tweekleppigen. Eventuele effecten van suppleties en de massale aanwezigheid van de Amerikaanse zwaardschede versterken elkaar, omdat deze soort zich als opportunist gedraagt en bij het aanbrengen van een nieuwe laag zand snel gebruik maakt van het nieuwe leefgebied

De Baptist-Leopold studie in 2009 reikt tot 2005

De Baptist-Leopold studie in 2009 reikt tot 2005, zonder onderscheid vooroever en strandsuppletie in grafiek. Vooroever-suppleties treffen schelpdierbanken het zwaarste via verstikking, en die namen NA 2005 verder toe in intensiteit

Rijkswaterstaat op de hoogte
Rijkswaterstaat en Hans Lammers waren dus dondersgoed op de hoogte tijdens het VIBEG-proces van de Rypothese als ecologisch verklarend versterkingseffect. En de wel 3 jaar meetbare negatieve RElatie schelpdierfauna-suppleties is al sinds de jaren ’90 bekend. Die RElatie schoven zij in VIBEG  middels afwezige CORrelatie met suppleties in de schoenen van visserij.

Dat gebeurde via de Baptist-Leopold-studie van 2009: The effects of shoreface nourishments on Spisula and scoters in The Netherlands, in Marine Environmental Research.

Middels een residual explanation (het is de buurvrouw niet, dan de buurman, die woont in het zelfde huis, kenmerk van pseudowetenschappelijkheid) splitsten Baptist en Le0pold die Spisula-afname in de maag bij visserij (en natuurlijk ‘de klimaatverandering’) in een studie betaald en geleid door…..Ilse Jonker van Rijkswaterstaat en RIKZ.

Iemand die dus ook belang heeft bij het vrijpleiten van ecologische effecten. Effecten die door Smit et al in 2011 opnieuw werden geconstateerd. Maar let op wat Smit van Imares hier doet:

Hoewel de Spisula-dichtheden in 2010 boven de eilanden licht zijn toegenomen in vergelijking met het jaar ervoor (vergelijk Goudswaard et al. 2009a en Goudswaard et al. 2010) vormen ze nog maar een fractie van de dichtheden en de biomassa die in de jaren ’90 aanwezig was (zie Leopold 1996). Boven Ameland vond bovendien in 2010 een zandsuppletie plaats. In dit gebied zijn de tot voor kort nog aanwezige Spisula-voorkomens inmiddels verdwenen maar er kon geen causaal verband worden aangetoond tussen de zandsuppleties en de aanwezigheid van Spisula (Baptist & Leopold 2009).

Baptist en Leopold (Imares) hun studie heeft zo het beleidstechnisch gezien gewenste effect bij Imares-collegae. Het is onschadelijk gemaakt voor lastige beleidsmakers en de Raad van State, mensen die referenties niet checken maar wel De Sterke Arm bedienen. Maar voor die uitspraak van Smit is enkel een afwezige correlatie een nogal zwakke grond.

...terwijl juist in 2006-periode de voeroeversuppleties verder in volume toenamen, waarvoor het Riacon-onderzoek in 1997 de schadelijke effecten op schelpdierfauna onderschreef

…terwijl juist in 2006-periode de vooroeversuppleties (blauw, onder water waar de meeste schelpdieren leven) verder in volume toenamen, waarvoor het Riacon-onderzoek in 1997 de schadelijke effecten op schelpdierfauna onderschreef. Bron: Baptist en Wiersinga in ‘Zand Erover, 4 scenario’s voor zachte kustverdediging’ in De Levende Natuur maart 2012

Een heterdaadje.
Je ziet nu ook wat voor andere zonde Baptist en Leopold voor Rijkswaterstaat begaan. Zij gooien strandsuppleties (klein effect) en vooroeversuppleties (groot effect) op 1 hoop. Dan neemt de kans op een correlatie nog verder af in een meetreeks die toch al (doelbewust?) slechts tot 2005 reikte. Terwijl- zie bovenste figuur- die vooroeversuppleties na 2005 verder toenamen in volume.

Een niet gevonden correlatie door onnodig te korte tijdreeks en door vermenging van strand- en vooroeversuppleties, die helpt zo in andere rapporten om aandacht af te leiden van een bewezen negatieve RElatie die Rijkswaterstaat op haar conto kan schrijven. En waarvan ze zelf op de hoogte zijn: suppleties van Rijkswaterstaat bedolven de laatste Spisulabank bij Ameland. Dat is de locatie die MARDIK LEOPOLD voor VIBEG aanwees als voor visserij gesloten gebied 1: vanwege de Spisula en die zwarte zee-eenden die daar op af komen.

Zoals ik bij de StAB al aangaf, is de afwezigheid van CORrelatie bij een bewezen negatieve RElatie in hun studie alles behalve een bewijs voor afwezige ecologische effecten van suppleties. Zij laten hun meetreeks bijvoorbeeld maar doorlopen tot 2005.

Terwijl NA 2005 juist de – voor schelpdierfauna meest destructieve- vooroeversuppleties in volume toenamen, waar de meeste schelpdierfauna zich bevindt. Hadden zij dus de jaren 2006-8 toegevoegd- wat in 2009 gemakkelijk kon- dan had dit de CORrelatie dusdanig kunnen beïnvloeden, dat de RElatie ook via statistische CORrelatie werd bevestigd.

Baptist en Wiersinga in De Levende Natuur maart 2012. Juist vooroeversuppleties treffen de meeste schelpdieren

Baptist en Wiersinga in De Levende Natuur maart 2012. Juist vooroeversuppleties treffen de meeste schelpdieren. Baptist en Leopold gooien strand- en vooroversuppleties in 2009 bij elkaar.

  • Die zelfde auteurs Martin Baptist en Mardik Leopold schrijven dan voor Imares deze zomer vervolgens weer het rapport C076/16 voor de Waddenzee en Noordzeekustzone waarin zij de onderzoeksagenda formuleren voor het gebied. Dat wat volgens de dominante belangengroepen rond Waddenbeleid onderzocht mag worden, en wat onder rapporten begraven moet blijven.

Rijkswaterstaat keurt eigen ecologische impact bij Natura 2000
Ik laat hun 2009 studie dan ook nog eens narekenen door een goede statisticus. Het lijkt mij een mooie kandidaat voor Retraction Watch, mede omdat de belangen van financier van deze studie Rijkswaterstaat evident zijn.

De ecologische slager keurt dus haar eigen vlees bij Rijkswaterstaat. Want Nicolai schrijft het beheerplan Natura 2000 voor het Wad. Daarbij pleit Rijkswaterstaat zichzelf vrij van effecten op ecosysteemniveau, door zich te beroepen op de enorme natuurlijke dynamiek in het systeem van de kustzone.

  • Dat is een prima argument, in een gebied waar 1 storm de bodem met meters kan verplaatsen.
De zelfde auteurs bepalen met Imares weer voor het Ministerie van EZ wat belangrijke natuur is, en wat meer onderzoek waard is

De zelfde auteurs bepalen met Imares weer voor het Ministerie van EZ wat belangrijke natuur is, en wat meer onderzoek waard is

Samenwerking begint bij open en eerlijke argumentatie
Maar wanneer je die kaart trekt, dan volgt daaruit automatisch ook: dat de kustvisserij zich ook op die enorme dynamiek mag beroepen om zichzelf van effecten op ecosysteemniveau vrij te pleiten. Waarom moet pierensteker Gerrit Jan Rotgans dan nog onderzoek ter waarde van een dikke Mercedes betalen om zijn aanwezigheid te verantwoorden? Als die natuurlijke dynamiek ook ecologische effecten van 10 -20 miljoen kuub zandsuppleties per jaar kan uitwissen, meer dan de totale jaarlijkse zandhonger op het Wad.

 

Metersgrote bodemverplaatsingen in zeegaten, waar 'buitengewone biologie' leeft die ze willen 'beschermen'. Tegen wie?

Metersgrote bodemverplaatsingen in zeegaten, waar ‘buitengewone biologie’ leeft die ze willen ‘beschermen’. Tegen wie?

Rijkswaterstaat kan onmogelijk beweren, dat zij op ecosysteemniveau geen effect hebben, en dat effect van visserij-effecten onderscheiden in exact het zelfde gebied. Als je geen effect op ecosysteemniveau vindt, terwijl in je meetgebieden ook gevist wordt, dan heeft die visserij ook geen effect.

  • Die vraag – over het meten met twee maten- die heb ik nu Aante Nicolai voorgelegd. Zonder logisch onderbouwd antwoord (bv een postmoderne uitvlucht of een antwoord op een niet gestelde vraag) staat vast dat de beleden goede intenties van de Samenwerkingsagenda voor het Wad niet meer zijn dan een fopneus.
  • Als we niet naïef zijn, is dat het enige dat je kunt verwachten. Omdat- zoals ik schreef in deel 1 ‘Wat zijn Goede Intenties waard op het Wad’– de overheid belangenclubs op de stoel van de macht zette, die de baas spelen over vissers, recreatievaarders, pierenstekers enz. Maar wij blijven van het positieve uitgaan.
  • Mijn donkerbruine voorgevoel zegt: een logisch en wetenschappelijk deugdelijk antwoord is niet mogelijk. Bij schade moet Rijkswaterstaat haar (lokaal sterke en tot 3 jaar lang meetbare) effecten ecologisch compenseren. Terwijl Rijkswaterstaat nu zelfs de bewezen ecologisch schadelijke (vooroever)suppleties mag opvoeren als….ecologische compensatiemaatregel bij de vergunde zoutwinning op het Wad. Alsof je de schade van olievervuiling zou compenseren met nog meer olievervuiling elders.
In 2019 nog giga-vooroeversuppletie bij Ameland van 4 miljoen kuub

In 2019 nog giga-vooroeversuppletie bij Ameland van 4 miljoen kuub en 1,5 miljoen kuub Julianadorp, 2 miljoen kuub Bergen

Invloed is nog geen schade
Natuurlijk heeft de garnalenvisserij een INVLOED op het systeem. Maar die hoef je niet beslist negatief uit te leggen. In Harlingen, Den Oever en Lauwersoog werd 2014 bijvoorbeeld ongeveer 13 miljoen kilo aan garnalen aangevoerd, dus van garnalenvissers met Wadvergunning (dat zijn er ongeveer 90).

Garnalen eten de broedval van schelpdieren. Maar door menselijke garnalenpredatie is het predatie-effect van garnalen op schelpdieren in het ecosysteem van het Wad alvast kleiner dan een systeem zonder menselijke predatoren. Er is nog 1 andere joker, die de Natura 2000-planschrijvers uit de kast trekken, om vissertjes te pesten. ‘De Visstand’ op het Wad, gemeten met 1 fuik van NIOZ bij Texel.

Mesheften

Mesheften. Garnalen eten de broedval van schelpdieren, dus heeft garnalenvisserij potentieel een positieve invloed op schelpdiervoorkomen die mogelijk groter is dan eventuele negatieve bodemeffecten

Daarover gaat deel 3. Andermaal blijkt ook dat je wel gelijk kunt hebben. Maar gelijk krijgen, daarbij spelen andere zaken dan argumenten. Geld en macht bepalen wat ‘waar’ is op het Wad en bij Natura 2000. De grote clubs en de overheid begraven hun invloed onder een lading rapporten. En ze beschuldigen de kleine invloeden met een barrage aan rapporten, waar geen enkel empirisch bewijs voor schade te vinden is.

Maar Nicolai heeft nu de historische kans deze negatieve spiraal bij het Wad te doorbreken.