Dit boek zag onlangs het levenslicht: Complotdenkers van Maarten Reijnders. De auteur geeft een kijkje in de keuken van, in diens boek overwegend Nederlandse, complotdenkers. Zo lezen we over geheime pedonetwerken van hoge autoriteiten die zelfs kleine kinderen consumeren. Zelfs binnen het Koninklijk Huis schijnen kindermartelaars te zijn geweest, als je het allemaal moet geloven van die complotdenkers. Ook passeren samenzweringen de revue van Big Pharma om de wereldbevolking ziek te maken met het doel te cashen met patenten op geneesmiddelen. Vaccinatieprogramma’s als onderdeel van een mondiaal eugeneticacomplot zijn ook favoriete onderwerpen. Ene mevrouw Röver haalt alles erbij. Ook chemtrails, Illuminati, UFO’s, UMTS en buitenaardse wezens blijven niet onbenoemd. Ook de Protocollen van de Wijzen van Zion, Rockefeller, Ford, Rotschild en de Bilderberg-conferenties verschijnen zoals gebruikelijk ten tonele. Mevrouw Röver is representatief voor de manier waarop complotdenkers de wereld bezien en beoordelen. Zo zegt ze over kanker: negatieve gedachten kunnen interfereren met de elektromagnetische biofotoonsignalering op het celmembraam en het DNA.

En verder: Het past allemaal in de volkerenmoordagenda van Big Pharma de wens van een kleine groep machthebbers tot actieve bevolkingsreductie –rassenzuivering, eugenetica, genocide- bestaat al lang.

We kunnen er Big Oil aan toevoegen. Aan het eind van zijn boek schrijft de auteur: aan falsificeren van hun theorieën doen samenzweringsdenkers niet. Wie dat wel doet, is in hun ogen onderdeel van het complot. Wie complotdenkers tegenspreekt, wil immers de waarheid in de doofpot stoppen. Overheden, politici, wetenschappers, rechters: volgens complotdenker zijn ze per definitie niet te vertrouwen.

Overigens roept dit bij mij associaties op met de tactiek van milieuorganisaties om niet welgevallige onderzoekscommissies of bepaalde energiebronnen als niet te vertrouwen weg te zetten. Zie o.a. ‘Tussen hoogmoed en hysterie’ van Remco de Boer.

Tenslotte volgt deze uitspraak van de auteur om, terecht, de waarde van de falsificatie door middel van feiten te onderstrepen: een rechercheur die onderzoek heeft gedaan naar de moord op Fortuyn, kan daar zinniger dingen over zeggen dan een rapper die denkt dat er meer schutters actief waren in het Mediapark. En een klimaatwetenschapper heeft meer verstand van de menselijke invloed op de opwarming van de aarde dan een econoom die alle verhalen over klimaatverandering maar bangmakerij vindt.

De laatste zin komt eigenaardig over, want het is volstrekt legitiem om uitspraken van (klimaat)wetenschappers te falsificeren op grond van feitelijke constateringen. Sceptici geloven niet in een wereldwijde samenzwering van duistere eugenetici of lieden die wereldheerschappij nastreven d.m.v. het IPCC. Critici onderkennen wel dat het groepsdenken en morele paniek, beide doodnormale psychologische verschijnselen van alle tijden, of het streven naar een andere economische orde bij sommigen (Naomi Klein; Figueres), alsmede het verdienmodel voor lieden als Al Gore c.s. een conveniërende rol spelen. Dat het daardoor koekoek één zang is, staat vast, maar dit is iets anders dan een imaginair complot van Bilderberg-gangers of zoiets. Hoe men in dit krachtenspel elkaar de bal toespeelt om aan elkaars belangen tegemoet te komen, laat deze documentaire zien. Het simpelste en juiste patroon volgens Ockhams scheermes. Geen ingewikkeld complot van elitaire steenrijke meneren met bizarre opvattingen over wereldheerschappij. Langs diezelfde simpelste weg van Ockhams scheermes vindt ook falsificatie plaats, of pogingen daartoe, van de CAGW-hypothese (‘Anthropogenic Global Warming’; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) door sceptici.

Wetenschap dankt haar ontwikkeling aan scepsis, lieden uitgerust met kritisch en gezond verstand die de vraag stellen: klopt dit wel? Complotdenkers stellen deze vraag niet, maar nemen uitsluitend alles aan wat in hun vooroordeel past. Sceptici daarentegen zijn op zoek naar falsificatie en behoren derhalve tot een andere categorie dan de auteur van Complotdenkers lijkt te suggereren. Er klinkt in diens uitspraak niet alleen zo’n typerend eigen vooroordeel door, maar ook een beroep op autoriteit. Er zijn echter diverse klimaatwetenschappers die zich sceptisch uitlaten, hetgeen dit beroep op autoriteit weerlegt.

Voor alle duidelijkheid: de opwarming tussen 1850 en 2000 wordt niet in twijfel getrokken noch de invloed van de mens. Wel de mate waarin w.b. dit laatste vs. de rol van natuurlijke invloeden. Kritische vragen over klimaatwetenschap die relatief gezien nog in de kinderschoenen staat en dus onderhevig is aan vele nog te onderzoeken hypothesen. Hier is niets mis mee. Dit evenwel lijkt de auteur te zijn ontgaan. Hoe ‘overtuigend’ een dergelijke ‘zekerheid’ bij niet bepaald de eersten de besten protagonisten van de CAGW-hypothese is, moge deze beide zittingen duidelijk maken. Op het autoriteitsargument dat de auteur hanteert, valt naar mijn mening daarom af te dingen, en dus zijn argumentatie over de econoom die alle verhalen bangmakerij vindt.

Het boek leest verder als een trein en de auteur legt met droge humor de (Nederlandse) complotwereld in al zijn geledingen bloot. Een aanrader dus.