Klimaatsceptici staan bij de Volkskrant op de zwarte lijst. Er zijn altijd weer smoezen om de publicatie van hun bijdragen te weigeren. Er is echter één uitzondering, de Deense klimaatscepticus Bjørn Lomborg, auteur van ‘The Skeptical Environmentalist’ en andere klassiekers.

Onlangs publiceerde de Volkskrant een artikel van zijn hand, getiteld: ‘Marshalleilanden: Verdwijnende eilanden groeien juist’. Hij stelt dat recent onderzoek heeft aangetoond ‘dat van de 27 Pacifische Eilanden 14 procent landmassa heeft verloren, dat bij 43 procent sprake is van een toename, en dat de rest stabiel is gebleven’.

In dit licht waarschuwt Lomborg voor hype en overdrijving:

Lomborg:

Een CNN-reportage waarin wordt gesteld dat ‘dit eiland verdwijnt’, is goede, vermanende televisie. Maar deze retoriek helpt niemand. Ze draagt juist bij aan het idee dat de discussie over klimaatverandering een cartoonachtige ruzie is tussen een groep die zegt dat die verandering niet bestaat en anderen die zeggen dat ze het grootste gevaar voor de mensheid is.

Nog verraderlijker is dat dit doemdenken paniek veroorzaakt en leidt tot een verkeerde reactie op de opwarming. Met een jaarlijkse kostenpost van 1 à 2 biljoen dollar is het klimaatakkoord van Parijs, dat onlangs werd goedgekeurd door China, waarschijnlijk het duurste verdrag uit de geschiedenis. Het verdrag zal zorgen voor het vertragen van wereldwijde economische groei om zo een verschuiving teweeg te brengen naar inefficiënte groene energiebronnen.

Dit zal helaas nauwelijks iets opleveren. Mijn onderzoek laat zien dat als alle landen aan hun beloftes voor 2030 wat betreft CO2-uitstoot voldoen, en deze beloften ook worden nageleefd tot halverwege deze eeuw (wat een vermindering van 100 biljoen dollar in bbp betekent), de wereldwijde temperatuurstijging met slechts 0,17°C wordt verminderd.

Natuurlijk mocht zulke ketterij niet onweersproken blijven in de Volkskrant. Leo Meyer, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de opstelling van het laatste rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC), kwijtte zich van een weerwoord, waarin hij beklemtoonde dat de atol-eilanden wel degelijk gevaar lopen.

Bjørn Lomborg ontkent dat de atol-eilanden in de Stille Oceaan worden bedreigd door de stijging van de zeespiegel. Die eilanden zouden vanzelf weer aangroeien door afzetting van losgewoeld koraal (O&D, 3 november).

De zeespiegel stijgt door opwarming van de aarde, die grotendeels wordt veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen.

Daar is tot op heden niets van gebleken. De stijging van de zeespiegel is ongeveer 20 cm per eeuw. Dat gebeurt al eeuwen. Er heeft tot dusver geen versnelling plaatsgevonden, op grond waarvan het onaannemelijk is dat die wordt veroorzaakt door CO2 van welke oorsprong dan ook (natuurlijke of menselijke).

Op 4 november is het wereldwijde VN-klimaatakkoord van Parijs in werking getreden, met afspraken over het terugdringen van de broeikasgasuitstoot en financiële ondersteuning van landen die te lijden hebben en krijgen van nu al onvermijdelijke klimaatverandering. Verspild geld dus, vindt Lomborg, dat kan je beter aan andere doelen besteden. Heeft hij een punt?

Natuurlijk heeft hij een punt! Al dat geld dat aan klimaatbeleid wordt uitgegeven heeft – zelfs volgens de modellen die het IPCC gebruikt – geen enkel aantoonbaar effect op de gemiddelde wereldtemperatuur, zelfs niet in 2100. ‘All pain and no gain’. Maar dat behoort tot de omerta van de mainstream klimatologen.

Hij heeft in zoverre gelijk dat genoemde eilanden niet rechttoe-rechtaan onder water komen te staan door alleen een stijgende zeespiegel. Ze zijn ook kwetsbaar door een zwakke infrastructuur. Maar gevaar lopen ze wel degelijk.

Hij wijst naar de bevindingen van de onderzoekers Ford en Kench, die de veranderingen in de kustlijnen van de Marshall-eilanden hebben onderzocht. Weliswaar is het oppervlak van sommige van deze eilanden toegenomen door afzettingen aan de kust, ze zijn helaas niet hoger geworden. En dat betekent dat die eilanden vroeg of laat toch het risico lopen kopje onder te gaan.

Dat blijkt nu al het geval bij de Solomon-eilanden. Tussen 1994 en 2014 steeg de oceaan daar 15 cm. Door de hogere golfslag zijn vijf eilanden geheel verdwenen, en van zes eilanden zijn de kustlijnen flink afgekalfd.

De betrokken eilanden hebben in de loop der geschiedenis al aanmerkelijk hogere waterstanden overleefd. Zie hier.

Peilschalen laten thans geen alarmerende stijging zien. Integendeel, Zie hier.

Het risico bestaat dat bij verdergaande temperatuurstijging het ijs op Groenland steeds sneller en onomkeerbaar wegsmelt, en dat de enorme West-Antarctische ijsvlakte in zee schuift. Dat kan uiteindelijk leiden tot meer dan 10 meter zeespiegelstijging, ook voor ons land geen prettig vooruitzicht.

Paniekzaaien van de bovenste plank! Zelfs de Middeleeuwse warmteperiode heeft niet tot het verdwijnen van het ijs op Groenland geleid. Waarom nu dan wel?

Het wordt al een heksentoer om de doelstelling van het Parijs klimaatakkoord te halen – beperking van de opwarming tot ruim beneden 2 graden wereldgemiddelde in 2100, en zelfs dan zal de zeespiegel in de Stille Oceaan nog deze eeuw 20-60 cm verder stijgen. Hierdoor zullen de risico’s van overstromingen aanzienlijk toenemen.

Dat is aanzienlijk minder dan de eerder genoemde 10 meter! De meest realistische schattingen geven een stijging van zo’n 20 cm per eeuw aan.

De grootste bedreiging op de korte termijn voor de atol-eilanden is niet zo zeer het onderlopen, maar de zoetwatervoorziening voor de landbouw en het drinkwater. Het grondwater verzilt door het hogere zeeniveau en wordt daardoor onbruikbaar. Bovendien richten cyclonen al bij de huidige zeespiegelstijging (20 cm sinds 1900) meer schade aan dan voorheen. Dus nu al hebben laaggelegen eilanden hieronder te lijden.

Het gebrek aan water wordt voornamelijk veroorzaakt door bevolkingsgroei.

Alle reden dus om de zorgen van de laaggelegen eilandbewoners ernstig te nemen. Dat doet Lomborg niet, en hij doet er nog een schep bovenop door te stellen dat het Parijse klimaatakkoord door de ‘paniek’ zal leiden tot vertraging van de wereldwijde economie. Eerst moet er maar meer onderzoek worden gedaan totdat zonne- en windenergie en andere bronnen vanzelf goedkoper zijn geworden dan de (zwaar gesubsidieerde) fossiele brandstoffen.

Gesubsidieerde fossiele brandstoffen? Dat is een hardnekkig sprookje dat door de milieubeweging de wereld in is geholpen. Fossiele brandstoffen vormen een favoriet mellkkoetje van overheden. Het is de hernieuwbare energie die zwaaar wordt gesubsidieerd. Als die subsidiëring wegvalt, zakt de sector in elkaar.

En intussen dus gewoon steeds meer kolen, olie en gas blijven verstoken. Terwijl uitvoerig is aangetoond door het IPCC (het wetenschappelijke VN Klimaatpanel) dat hoe langer we wachten met terugdringen van de broeikasgasuitstoot, hoe duurder het wordt om de opwarming nog tijdig binnen de perken te houden.

Het IPCC heeft niets aangetoond. De projecties van het IPCC zijn gebaseerd op modellen. Evenals economen in de jaren zeventig hebben moeten ontdekken dat hun modellen niet deugden, worden klimatologen thans met de neus op de tekortkomingen van hún klimaatmodellen gedrukt. Zie Judith Curry hier: ‘Climate modelers open up their black boxes to scrutiny’. Natuurlijk, modellen zijn voor de wetenschap onmisbaar om enige greep te krijgen op een complexe werkelijkheid. Maar zij schieten tekort waar het gaat om voorspellingen. En dus heeft het IPCC geen poot om op te staan.

Lomborg winkelt al jaren selectief in de literatuur om zijn vooringenomen standpunt – klimaatbeleid is weggegooid geld – steeds weer te ‘bewijzen’, om vervolgens te beginnen over allerlei andere misstanden die er ook zijn. Niet intrappen!

Het is het traditionele verwijt van de criticus die de balk in zijn eigen oog niet waarneemt, maar wel bestraffend wijst op de splinter in het oog van de ander. Niet intrappen!

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.